vrijdag in de 15e week door het jaar
UITTOCHT EN BARMHARTIGHEID
Op het eerste gezicht lijken de lezingen van vandaag haaks tegenover elkaar te staan. In de eerste lezing horen we God zeggen dat Hij alle eerstgeborenen in Egypte zal doden, van mensen tot vee. Dat klinkt ruw en meedogenloos, en laat ons met afschuw achter. En dan, in het evangelie, horen we Jezus zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Wat voor God is dit, die in de ene tekst spreekt over dodelijk ingrijpen en in de andere over barmhartigheid als het hoogste goed?
Ook de plagen die voorafgingen, zoals je kunt lezen in hoofdstukken 7 tot 12, komen hard binnen. In de lezing van vandaag worden ze samenvattend aangeduid als ‘wonderen voor de farao’. Het zijn geen neutrale tekenen, maar ingrepen die de macht van Egypte ondergraven. De ene plaag na de andere wil de farao tot inkeer brengen.
Plaagt God dan mensen? - kun je je afvragen? Waar is zijn barmhartigheid? Waar zijn genade? Het is goed om zulke vragen te stellen. Ze zijn niet ongepast. Ze komen niet voort uit ongeloof, maar uit het verlangen om God werkelijk te leren verstaan. Ze zijn het begin van geestelijk inzicht.
Laat dit voor alles duidelijk zijn: de God van Israël is geen God die met geweld speelt. Wat hier verteld wordt, is geen letterlijke geschiedenis, maar geloofstaal. De Bijbelse auteurs gebruiken ruwe beelden om te zeggen dat bevrijding niet vanzelf komt, en dat God niet zwijgt bij onrecht. Deze verhalen zijn geen verslagen van feiten, maar doorleefde getuigenissen van een volk dat gered werd. Natuurlijk heeft God geen kinderen vermoord - dat mogen we echt niet zo lezen. Het neerschrijven van de dood van de eerstgeborenen is in hun beleving een beeld van de totale ineenstorting van het systeem dat hen gevangen hield.
Hoe ziet die vrijheid eruit in het licht van het evangelie van vandaag? Jezus wandelt met zijn leerlingen op sabbat door de korenvelden. Ze hebben honger en plukken aren. De Farizeeën zien regels die overtreden worden. Jezus ziet mensen. Hij wijst op David, op de priesters, op het Woord zelf: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Jezus wil zijn leerlingen bevrijden van, en behoeden voor, een nieuwe slavernij: die van een godsdienst die mensen bindt in plaats van bevrijdt. Hij roept op om te leven naar de geest van de wet, niet naar de letter ervan. Het enige dat Hij vraagt, is barmhartigheid - zoals de Vader, en ook Hijzelf, dat is.
Vandaag is het aan ons: zijn we als de farao, gesloten voor Gods uitnodiging? Of als de leerlingen, hongerig en open? Zijn wij bereid om te leven als mensen die vertrouwen op Gods bevrijdende liefde, die barmhartigheid boven alles stellen?
De uittocht is geen verhaal van toen. Het is een uitnodiging vandaag. En Jezus is het levende Lam dat voorgaat - niet in geweld, maar in erbarmen.
Laten we bidden
Heer, onze God,
U bent geen God van geweld,
maar van erbarmen.
Breek in ons wat verhardt,
verlicht wat verduistert,
en open in ons wat gesloten is.
Bevrijd ons van alles wat ons knecht,
en leer ons leven naar de geest van uw Woord.
Maak ons tot mensen van barmhartigheid,
zoals U barmhartig zijt -
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Geliefde mensen, mogen wij groeien in vertrouwen op Gods bevrijdende liefde, en elkaar bewaren in de geest van barmhartigheid.
Een toegewijde vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Wat in jouw leven leeft nog in gevangenschap? Welke gedachten, gewoonten of wonden vragen om bevrijding? Mag Jezus je komen aanraken? Ben je bereid Hem welkom te heten, ook in deze vaak verborgen plekjes van je leven?
Wat hier verteld wordt, is geen letterlijke geschiedenis, maar geloofstaal .
BeantwoordenVerwijderenDank voor de wijze woorden altijd. Maar vandaag heb ik moeite dat je zegt , dat de eerstgeborenen niet zijn gedood, dat God dat niet doet. Er staan zoveel verhalen in het O T , dat God de dood toelaat Zelfs toen Jezus geboren was , werden er talloze jongetjes vermoord…….
VerwijderenGod is zeker barmhartig, maar geen goed zak
Hij laat niet met zich spotten
het blijft toch heel pijnlijk dat zovelen dit soort teksten als historisch ware gebeurtenissen lezen en naleven. dat zie je nu in in de gruwelen van Gaza. laten we bidden om barmhartigheid, zowel voor de daders als voor de slachtoffers
VerwijderenIk sluit mij helemaal bij de eerste reactie van anoniem aan , groet Wim
BeantwoordenVerwijderenLet op `t verschil, God, heeft mij geschapen, mijn lichaam is tijdelijk, en gaat dood, maar de jongetjes in Bethlehem, werden gedood door een mens! met vrije wil!Je vrije wil is jouw hoogste goed, is niet in regels vast te leggen, door mensen.
VerwijderenGod is zeker geen goedzak. Maar dat Hij gewild zou hebben dat de kindermoord in Bethlehem plaatsvond, durf ik toch in twijfel te trekken. Dat Hij het toeliet, staat vast — zoals Hij ook vandaag het kwaad in Gaza toelaat. Toelaten in de zin dat het een gevolg is van de menselijke vrijheid: de mens die zijn gekregen vrijheid misbruikt door het kwaad meer lief te hebben dan God.
BeantwoordenVerwijderenZo denk ik dan.
Zo voel ik het ook aan.
VerwijderenDe liturgie maakt vandaag een sprong van hoofdstuk 3 van het boek Exodus naar hoofdstuk 11. Dat is bewust. Gisteren nog zei de Heer dat farao hen niet zou laten gaan. Dan kwamen vele kwellingen over Egypte. Die slaat de liturgie allemaal over. Vandaag gaat het over het Paasmaal dat de uittocht en de bevrijding van Israël in gang zet. Het mooie van Exodus is dat Israël zelf niets doen moet. Ook bij de doortocht door de Rietzee slaat Israël niemand neer. Het is God die Israël redt. De achtervolgende Egyptenaren komen om in het water, ze worden niet gedood door Israëls wapens. Anders dan vaak wordt gedacht, was de uittocht uit Egypte ook niet een soort goddelijke staatsgreep en evenmin ging het alleen om de bevrijding van het volk uit een op politieke gronden opgelegde slavernij. Uiteindelijk ging het om VERERING, om het vestigen van een heilige familieband tussen God en het volk door middel van een verbond. Ex. 4, 22-23 zegt: 'En dan moet gij tot farao zeggen: Israël is Mijn eerstgeboren zoon. Ik had u bevolen Mijn zoon vrij te laten vertrekken om Mij te vereren'. Israël is Gods eerstgeboren zoon. Daarom moeten de eerstgeborenen van Egypte weg, omdat Egypte verhindert dat Israël een gemeenschap is die God eert. En daarom dient het Paasmaal: het bloed van het Paaslam aan de deurposten van Israëls huizen zal Israël redden. Je kunt natuurlijk zeggen: Moesten die arme mensen daarvoor dood, om Israël te redden? Maar gelukkig leven we in het Nieuw Testament. Jezus is het nieuwe Paaslam wiens bloed ons allemaal redt van de dood. Het Paaslam moest in dezelfde nacht GEGETEN worden, anders vielen Israëls eerstgeborenen ook in de dood. Wij mogen en moeten Jezus' heilig lichaam en bloed eten en drinken om gered te worden van de eeuwige dood. Het Oude Testament is maar voorafbeelding, het Nieuwe Verbond in Jezus' bloed is een werkelijkheid die altijd duurt. Jezus redt ons door het eten en drinken van Zijn eigen lichaam en bloed. Jezus is het nieuwe Paaslam. En dat is één van de elementen dat ons kan helpen om de heilige eucharistie te verstaan. Jezus brengt een nieuwe uittocht, niet meer één uit Egypte naar het beloofde land Kanaän, maar uit het beloofde land - Jezus zal sterven en ten hemel varen in Jeruzalem en dat was het beloofde land - naar het nieuwe beloofde land: de hemelse werkelijkheid.
BeantwoordenVerwijderen