11 juli - H. Benedictus, abt

NEDERIGHEID ALS WEG TEN LEVEN

De lezingen van vandaag spreken tot wie zoekt, luistert en verlangt. “Als je zoekt naar wijsheid als naar zilver, als naar een verborgen schat, dan zul je ontdekken wat ontzag voor de Heer is.” Het is een belofte aan de zoeker, niet aan de snelle denker. Wijsheid is niet een kwestie van scherpzinnigheid en tempo, maar van loskomen en toewijding. Wie afdaalt in zichzelf, in stilte, in gebed, komt op het spoor van Gods verborgen aanwezigheid.

De leerlingen zeggen tot Jezus: “Wij hebben alles achtergelaten en zijn U gevolgd.” Jezus antwoordt Petrus niet met een gemakkelijke belofte, maar met een visie op een nieuw bestaan, waarin het ware leven begint bij het prijsgeven van wat je vasthoudt in het licht van eigenbelang. Alles wat losgelaten wordt omwille van God, krijgt een onvergelijkbare vruchtbaarheid. Geen verlies is tevergeefs als het gedragen wordt in liefde.

Vandaag vieren we het feest van de heilige Benedictus. Geen man van grote woorden, eerder een man van de weg. Een weg die doorheen de eeuwen velen gevormd heeft tot leerlingen van de Heer, tot mensen van stilte, gemeenschap en inkeer. Hij heeft een Regel nagelaten die door de eeuwen heen miljoenen mensen heeft gevormd tot een levenshouding van aandacht, innerlijke diepte en standvastige navolging van Christus. In deze Regel biedt hij geen ideaalbeeld aan, maar een concrete levensvorm, doordrenkt van wijsheid en gericht op volgehouden overgave.

Zo spreekt hij in het zevende hoofdstuk over de nederigheid als een weg naar innerlijke waarheid en liefdevolle eenheid met God. Hij gebruikt daarvoor het beeld van een geestelijke trap bestaande uit twaalf treden. In de leestip van vandaag wordt dieper ingegaan op deze geestelijke weg en op de betekenis van de afzonderlijke treden.

Op het eerste gezicht lijkt de trap een klim naar boven, een stijging tot hemelse hoogten van waaruit de ware wijsheid ontvangen zal worden. Maar wie de tekst aandachtig leest, merkt dat het in wezen gaat om een beweging naar binnen. Het is een weg van geleidelijke onthechting, van waarheidsliefde, van loskomen van het eigen ik. De ladder van Benedictus daalt af tot op de bodem van het hart, naar de plek waar alle façade verdwijnt.

De trappen van deze nederigheid zijn geen uiterlijke gedragsregels, maar stappen van innerlijke groei. Ze voeren ons tot ware gehoorzaamheid, door het aanvaarden van grenzen, door geduld in tegenspoed, door eerlijkheid over eigen zwakheid. Ze leren ons beheersen in het spreken, luisteren met het hart, en jezelf kleiner achten zonder zelfverachting.

Het is geen trap van morele inspanning, maar van geleidelijke leegte. Benedictus nodigt uit tot een leven waarin Gods Geest werkelijk alle ruimte krijgt. Elke trede maakt een mens minder vol van zichzelf en meer beschikbaar voor Gods heilige Gloed, zijn Geest die van binnenuit alles herschept. Het gaat over een afdalen in een innerlijke ruimte waarin God zich kan openbaren en waar Hij je – in Christus – opneemt in zijn liefde.

Benedictus eindigt dat hoofdstuk met een beeld van de monnik die, wanneer hij alle treden is afgegaan, niet vol is, maar vrij is. Zijn hart is zacht geworden. Hij is opgenomen in een liefde die alle zelfverheffing en eigen verdienste heeft gebannen. Het gaat dus niet over een klimtocht in eigen kracht, maar over een langzaam toestemmen, een loslaten, een ontvankelijk worden voor het werk van God in de mens.

We mogen zeggen dat de trapleer van Benedictus en de lezingen van vandaag elkaar ontmoeten. Wie biddend – in het zachte vuur van de Geest – zoekt naar wijsheid, zal haar vinden. Wie alle eigenbelang achterlaat om tot deze wijsheid te komen, zal een vruchtbaarheid ontdekken die beeld draagt van God: getekend door overgave en verbondenheid met Hem.

Laten we bidden

God,
U die ons roept in de stilte,
open in mij een ruimte die U kan ontvangen.
Neem weg wat mij vasthoudt aan mijzelf.
Laat mij wonen in uw nabijheid
en groeien in het licht dat van U komt.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Geliefde mensen, moge ons hart de weg naar binnen vinden, waar de stilte spreekt en Gods nabijheid groeit tot leven.
Een toegewijde vrijdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Hoe is het gesteld met jouw weg naar binnen? Zijn er sporen van een hart dat leert loslaten en luisteren? Zou je het kunnen opbrengen om in je dagritme ruimte te maken voor echte stilte? Kun je bevroeden dat juist daar iets van God in jou tot leven wil komen?

Reacties

Een reactie posten