dinsdag in de 15e week door het jaar
WAAR HET HART NOG MOET RIJPEN
We lezen vandaag verder uit het boek Exodus, als vervolg op de aangrijpende afsluiting van de lezing van gisteren. Daar lazen we hoe de farao, uit angst voor het groeiende volk Israël, zijn onderdanen beval om alle pasgeboren jongetjes van de Hebreeën in de Nijl te werpen. De meisjes mochten in leven blijven. Vandaag volgt een bekend en indringend vervolg: hoe een moeder haar zoon redt, hem in een rieten mandje op het water legt, en hoe dat kind door de dochter van de farao wordt gevonden, de naam Mozes krijgt en als haar eigen zoon wordt opgevoed. Eigenlijk is het een wondermooie scène van stille redding.
Maar dan maakt de tekst een scherpe bocht. De jonge Mozes groeit op en wordt op een dag geconfronteerd met het onrecht waaronder zijn volk gebukt gaat. Hij ziet hoe een Egyptenaar een Hebreeër slaat, en in een opwelling slaat hij de Egyptenaar dood. De grote Mozes die later het volk zou bevrijden, pleegt hier zelf een moord.
Is dit de man die God zou roepen? Is dit de weg die leidt naar bevrijding? De Schrift is helder: “U zult niet doden.” Het geweld van Mozes is geen daad van gerechtigheid, het is een onrijpe reactie. Een uitbarsting van een idealisme dat nog niet geleid wordt door God, maar door innerlijke woede en impulsiviteit.
Toch is dit geen reden om Mozes af te schrijven. Hij is, zoals zovelen onder ons, een mens onderweg. Zijn geloof is nog jong en ongericht, snel geraakt door wat hij ziet. Misschien herkennen we daarin iets van onszelf in onze jonge jaren. Toen we brandden van overtuiging en tegelijk soms onbezonnen handelden. Toen we intuïtief voelden wat goed was, maar nog niet wisten hoe we het moesten leven. Het is de fase van een puberend geloof: vol vuur, maar niet altijd wijs.
God wacht. Mozes moet rijpen. Hij moet leren luisteren, bidden, leven in Gods nabijheid. Pas in de stilte van de woestijn, ver van het lawaai van het hof, zal hij God ontmoeten in het brandende braambos. Pas dan zal zijn vurigheid getekend zijn door gehoorzaamheid, zijn woede omgevormd tot mededogen, zijn kracht gedragen worden door de stem van God.
Zo gaat het ook met ons. Er is een moment waarop wij inzien dat geloof geen verlengstuk is van onze plannen, maar een weg van toewijding. Wie volwassen wil worden in het geloof, moet leren afdalen in het eigen hart. Daar, in de stilte, komt de Geest ons tegemoet. Daar wordt onze vurigheid gezuiverd, onze drang tot handelen omgevormd tot beschikbaarheid. Daar leren we te zeggen: “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede.”
Dat vraagt tijd, en overgave. Leven met God is geen project dat wij uitdenken. Het is een pelgrimstocht van innerlijke overgave, van vallen en opstaan, van leren luisteren met het hart. De Schrift, het gebed, het zoeken naar Gods nabijheid zijn geen technieken, maar wegen naar waarheid. Wie deze innerlijke weg omarmt en verzorgt, zal - net als Mozes - op zijn tijd geroepen en gezonden worden.
In het evangelie van vandaag horen we Jezus klagen over steden die zijn wonderen hebben gezien en toch niet tot inkeer kwamen. Ook dat is een vorm van onrijpheid: het wonder zien en toch het hart gesloten houden. Mozes daarentegen, met al zijn fouten, had tenminste een hart dat bewogen werd door het lijden van zijn volk. Dat hart moest nog gevormd worden - maar het was wel open.
Moge ook ons hart open zijn. Niet enkel voor onze vurige dromen, maar voor Gods plan met ons leven.
Laten we bidden
Goede God,
U kent het vuur in ons hart,
de vurige dromen, de drang om te handelen.
Maar vaak lopen wij op U vooruit,
met onze plannen,
ons ongeduld en ons onrijp geloof.
Wek in ons de bereidheid om te groeien,
zoals U Mozes liet rijpen in de stilte.
Laat uw Geest ons hart zuiveren,
zodat ons handelen
niet voortkomt uit onbezonnenheid,
maar uit een liefde die in U haar oorsprong vindt.
Niet wat wij willen, Heer, maar wat U verlangt -
dáárin willen wij leven.
In Christus, onze Heer.
Amen.
Geliefde mensen, moge onze toewijding voortkomen uit innerlijke diepte, en onze keuzes gedragen worden door wijsheid van boven. Moge ons leven steeds meer afgestemd raken op wat God in ons tot voltooiing wil brengen.
Een toegewijde dinsdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe vaak maken we keuzes vanuit een geloof dat nog volop in groei is? Misschien is het de moeite waard om eerst stil te worden en dieper te luisteren naar wat er in ons leeft. Waar zijn we nog onrijp, en wat vraagt er om verder te rijpen in Gods licht? Laten we niet te snel handelen, maar ons laten vormen in de stilte waarin Hij ons nabij is.
God roept, God spreekt. Door mensen die op onze weg komen, door het wereldgebeuren, door onze levensomstandigheden van elke dag. Hij is duidelijk. Onderscheiding is nodig. En blijdschap om in zijn dienst te mogen staan. Ieder heeft een plaats in zijn koninkrijk (op aarde). Bidden 'uw wil geschiede' houdt in dat we bereid zijn die wil dank ook te doen. Hij heeft ons zijn wil bekend gemaakt in het evangelie.
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Kris voor je uitleg. K vond het vandaag een zeer moeilijk evangelie maar je hebt het heel duidelijk omgezet in begrijpbare en bruikbare vertaling
BeantwoordenVerwijderen