woensdag in de 13e week door het jaar
GODS ERBARMEN VOOR IEDER MENS
(Bij Gen 21, 5.8-20)
Beste mensen, onlangs lazen we het verhaal over de geboorte van Ismaël, de zoon van Abram en Hagar, de Egyptische slavin. Saraï had haar aan Abram gegeven omdat ze zelf onvruchtbaar was (Gen 16).
Na een tussentijd van veertien jaren gaat de geschiedenis verder in het geboorteverhaal van Isaäc, de zoon van de belofte, geboren uit Abraham en Sara. Er zitten gelijke elementen in beide verhalen waarin een spanningsveld sterk aanwezig is tussen de twee vrouwen. Hoe menselijk is dit. Ismaël die intussen 14 jaar is, speelt hier ook een rol. Hij lacht spottend als Abraham een feest geeft bij de geboorte van Isaac.
In beide verhalen komt Hagar in de woestijn terecht met haar kind. In het eerste verhaal als baby, en in het tweede verhaal als opgroeiende knul, al wordt dat niet duidelijk vermeld. (Het is ook maar de vraag of Hagar twee keer in de woestijn is geweest). Verhalen kunnen door mondelinge overleveringen veranderen).
Het drama van alle verhaalfiguren is groot.
We kijken naar de gedupeerde mensen
HAGAR. Welke vrouw kan zich niet indenken in wat Hagar heeft moeten doorstaan, tot tweemaal toe, de eerste keer door te vluchten, en de tweede keer door weggestuurd te worden de woestijn in met wat eten en drinken. Overleven in een woestijn, is bijna onmogelijk.
ISMAËL heeft spottend gelachen. Nooit eerder is me bij dit verhaal opgevallen dat niet Hagar spottend lachte, maar haar zoon, Ismaël. Hij moet dan een veertien jaar zijn geweest, niet een baby zoals het in dit tweede verhaal lijkt te zijn.
ABRAHAM. Het zou je maar gevraagd worden door de Heer zelf: om de keiharde wens van Sara te vervullen om Hagar met zijn eigen zoon weg te sturen. Hoe kon de Heer dit van hem vragen?
SARA. Wat was ze blij toen, de belofte van de Heer waarheid werd en op haar oude dag toch de beloofde nakomeling geboren werd, Isaäk. Sara zei: God maakte dat ik kon lachen. Het was het omgekeerde van de spottende lach van Ismaël.
Die spotlach was het laatste wat Sara verdragen kon nu zijzelf, op hoge ouderdom en na jaren onvruchtbaarheid toch het beloofde kind heeft mogen baren. Sara vroeg dringend aan Abraham om Hagar en kind weg te jagen. Het betrof zijn eigen zoon. Bijna niet te begrijpen dat de Heer tot Abraham zei dat hij de wens van Sara moest vervullen. Ismaël was namelijk de vrucht van zijn eigen zaad. Ongetwijfeld heeft hij veel van zijn eigen zoon gehouden.
God blijkt vreemde wegen te bewandelen. Maar de Heer zou de Heer niet zijn als Hij niet liet zien dat Hij een barmhartige en liefdevolle god is.
Treffend is het grote geloof van Abraham. Hij vraagt niets, hij gelooft in de stem die hij gehoord heeft, doet wat de Heer vraagt. En de Heer ziet de nood van Hagar en Ismaël die aan het einde van hun Latijn zijn en op het moment dat ze het bijna opgeven gebeurt het dat Hagars ogen geopend worden en er een bron in de buurt blijkt te zijn. De belofte van een groot nageslacht mag nu ook gelden voor Ismaël. Dat is wat er gebeurt. Niemand wordt uitgesloten, noch het nageslacht van Isaäc, noch het nageslacht van Ismaël.
Kijkend naar het wereldgebeuren zien we dat er vele richtingen zijn die elkaar bestrijden. We zijn als volkeren onderweg met elkaar. Er zijn wel goede tekenen, maar in feite zijn we er nog lang niet. Ook als we naar ons eigen leven kijken, zien we haken en ogen, die niet allemaal in passen op elkaar. We hebben zowel als wereldbewoners, als ook als gewone mensen onder elkaar nog veel te leren.
Laten we bidden zonder ophouden:
Goede Vader,
U die voor de nakomelingen van Isaäk en Ismaël ruimte hebt geschapen en hen tot groot volk hebt gemaakt, leid ook onze wereld waar zoveel versnippering is, en strijd, partijvorming, de een tegen de ander, de ander tegen de een. Leer ons hoe wij, met als enig ‘wapen’ de liefde, mogen leven. Wij bidden en smeken daarom door Jezus, uw Zoon, die iedereen Vrede wenst, en alle goeds voor alle, ja alle mensen.
Amen, ja amen!
Beste mensen, verspreid vrede op de plek waar je leeft, ongeacht of er tegenspel is. Moge liefde en vrede hand in hand gaan. Dat is wat we kunnen doen, op de plek waar je woont.
Ricky
Om mee op weg te gaan
Niet te veel praten over mensen die het niet goed doen. Soms zijn wijzelf ook niet volmaakt en niet helemaal gaaf. Laten we dat in alle eenvoud erkennen en belijden, en vervolgens elke dag weer opnieuw beginnen. Moge de Ene ons daarin bijstaan!
Laten wij allen bij het beluisteren en hetzelf vertellen van een verhaal met aandacht en zorgvuldigheid de juiste woorden kiezen om niet te oordelen en nog minder te veroordelen.
BeantwoordenVerwijderenDit kan bijdragen tot een innerlijke en rustige vrede...met erkenning van de stilte.
Aan iedereen een mooie vakantie toegewenst met veel wijsheid en laten wij het hoofd koel houden en ons hart fris voor elke unieke mede-mens.
Met dank aan Kris en Riky voor de dagelijkse inspiratie.
tja, het blijft toch een wonderlijk verhaal, met veel onderlinge spanning, dat verhaal van Hagar en Sara. zeker als je je realiseert dat alle Arabische moslims zichzelf, net als de Joden, de directe nazaten beschouwen van Abraham. via Ismael, hún stamvader.
BeantwoordenVerwijderen