maandag in de 15e week door het jaar
KIEZEN VOOR DE KANT VAN GOD
In een periode van ernstige hongersnood waren de zonen van Jakob met hun families naar Egypte getrokken. Daar hadden ze onder bescherming van Jozef, die in Egypte tot onderkoning was opgeklommen, een veilige plaats gevonden. Ze waren welkom, ze kregen ruimte om te leven en te werken. Maar generaties later verandert het klimaat. Er komt een nieuwe farao aan de macht, die Jozef niet gekend heeft — of die ervoor kiest om het verleden van vriendschap en dankbaarheid te negeren. Wat ooit gastvrijheid was, slaat om in wantrouwen. De Israëlieten, inmiddels geworteld in het land, worden niet langer als bondgenoten gezien, maar als een bedreiging. Het gastland waarin ze zich gevestigd hadden, verandert langzaam in een onderdrukkende macht.
De farao ziet hun aantal groeien en raakt verontrust. Niet door wat ze doen, maar door wie ze zijn. Hij ziet in hen geen mensen meer, maar een risico. De oplossing? Slavernij. En wanneer zelfs onderdrukking het volk niet klein krijgt, volgt de gruwelijke beslissing: elke pasgeboren jongen moet in de Nijl worden gegooid. Het gastland dat ooit leven bood, wordt een plek van dood.
Is dit verhaal echt verleden tijd?
Ook onze streken zijn ooit gastland geweest. In de jaren zestig en zeventig ontvingen we mensen uit Marokko, Turkije, Italië en Spanje. Ze kwamen op uitnodiging, om hier te werken: in de mijnbouw, in de fabrieken, in de schoonmaak en de bouw, sectoren waarin wij zelf vaak geen werk meer wilden doen. Hun inzet was onmisbaar voor onze economische bloei. En zoals dat gaat: mensen vestigen zich, stichten gezinnen, bouwen een bestaan op. Ze maken deel uit van ons land, van onze steden, van onze geschiedenis.
Maar terwijl de generaties elkaar opvolgen en deze mensen steeds meer deel gaan uitmaken van onze samenleving, groeit bij sommigen het verzet. De toon verandert. Wat begon als gastvrijheid, slaat om in achterdocht. Groeperingen die zich ‘bezorgd’ noemen, verspreiden manifesten en pamfletten over ‘omvolking’, over ‘eigen volk eerst’, over ‘terugkeerbeleid’. In het beste geval bedanken ze deze mensen nog voor hun bewezen diensten, maar maken tegelijk duidelijk dat het nu welletjes is geweest. Ze mogen weer vertrekken. Meer nog: ze worden neergezet als lastposten, als een probleem dat opgelost moet worden. Er wordt opnieuw gerekend: hoeveel zijn het er? Wat kosten ze ons? Hoe verschillend zijn ze van ‘ons’?
De Bijbel leert ons met een andere blik kijken. Het volk Israël wordt onderdrukt net op het moment dat het groeit. Maar juist in deze fase zal God zich laten kennen als de Bevrijder. Hij kiest geen kant voor de sterke machthebber, maar voor het volk dat gemarginaliseerd wordt. Niet voor de farao met zijn angstige berekeningen, maar voor de slaven die roepen onder het juk. Natuurlijk zijn de mensen met buitenlandse roots in onze samenleving geen slaven zoals toen in Egypte — dat zou een onjuiste vergelijking zijn. Maar ook vandaag zien we hoe groepen mensen worden geminacht, verdacht gemaakt of weggeduwd, alleen omdat ze ‘te talrijk’ zijn of ‘anders’. En telkens opnieuw, in elk tijdperk, staat God aan de kant van wie zo behandeld wordt.
Wat vraagt God van ons? Dat we ons niet laten leiden door angst voor wie anders is, maar ons hart openen voor een samenleving waarin we werkelijk samenleven. Geen samenleving die de ander met moeite verdraagt, maar een samenleving waarin mensen elkaar ontmoeten en erkennen als medeburgers, als medemensen. Waar solidariteit geen gunst is, maar een plicht. Waar we erkennen dat wie hier woont, hier ook thuishoort.
En dan zijn er nog de velen die vandaag alles achterlaten om te ontkomen aan oorlog, vervolging of uitzichtloze armoede. Ze kloppen aan bij de grenzen van Europa. Ze hopen op een veilig onderkomen, op een toekomst voor hun kinderen. Vaak worden ze geconfronteerd met harde politieke beslissingen, trage procedures of kille cijfers. We horen spreken over quota, opvangcapaciteit, draagvlak — maar zelden over hun gezichten, hun verhalen, hun pijn. De vluchteling van vandaag is geen probleem, maar een mens. Geen bedreiging, maar een broeder of zuster in nood. Ook in hen komt God ons nabij. Hoe wij hen ontvangen, zegt veel over wie wij zijn — niet alleen als land, maar ook als gelovige gemeenschap.
Vandaag zegt Jezus: "Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard." Wie Hem wil volgen, moet zijn kruis opnemen. Dat kruis is geen romantisch symbool. In de context van de eerste lezing van vandaag kan dat heel concreet betekenen: opkomen voor wie gemarginaliseerd wordt, ook als dat weerstand oproept. "Wie zijn leven probeert te behouden, zal het verliezen", zegt Jezus. Misschien geldt dat ook voor samenlevingen die koste wat het kost hun ‘oude identiteit’ willen vasthouden. Maar wie bereid is te geven, te delen, te ontvangen, zal ontdekken wat het betekent echt te leven.
Jezus zegt ook: "Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen, maar het zwaard." Natuurlijk is dit zwaard niet letterlijk bedoeld. Jezus roept niet op tot geweld of verdeeldheid omwille van de verdeeldheid. Het zwaard waarover Hij spreekt, is een beeld voor de scherpe keuze waartoe het Evangelie uitnodigt. Het doorbreekt het idee van vrede als louter rust, stabiliteit of het uit de weg gaan van conflicten. De vrede van Christus is geen stilte die onrecht laat voortwoekeren, maar een waarheid die confronteert. Het is een vrede die oproept tot gerechtigheid. Het Evangelie leidt ons niet naar gemak, maar naar omkeer van hart en leven. Een samenleving die die vrede zoekt, is niet bang voor verschil, maar zoekt het gelaat van God in elke mens.
En vaak begint dat met iets eenvoudigs. Een beker koel water geven aan wie dorst heeft. Een hand uitsteken naar wie buitenstaat. Een stem geven aan wie zwijgt. Zo wordt het kruis gedragen, de liefde bemind, en de wereld opnieuw menselijk.
Laten we bidden
God van het Verbond,
U vergeet niet wie verdrukt worden,
en U sluit niemand uit die aanklopt.
Leer ons de ander niet te vrezen,
maar als broeder of zuster te ontvangen.
Schenk ons ogen die uw gelaat herkennen
in wie geminacht, verdreven of vergeten wordt.
Maak ons moedig om het kruis op te nemen
waar gerechtigheid botst met gemak.
Laat uw vrede groeien in ons midden,
niet als stilte, maar als levend teken van Uw liefde.
In Christus, onze Broer en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, mogen we de moed vinden om ons te scharen aan Gods kant, daar waar mensen worden geminacht en vergeten.
Een toegewijde maandag,
kris
Om mee op weg te gaan
Draag jij in je hart het verlangen naar een vrede die recht doet aan elke mens? Hoe zou die vrede er vandaag concreet kunnen uitzien, in jouw omgeving, in jouw keuzes? Wie verdient er net iets meer aandacht, een woord van erkenning, een uitgestrekte hand? Daar wordt Gods nabijheid zichtbaar, voor hen én voor jou.
In mijn beleving kan ik maar een vredebrenger zijn als ik zelf geworteld ben in innerlijke vrede. Dat is een dagelijkse opdracht voor mij.
BeantwoordenVerwijderenJawel die Vrede diep in ons hart Aanwezig laten doorstromen naar élke mens die Hij op ons pad brengt ! Daarvoor uit Zijn Kracht putten in gebed ,meditatie. H.Eucharistie
VerwijderenZoek de vrede en jaag die na. Dat betekent ook dat, in dit geval de overheid, grenzen dient te stellen aan het geweld. Persoonlijk engagement om het goede te doen is iets anders dan besturen. Wetteloosheid veroorzaakt chaos, ellende, de macht van de sterkste, overheersing, no go zones, lijden en dood.
BeantwoordenVerwijderenAl eens geprobeerd om elke 'vreemdeling' die je tegenkomt vriendelijk te groeten en ook eens aan te spreken? Het doet wonderen! Als eens neergezeten op de grond naast een dakloze? Je staat versteld van de reactie. Het zou de 'normale' manier moeten zijn van christenen om met vreemdelingen om te gaan. Gebed, eucharistie, meditatie enz... zijn goede en noodzakelijke dingen, maar kunnen enkel vruchtbaar zijn als ze 'vertaald' worden in concrete daden, ieder volgens eigen mogelijkheden. Het evangelie nodigt uit tot radicaliteit = 'meer dan het gewone'.
BeantwoordenVerwijderenJa uit eigen kracht als zwakke mens zou ik het ook niet kunnen ! Angst en egoïsme beletten het !
VerwijderenJa, wij zijn misvormd door altijd maar te moeten horen dat we kleine, zwakke mensen zijn. Op den duur ga je het nog geloven ook. Jezus spreekt andere taal: Hij bevestigt iedere christen: GIJ zijt het licht van de wereld, GIJ zijt het zout der aarde. En Paulus voegt er nog aan toe: Gods Liefde (zijn kracht) is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken. Als we eens vanuit deze principes leven en werken. We hebben zo veel in handen (en hart) waarmee we de wereld kunnen intrekken. Ja, christen zijn is een boeiend leven!
Verwijderen