donderdag in de 14e week door het jaar

GEZONDEN TOT VREDE

De lezingen uit het boek Genesis, zoals de liturgie deze dagen aanbiedt, zijn niet eenvoudig. Ze vragen om herlezing om te begrijpen wat er staat. Dat vraagt enige inspanning, maar het vergt de moeite.

Vandaag horen we hoe Juda, met een zekere bewogenheid, het woord neemt. Hij smeekt om genade voor Benjamin en biedt zelfs aan om in diens plaats als slaaf in Egypte te blijven. Die broederlijke zelfgave, die bereidheid om zijn eigen leven op het spel te zetten, raakt Jozef diep. Dat wordt het kantelpunt. Hij kan zich niet langer beheersen, laat iedereen weggaan, maakt zich aan zijn broers bekend en barst in tranen uit. “Ik ben Jozef,” zegt hij, “jullie broer, die jullie verkocht hebben.” Pijnlijk. Het verleden haalt hen allen in. En toch komt er geen verwijt over zijn lippen – alleen waarheid: dat God hem vóór hen uit heeft gestuurd om hun leven te redden. Daarmee opent hij een weg van vergeving, van redding, van herstel.

Wat moet het voor die broers zijn geweest om hun verleden opnieuw onder ogen te zien. Ze hadden Jozef destijds de rug toegekeerd, verkochten hem als slaaf, en lieten hun vader achter in verdriet. En nu staan ze voor diezelfde Jozef, machtig geworden, vol mededogen. Hun angst is voelbaar. Maar het is de liefde die het laatste woord krijgt. Jozef had het recht om hen aan te klagen. In plaats daarvan nodigt hij hen uit om dichterbij te komen. Hij kiest ervoor om te vergeven. Hij maakt een bewuste keuze voor geheelde verbondenheid.

Ook vandaag dragen veel mensen breuken in hun familie. Misschien herken je jezelf, of je eigen familie, in dit verhaal: een onuitgesproken onenigheid, een blijvende, pijnlijke verwijdering, jaren zonder echt contact. Soms lijkt alles stilgevallen. Als de relaties al blijven bestaan, dan vaak op een laag pitje. De wonden zijn oud, maar blijven etteren.
De eerste lezing laat zien dat het anders kan. Niet vanzelf, en niet zonder innerlijke strijd. Maar als iemand, zoals Jozef, zijn hart werkelijk opent voor God en voor de ander, wordt er veel mogelijk.

Vergeving schenken, of vragen, vergt moed. Wat Jozef zijn broers uit kwaad deden in het verleden, is voor hem geen eindpunt, eerder een begin van iets nieuws. Vergeving maakt niet ongedaan wat gebeurd is, maar opent een nieuwe toekomst. De band wordt niet hersteld zoals hij was, maar opnieuw geboren, vaak door tranen heen, maar heel reëel, en vooral: heel bevrijdend.

Vanuit deze ervaring van vergeving en verzoening klinkt het evangelie vandaag als een zending voor ieder van ons. Jezus zendt zijn leerlingen uit om precies dat te doen wat bij Jozef is gebeurd: situaties genezen, innerlijk helen, vrede brengen. Jezus vraagt aan de leerlingen niets mee te nemen, behalve de gave die zij zelf hebben ontvangen: Gods nabijheid, Gods barmhartigheid. Ze gaan ongewapend, zonder bezit, maar met een hart dat uit is op heling.

Wij allen, persoonlijk en als Kerk, dragen deze zending: een gemeenschap die gezonden is om verzoening te brengen. Waar mensen elkaar vasthouden in verwijten of zichzelf blijven veroordelen, moet de Kerk getuigen van een God die ruimte maakt voor herstel. Die boodschap is kwetsbaar, en wordt niet altijd ontvangen. Jezus weet dat. Soms moeten zijn leerlingen verdergaan, zo lezen we vandaag, het stof van hun voeten schuddend. Toch moet de Kerk telkens weer opnieuw zoeken naar huizen en gemeenschappen waar vrede kan groeien.

Het koninkrijk van God is nabij, waar mensen elkaar (weer) aankijken als broers en zussen die door God aan elkaar zijn toevertrouwd.

Laten we bidden

Goede God,
U kent de breuken in ons leven,
de stiltes die zijn gegroeid tussen mensen,
de woorden die niet meer gezegd worden.
Soms dragen we oud verdriet,
of leven we verder
met banden die beschadigd zijn.
Toch geloven wij dat U wegen opent
waar wij zelf geen uitweg meer zien.
Schenk ons het hart van Jozef,
dat niet veroordeelt, maar vergeeft.
Schenk ons het woord van Juda,
dat opkomt voor de ander.
Zend ons, net als uw leerlingen,
als mensen van vrede.
In Christus, onze Broer en Heer.
Amen.

Geliefde mensen, moge Gods nabijheid tastbaar worden in onze omgang met elkaar.
Een vredevolle donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Sta stil bij de wonden die je met je meedraagt: ze dragen vaak de sporen van stilte en eenzaamheid. Kun je God daarin welkom heten, zoals Hij is: mild, nabij en troostend? Daar groeit misschien, in zijn stille aanwezigheid, het verlangen naar verzoening. Een eerste woord, een kleine stap, een open hand: het lijkt weinig, maar het is genade. Wie in kwetsbaarheid de ander opzoekt, opent de deur naar vrede.

Reacties