donderdag in week 31 door het jaar
DE VREUGDE VAN HET GEVONDEN ZIJN
(Bij Lc 15, 1-10)
Alle tollenaars en zondaars kwamen Jezus opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’
Jezus kiest ervoor om om te gaan met mensen waar de rechtgeaarde gelovige zich van zou afkeren. Hij eet en drinkt met hen, komt hen zelfs tegemoet in hun leven. Om dit gedrag te verklaren, vertelt Jezus de gelijkenis van het verloren schaap.
Maar eerst even dit: Vaak rekenen wij onszelf snel bij de negenennegentig schapen die braaf bij de kudde blijven. Maar wat als we ons eens identificeren met het verloren schaap? Want eerlijk gezegd, zijn we allemaal op momenten het schaap dat van binnen de weg kwijt is. Naar buiten toe lijken we misschien dicht bij de kudde, maar diep vanbinnen kunnen we verward, hulpeloos, of eenzaam zijn, alsof we onze Herder kwijt zijn.
Dit innerlijk verdwalen kan verschillende oorzaken hebben: een verslapping van geloof, kleine fouten of grote misstappen, teleurstelling, eenzaamheid, of veroordeling door anderen. Hoe dan ook: we bevinden ons verloren en vervreemd van God. Maar dan is er Jezus, onze Herder, die naar ons op zoek gaat. Dat is typisch voor Hem – zo is God. Hij zoekt wat verloren is en wil alles terugbrengen tot leven. Zo was, en zo is, God.
Jezus zoekt ons, en Hij vindt ons. Maar wij moeten ons ook willen laten vinden, een verlangen hebben om Hem te zien, zoals Zacheüs dat deed toen hij in de boom klom. En wanneer we gevonden worden, zijn we dan bereid ons door Hem te laten dragen? Hebben we de nederigheid om onszelf aan de armen van de Herder toe te vertrouwen?
In de gelijkenis horen we over de vreugde die ontstaat wanneer het verloren schaap teruggevonden wordt. Die vreugde is kenmerkend voor Jezus, voor de hemel, en zou ook de Kerk moeten kenmerken. Het gaat niet om 'zieltjes winnen', maar om de diepe vreugde dat iemand weer thuis is gekomen bij God; zijn diepste thuis. Dit geeft blijdschap, ontroert, en vervult met dankbaarheid.
De Kerk - wij allemaal - zouden naar het voorbeeld van de Herder in de wereld moeten staan, met open, liefdevolle vriendschap, in naam van Jezus. Het 'in naam van Jezus' is essentieel. Want wij zijn niet degene die mensen thuisbrengen bij God; het is God zelf die, genadig, door ons heen mensen raakt en hen naar Hem toe trekt.
Deze weg geeft een diepe innerlijke vreugde, de vreugde van Pasen, de vrede van God. Mogen wij dragers en uitdragers zijn van dit goede nieuws.
Laten we bidden
Vader,
ook wanneer wij onze eigen wegen gaan
die niet de uwe zijn,
komt Gij - in Christus - naar ons toe.
Wat verloren is, zoekt Gij op.
Geef dat ook wij,
in naam van Jezus,
zo in de wereld mogen staan;
uw vriendschap biedend,
U schenkend aan allen.
Moge zo de vreugde van de Blijde Boodschap
zichtbaar worden in deze wereld.
In Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, laat je vinden door God. En moge zijn vreugde jou tot zijn deelgenoot maken.
Een mooie donderdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Herken ik mezelf soms als het verloren schaap dat de weg kwijt is? Ben ik me bewust dat de Heer zélf mij komt opzoeken? Ben ik bereid me door Hem te laten vinden en me aan Hem toe te vertrouwen?
Reacties
Een reactie posten