zondag 32 door het jaar B
ZELFGAVE
(Bij Mc 12, 38-44)
De overweging is van de hand van Frans Mistiaen, sj
Jezus zit tegenover de offerkist in de tempel en ziet de rij mensen die er iets inleggen: de een wat licht kopergeld, de ander een zwaar rinkelende munt. Maar zijn blik valt vooral op één persoon: een arme weduwe die twee muntjes offert. Hij vindt haar gebaar zo betekenisvol dat Hij zijn leerlingen erbij roept, vooral om hen attent te maken op haar innerlijke houding.
Dit verhaal van de arme weduwe is geen moraliserende les om ons aan te sporen méér te geven bij de volgende collecte. Jezus wil ons ook niet oproepen om bepaalde groepen, zoals rijk en arm, met elkaar te vergelijken of tegenover elkaar te stellen. Zoals vaker bij Hem, gaat dit verhaal niet in de eerste plaats over mensen, maar over God. Jezus herkent in het gebaar van deze arme weduwe de houding van God zelf tegenover ieder van ons. De weduwe gaf twee muntjes, alles wat zij bezat, alles waarvan zij moest leven. Evenzo schenkt God ons elke dag alles wat Hij heeft: zijn vriendschap, het volle leven, alles wat Hemzelf drijft.
Deze parabel gaat dus niet over de kwantiteit van onze vrijgevigheid ('Moeten wij niet méér geven?'), maar over de kwaliteit van Gods vrijgevigheid en ons antwoord daarop: 'Met welke ingesteldheid van hart beantwoorden wij Gods vrijgevigheid?'
Rijken denken soms dat zij veel geven, maar hun vrijgevigheid komt dikwijls uit hun overvloed en kost hen niet zoveel. Zij behouden hun veiligheid, zonder gevaar dat zij zelf veel verliezen. Jezus wil ons leren dat God niet geeft zoals de rijken, maar zoals de arme weduwe. Hij schenkt ons niet enkel uiterlijke weldaden; Hij geeft ons zijn hart en zijn vriendschap. Daarmee loopt Hij het risico dat wij zijn aanbod van liefde afwijzen. Toch engageert God zich volledig en geeft zichzelf totaal.
Wie echt wil geven, geeft zoals God; zichzelf, volledig en al.
Wij kunnen soms lang aarzelen voor wij onszelf écht geven, volledig. Tot dan blijven wij onvoldaan en krampachtig, want geen enkele uiterlijke rijkdom kan ons van buitenaf tot zelfgave dwingen. Wij komen er alleen toe onszelf echt te geven vanuit dankbaarheid – uit de ervaring dat wij zelf al zoveel vriendschap, levenskansen en tekenen van liefde hebben ontvangen van God. Alleen een dankbaar hart kan zich werkelijk geven.
Door het voorbeeld van de arme weduwe te benadrukken en ons zo iets over God te leren, nodigt Jezus ons vandaag uit om mensen te worden naar het hart van zijn Vader, die niet vanuit de hoogte iets van zijn rijkdom weggeven, maar die zichzelf dankbaar en volledig wegschenken.
Laten we bidden
Goede God,
dankbaar kijken wij naar U, in ons hart, in de ander, in de schepping. Uw zelfgave is zo totaal, helemaal gericht op de ander, op ieder van ons. Open ons hart voor U, voor uw Zoon. Geef dat wij van U mogen leren ons volledig toe te vertrouwen aan hen die U ons toevertrouwt, aan alles wat U ons geeft. Maak ons deelgenoot van uw liefde, opdat de wereld U mag ontmoeten door ieder van ons.
Om deze genade bidden wij U, in Christus, onze Heer.
Amen.
Geliefde mensen, mogen wij, verbonden met Christus, onszelf geven aan de Kerk en wij als Kerk aan de wereld, zoals God zich dagelijks aan ieder van ons schenkt.
Om mee op weg te gaan
Het is zondag. Misschien heb je vandaag wat meer tijd dan anders. Trek je terug op een rustige plek en overdenk de houding van de arme weduwe. Leg het hele gebeuren op je eigen leven. Stel jezelf de vraag: wat kan ik van deze vrouw leren? Of anders gezegd: wat wil Jezus mij leren door dit evangelie?
Hoe kunnen mensen die weinig of geen liefde hebben ontvangen van hun medemensen een ervaring opdoen van de liefde van God om dan zelf echt te geven?
BeantwoordenVerwijderen