Posts

Posts uit juli, 2024 tonen

donderdag in week 17 door het jaar

IN DE HANDEN VAN DE POTTENBAKKER (Bij Jer 18, 1-6) 'Jullie zijn in mijn handen als klei in de handen van een pottenbakker ', zo spreekt God vandaag door de profeet Jeremia. God is de pottenbakker, wij zijn de klei. Wij zijn geroepen om ons over te geven aan het scheppende werk van de pottenbakker. Zo zullen we die pot, of dat beeldje, worden zoals de pottenbakker het bedoeld heeft. Het verschil met echte klei is dat de mens 'nee' kan zeggen: 'nee' tegen het werk van God in jezelf. Wij hebben de vrijheid om van Hem weg te lopen, onze eigen weg te gaan en ons leven zelf in handen te nemen, alsof God niet bestaat. Het zou jammer zijn als we vergeten dat God met ieder van ons een bepaalde weg wil gaan. Want dat wil Hij wel degelijk. Ook met u. Hij wil dit met ieder van ons persoonlijk, maar ook met de Kerk als gemeenschap, én met de hele mensengemeenschap. Als we vandaag de wereld inkijken, zien we verschillende brandhaarden. Denk aan Oekraïne, het Heilige Land

woensdag in week 17 door het jaar

ONDERSCHEIDEN EN KIEZEN (Bij Mat 13, 45-46) Het koninkrijk van de hemel is als een koopman die op zoek was naar mooie parels. Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, verkocht hij alles wat hij had en kocht die parel. In deze korte parabel van Jezus worden we uitgenodigd tot spiritueel onderscheiden, zoals Ignatius van Loyola ons leerde. Vandaag gedenken en vieren wij Ignatius, die ons onderrichtte in het onderscheiden. Ignatius benadrukte dat ware wijsheid voortkomt uit het vermogen om te herkennen wat werkelijk van waarde is in ons leven. Waarin vinden wij onze ware roeping en vervulling? Het proces van onderscheiden, volgens de Ignatiaanse spiritualiteit, vraagt ons met aandacht naar onze innerlijke bewegingen te luisteren. Het gebed, geïnspireerd door de Geest, speelt hierbij een cruciale rol. In dit gebed kunnen we onze verlangens en gedachten voor God neerleggen en zijn leiding zoeken. Door te bidden om de verlichting van de Geest, kunnen we helderder zien wat ons d

dinsdag in week 17 door het jaar

WERK AAN DE WINKEL (Bij Mat 13, 36-43) Beste mensen, onkruid kan mooi zijn maar ook een inbreker in onze tuinen worden. Soms niet te beteugelen. Zaterdag jongstleden lazen we de gelijkenis van Jezus over het onkruid tussen de tarwe. De leerlingen vragen vandaag, - pas nadat alle mensen vertrokken waren -,  om uitleg over die parabel. Als ik de uitleg lees noemt Jezus de zaaier, (zichzelf?), de Mensenzoon. Als het ware degene die uiteindelijk het oordeel bij de voltooiing van de wereld zal vellen. De gedachte aan een eindoordeel zou schrik kunnen aanjagen, en is ook vaak daarvoor gebruikt, maar je mag het veel milder lezen. In het deel dat zaterdag is gelezen beschreef Kris al hoezeer de barmhartigheid van God mensen de tijd geeft om hun levens bij te stellen. Het is namelijk wel zo dat er, niet alleen het goede zaad in ons tot ontwikkeling is gekomen, maar dat de ‘vijand’ stiekem ook giftig zaad gedropt heeft. Niemand kan eraan ontkomen. Vroeger niet en ook nu zijn er legio mog

29 juli - Martha, Maria en Lazarus

OVER GELOOF EN MEDEDOGEN (Bij Joh 11, 19-27) Onderstaande overweging is naar woorden van aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag - 2024', uitgegeven bij Halewijn. Vandaag gedenkt de Kerk Marta, Maria en hun broer Lazarus. Zij vormen een familie van vrienden van Jezus, van wie de namen verschillende keren in de evangelies terugkeren. De manier waarop zij Jezus verwelkomen in hun huis maakt hen tot een model voor ons. Het evangelie van vandaag beschrijft een dramatisch moment in het leven van deze familie: Lazarus, die ernstig ziek was, is gestorven en Jezus gaat met zijn leerlingen naar hen toe. Marta verwelkomt Jezus door Hem tegemoet te gaan, terwijl Maria in het huis blijft zitten. 'Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn,' zegt Marta. Het lijkt een verwijt, maar het is in feite een geloofsbelijdenis, omdat zij weet dat Jezus' aanwezigheid leven geeft. Deze woorden van de zus van Lazarus brengen ons bi

zondag 17 door het jaar - B

GEDEELDE LIEFDE WORDT VERMENIGVULDIGDE VREUGDE (Bij Joh 6, 1-15) De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj. Allen hebben we honger. Honger, niet zozeer naar brood voor onze maag. Wij voelen veeleer een diepere honger: honger naar vrede en vergeving, naar geborgenheid, naar waarheid en echte liefde. Wie schenkt ons toch voor deze diepere verlangens verzadiging en nieuwe kracht? Misschien ervaren ook wij soms wel eens de ontmoediging van Jezus' leerlingen: "Waar moeten wij dát brood gaan halen?" Midden in het gevoel van machteloosheid treedt een jongen naar voren die zijn knapzak opendoet en vijf gerstebroden en twee vissen aanbiedt. Een klein gebaar dat veel teweegbrengt. Zoals dikwijls, is het ook hier de jeugd die de situatie redt: de jeugd namelijk die in ieder van ons steekt. Want hoezeer ook wij in een hoek van ons hart de twijfels van de ongelovige apostelen horen murmelen: "Wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?", toch herkenn

zaterdag in week 16 door het jaar

OVER DE DIEPTE VAN GODS GEDULD EN GENADE (Bij Mt 13, 24-30) Het evangelie van vandaag spreekt ons over Gods barmhartigheid en zijn eindeloos liefdevol geduld. En we mogen dankbaar zijn dat God zo handelt. Als Hij vandaag alle kwaad zou verwijderen, zou de wereld maar dun bevolkt zijn. Zijn liefde en het geven van genade betekenen dat zijn verdraagzaamheid met ons eindeloos is, zolang wij leven op aarde. Hij kan het, bij wijze van spreken, niet verdragen dat wij het verkeerde pad bewandelen. Daarom is Hij in Christus mens geworden om zieken te genezen en het gebrokene weer op te richten. Zoals geschreven staat in Matteüs 9, 12-13: 'Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: "Barmhartigheid wil Ik, geen offers." Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.' Dit geduld en deze barmhartigheid tonen Gods immense liefde voor ons. Hij ziet ons niet als verloren gevallen, maar als mensen met het poten

vrijdag in week 16 door het jaar

OVER HET SCHONE VAN DE DAGELIJKSE SCHRIFTLEZING (Bij Mat 13, 18-23) Laten we Gods Woord ontvangen zoals het bedoeld is: het Woord van God; Christus zelf. Dit Woord is niet beperkt tot de Schrift alleen, maar omvat alle momenten dat Christus – het Woord dat mens is geworden – ons aanraakt. Toch wil ik in deze overweging enkel focussen op het dagelijkse lezing en het biddend overwegen van de Schrift, zoals die ons gegeven wordt vanuit de liturgische kalender. Moge dit dagelijks Woord, ons door de Kerk geschonken, diep in ons hart doordringen, wortel schieten en tot groei en bloei komen. Laten we, bij het overdenken van het Woord, dit doen in de gloed van de heilige Geest. Hij is het immers die onze diepste binnenkant in de juiste gesteltenis brengt om het Woord werkelijk in genade te ontvangen en te beluisteren. Laten we eenvoudig en met diep geloof het Woord ontvangen, alsof God ons heel persoonlijk aanspreekt. Want zo is het: doorheen het Woord spreekt Hij ons - in Christus - aan,

25 juli - Jakobus

PELGRIMAGE (Bij de feestdag van de apostel Jakobus) Vandaag vieren we het feest van de heilige Jakobus, apostel; een heilige die velen heeft geïnspireerd tot pelgrimage naar Santiago de Compostella. Deze tocht, diep geworteld in de christelijke traditie, wordt gezien als een uitdaging om het eigen leven onder de loep te nemen, vaak ook uit dorst naar geestelijke groei of om tot belangrijke keuzes in het leven te komen. Laten we proberen de lezingen van vandaag te verbinden met de reis naar Santiago de Compostella. In de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs lezen we over de aarden pot waarin de schat van Gods kracht huist. Dit beeld roept de kwetsbaarheid van onze menselijke natuur op, en tegelijkertijd de glorie van Gods aanwezigheid in ons. De weg naar Santiago, met zijn fysieke en spirituele uitdagingen, wijst op deze dualiteit. Pelgrims worden voortdurend geconfronteerd met hun eigen zwakheden, maar ook - als het goed is - met momenten van goddelijke kracht en voorzienigheid

woensdag in week 16 door het jaar

BEN IK BESCHIKBAAR ? (Bij Jer 1, 4-10) In het boek Jeremia zijn we vandaag getuige van een mooi en intiem moment tussen God en de profeet. God onthult zijn plan voor Jeremia's leven en roept hem tot profeet. Jeremia voelt zich klein en onwaardig, niet in staat om de zware taak die voor hem ligt te volbrengen. Hij roept uit: 'Nee, Heer, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.' Dit gevoel van ontoereikendheid is iets waar we allemaal wel eens mee worstelen. We voelen ons vaak te jong, te oud, te onervaren of simpelweg niet bekwaam genoeg om de taken die God voor ons heeft, uit te voeren. We twijfelen aan onze capaciteiten en zijn geneigd te denken dat Gods roeping aan ons misschien beter gericht zou kunnen zijn aan iemand anders. Maar Gods antwoord aan Jeremia is ook een antwoord aan ons allen: 'Zeg niet: Ik ben te jong. Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat Ik je opdraag. Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan en je

23 juli - Birgitta van Zweden

H. BIRGITTA VAN ZWEDEN (Gal 2,19-20; Ps 34, 2-11; Joh 15,1-8) VERBONDEN BLIJVEN TOT VRUCHTBAARHEID Beste mensen, vandaag is het de feestdag van de heilige Birgitta van Zweden. We gaan kijken of we een verbinding kunnen vinden tussen haar leven en de teksten uit de liturgie (in de gewone volgorde van het kerkelijk jaar). Birgitta leefde van 1303 – 1373. Ze is onder andere mede bekend geworden toen ze in 1999 tot co-patrones van Europa is geworden, samen met Catharina van Siena en Edith Stein. Het zijn drie grote vrouwen geweest die zich ingezet hebben voor het geloof. Tegelijkertijd stonden ze ook met twee voeten op de grond, sociaal en kerkelijk bezorgd om mistoestanden, politiek bewogen. Alle drie hebben ze een leven geleid met een zeer intens beleefd geloof dat gepaard is gegaan met diep doorleefd lijden. Het thema van het lijden van Christus heeft een directe invloed gehad op hun gebedsleven, alle drie op eigen manier en ook vanuit een andere situatie. Als ik de eerste

22 juli - Maria Magdalena

OVER LOSLATEN EN ONTVANGEN (Bij Joh 20, 1 + 11-18) Wanneer Maria de Verrezene uiteindelijk ontmoet, zegt Hij: 'Houd Me niet vast' . Deze woorden zijn geen toevallige woorden; ze dragen een diepe inhoud die ons veel kan leren over hoe wij God - en uiteindelijk ook elkaar - kunnen benaderen. God overstijgt altijd de beperkingen van ons menselijk denken. In onze zoektocht naar Hem mogen we nooit veronderstellen dat we Hem volledig hebben begrepen of bezitten in een specifieke vorm. Elke ervaring van God is kostbaar, maar het is essentieel dat we ons niet vastklampen aan één enkele gestalte of voorstelling van Hem. Dit vraagt een houding van voortdurende bereidheid om onze beelden van God los te laten. Deze houding stelt ons in staat om Hem in steeds grotere volheid te ervaren. Dit loslaten vereist een geest van niet toe-eigenen én nederigheid. Het is een uitnodiging tot een open relatie met God, waarin we ons steeds opnieuw laten verrassen door zijn aanwezigheid op vaak onverwa

zaterdag in week 15 door het jaar

OVER VRIJHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID (Bij Micha 2, 1) Vandaag lezen we bij de profeet Micha: 'Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht.' Boze plannen ten uitvoer brengen ligt dus in de macht van degenen die kwaad in hun zin hebben. Laten we vandaag eens nadenken over het feit dat de mens schijnbaar van God de vrijheid heeft gekregen om het kwade ten uitvoer te brengen, terwijl God de Almachtige is en dus toch het kwaad uit de wereld zou kunnen bannen ... zo zou je kunnen denken. Veel mensen stellen zich inderdaad de vraag waarom God zoveel lijden (als gevolg van het kwaad) toelaat. Voor heel wat mensen is dat zelfs een reden om God de rug toe te keren. Het mag duidelijk zijn dat God het kwade niet wil. Hij wil niet dat mensen toegeven aan het kwaad, zoals Hij ook niet wil dat mensen lijden onder het kwaad. Fundamenteel bij de schepping, en bij het scheppen van de mens,

vrijdag in week 15 door het jaar

BARMHARTIGHEID BOVEN OFFERS (Bij Mt 12, 1-8) ‘Barmhartigheid wil Ik, geen offers’ , zegt Jezus ons vandaag. Jezus is niet tegen het offer op zich, zolang het voortkomt uit een zuivere liefde tot God of de medemens. Hij bekritiseert echter het brengen van offers wanneer dit de liefde tenietdoet. Dan verliest het offer volledig zijn bedoeling. Bijbels gezien zijn offer en liefde namelijk synoniemen. Wie het offer losmaakt van de liefde, maakt zich tot slaaf van de wet, waaruit de Geest volledig is verbannen. Barmhartigheid wil Ik, geen offers, zegt Jezus ... Wanneer je 'barmhartigheid' opzoekt in het woordenboek, krijg je: 'Barmhartigheid is de behoefte om hulp te verlenen aan mensen die in geestelijke of lichamelijke nood verkeren. Het is nauw verbonden met naastenliefde en rechtvaardigheid.' Christelijk gezien zou je kunnen stellen dat barmhartigheid de stap is om vanuit Jezus' aanwezigheid in jezelf naar de ander toe te gaan en die ander Gods liefde aan te biede

donderdag in week 15 door het jaar

HET JUK VAN MEDELEVEN EN VRIJHEID (Bij Mat 11, 28-30) Bij onderstaande overweging liet ik me inspireren door aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag - 2024', uitgegeven bij Halewijn. Het evangelie van vandaag bevat slechts een paar verzen. Maar hoe weinig ook, ze zijn doordrenkt van het medeleven dat we al aan het begin van Jezus’ openbaar leven zagen. Wij, als christenen, moeten de stem van Jezus zijn. De Kerk moet de wereld uitnodigen om zijn juk te dragen. De wereld daarentegen, stoot vaak degenen die uitgeput en belast zijn af en laat hen in de steek. Ze is bang om zich te engageren en sluit zich vaak op in haar eigen kleine problemen. Terwijl de mens door God is geroepen om met veel liefde 'rust' en 'verlichting' te bieden aan de velen die onderdrukt worden door lijden, onrecht en ondraaglijke levensomstandigheden. Die 'rust' en 'verlichting' is uiteindelijk Jezus zelf. Wij mogen bij Hem rusten en ons voe

woensdag in week 15 door het jaar

ZALIG DE EENVOUDIGEN VAN HART (Bij Mat 11, 25-27) Hoe waar zijn de woorden van Jezus van vandaag: de geheimen van het Koninkrijk Gods worden onthuld aan hen die nederig en eenvoudig van hart zijn. Deze mensen voelen een diepe behoefte aan God en stellen hun vertrouwen in Hem. Ze leven in dankbare eenvoud en blije ontvankelijkheid, altijd open voor de liefde en leiding van hun hemelse Vader. Daarentegen zijn er de wijzen en verstandigen, die zichzelf verloren hebben in hun eigen wijsheid en gewoonten. Zij hebben over alles een oordeel en denken alles te weten en luisteren alzo niet meer naar anderen, laat staan naar het evangelie. Hun hart is gesloten voor de diepere waarheden van het leven, omdat ze hun vertrouwen plaatsen in hun eigen inzichten in plaats van in God. Laten we streven naar die dankbare eenvoud en blije ontvankelijkheid, in de wetenschap dat God juist aan de eenvoudigen zijn geheimen onthult. Het is in het vertrouwen op Hem, en niet op onze eigen wijsheid, dat we de w

dinsdag in week 15 door het jaar

ZONDER VERTROUWEN KOM JE NERGENS (bij Jes 7, 1-9) Beste mensen, vandaag lezen we over plannen (in de eerste lezing) waar je misschien moedeloos van zou kunnen worden. Als het over oorlogen organiseren gaat, dan lijkt het wel of de lezing in deze tijd geschreven zou zijn. Oorlogen zijn trouwens van alle tijden. Onze kernvraag zou kunnen luiden: Zou de wereld beter worden van oorlogen? Bij elke oorlog is er een winnaar en een verliezer. En aan beide kanten kost het veel mensenlevens. Mensenlevens die kostbaar zijn in Gods ogen. Het lijkt zo simpel: dit kan niet de weg zijn, maar hoe dan wel? Het motief in de eerste lezing om wel oorlogen te promoten door samenwerking met anderen volkeren, is angst. Angst, dat weten we allemaal, is een slechte raadgever. Er staat zo beeldend omschreven: ‘ … sloeg de koning en zijn volk de schrik om het hart, en ze beefden als bomen in de storm . JHWH stuurde Jesaja met zijn zoon op pad met een andere, te bewandelen, weg: Alleen als jullie vertrouwen

maandag in week 15 door het jaar

JESAJA'S BOODSCHAP VOOR VANDAAG (Bij Jes 1, 11-17) Wat moet Ik met jullie offers? Jesaja spreekt duidelijke taal. Wat kan dit voor ons, christenen anno 2024, betekenen? Het christelijk geloof is diep geworteld in de liefde. Jezus vatte de gehele wet en de profeten samen met de geboden om God lief te hebben boven alles, en je naaste als jezelf (Mat 22, 37-40). Dit betekent dat alle religieuze praktijken en rituelen hun waarde verliezen zonder deze essentiële component van liefde. Hoewel religieuze rituelen, zoals liturgie, gebed en sacramenten, belangrijk zijn voor het geloofsleven van een christen, zijn ze niet het uiteindelijke doel. Ze zijn middelen om de relatie met God en de gemeenschap te verdiepen. Echter, zonder de fundamentele deugd van liefde worden deze rituelen leeg en betekenisloos. Paulus benadrukt dit in 1 Kor 13, 1-3, waar hij stelt dat zonder liefde zelfs de meest bewonderenswaardige daden niets waard zijn. Liturgie in het kerkgebouw is bedoeld om gelovigen te ve

zondag 15 door het jaar B

VERLIEFD OP VROUWE ARMOEDE (Bij Mc 6, 7-13) Jezus droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg. Hoeveel ballast slepen wij soms wel mee in onze navolging van de Heer, wat ons belet vrij, blij, dankbaar en enthousiast te zijn, gericht op waar het echt om gaat. Nee, we moeten leren arm te zijn in onze navolging van de Heer, zowel op spiritueel vlak als op het gebied van materiële zaken. We zijn allen kinderen van onze tijd, lees: kinderen van het hebben. Dat is ons zo geleerd, en we voelen ons er goed bij. Een eigen huis, graag ook een auto, en een flink potje spaargeld … dan zijn we goed bezig. En mama en papa zouden fier op ons zijn. Terwijl het evangelie ons vraagt ons brood te delen met de armen, en niets van wat van ons is als onze eigendom te beschouwen. Meer dan kinderen van het hebben zouden we kinderen van het zijn moeten zijn; kinderen van de Heer, Hem navolgend, aan niets gebonden, delend met hen die minder hebben. Onze Kerk, zo denk ik, moet (terug) een gemeenschap worde

zaterdag in week 14 door het jaar

LIEFDE WEKT LIEFDE (Bij Jes 6, 1-8) Vandaag eindigt de eerste lezing met die sterke woorden van Jesaja: ‘Hier ben ik, stuur mij.’ Jesaja spreekt deze woorden uit nadat hij zich eerst te min voelde om door God gezonden te worden. Hij voelde zich zondig, te midden van een zondig volk. God zag echter zijn nederigheid en zond een engel die hem aanraakte met een gloeiende kool en daarmee zijn zonden wiste. Na deze reiniging stelde Jesaja zich beschikbaar voor het werk van God. Ik wil vandaag met jullie nadenken over de barmhartigheid van God, die ons in staat stelt beschikbaar te worden voor zijn werk. Wanneer een mens, nederig en berouwvol, zich naar God wendt, zal God deze mens aanraken met zijn barmhartige en vergevingsgezinde liefde. Het is niet goed om met onze zwakheden en zonden alleen te blijven. God komt in Jezus naar ons toe om het zieke in ons leven te genezen. Mag Jezus alstublieft doen wat Hij in het evangelie beloofd heeft? Ja, laten we Hem welkom heten in al onze duister

vrijdag in week 14 door het jaar

DE KRACHT VAN HET LAM (Bij Mat 10, 16-23) De overweging van vandaag is van de hand van aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag - 2024', uitgegeven bij Halewijn. 'Ik zend jullie als schapen onder de wolven.' Natuurlijk zijn schapen altijd veel zwakker dan wolven en lijkt het hun lot om altijd het onderspit te delven. Toch moeten we juist vanuit dit perspectief - dat Jezus zelf heeft doorgemaakt - de zending van de Kerk begrijpen. Don Andrea Santoro, een Romeinse priester op missie in Turkije die daar het martelaarschap heeft ondergaan, schreef een paar weken voor zijn dood: 'Het voordeel voor ons christenen is dat we geloven in een weerloze God. Wij geloven in een Christus die ons leert onze vijanden lief te hebben, om als heer van het huis de gasten te dienen en om ons op de laatste plaats te zetten om zo de eersten te worden. Wij geloven in een evangelie dat haat, woede, oordelen en overheersing afkeurt, in een God die een lam wo

11 juli - H. Benedictus, abt

GOD ALS MIDDELPUNT (Bij Mt 19, 27-29) En ieder die broers, zussen, vader, moeder, kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn Naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. Het begrip 'achterlaten' kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Voor sommigen is dit letterlijk: bijvoorbeeld, een trappistenmonnik verlaat daadwerkelijk zijn familie en eigendommen om zich volledig te wijden aan het leven in een abdij. Hij geeft zijn wereldlijke bezittingen en relaties op om, door arbeid en gebed, de Kerk en de wereld te dienen vanuit de beslotenheid van het klooster. Maar voor degenen die niet zo'n radicale keuze maken, kan 'achterlaten' een meer symbolische betekenis hebben. Het betekent niet het verbreken van menselijke banden, maar het plaatsen van God in het middelpunt van je leven. Het is niet mijn ouders, mijn zus, mijn broer, mijn kinderen, mijn echtgenoot, mijn huis of mijn akker die het centrum van mi

woensdag in week 14 door het jaar

OPROEP TOT VERANTWOORDELIJKHEID (Bij Mt 10, 1-7) Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij zich, niet alleen om hen nabij te zijn en persoonlijk te onderrichten, maar ook om hen een belangrijke taak te geven: onreine geesten uitdrijven en ziekten en kwalen genezen. Deze roeping van de leerlingen kwam voort uit Jezus' diepe medelijden met de menigte. Hij zag hun lijden, pijn en wanhoop, en wilde hen helpen. Hij zond zijn leerlingen uit met specifieke instructies: naar de verloren schapen van Israël gaan en vertellen dat het koninkrijk van de hemel nabij is. Wat betekent dit voor ons? In onze wereld is veel lijden: mensen ervaren droefheid, eenzaamheid, gebrokenheid. Velen lijden onder oorlogsgeweld of uitbuiting. Er is geestelijke honger op vlak van zingeving en religie. Zoals Jezus zijn leerlingen uitzond, zijn ook wij - als christenen - geroepen een verschil te maken. Christelijke roeping vereist aandacht te hebben voor de naasten. Niet als een religieus principe, maar vanuit ee

dinsdag in week 14 door het jaar

VRAAG DUS … (bij Mt 9,32-38) Beste mensen, vandaag twee verhalen over oogsten. In de eerste lezing geen al te florissant verhaal. Mensen zijn de verkeerde weg op gegaan, komen niet meer toe aan het beleven van hun roeping. Zaaien met wind. Wat kan daarvan nu terecht komen? Hoe kunnen de zaaiers verwachten dat die wind geen woest beletsel wordt voor een goede oogst? De zaaiers kunnen turen zo veel ze willen of het zaad al uitkomt, maar zien niets boven de grond komen. De wind heeft het zaad al lang weggewaaid naar the middle of nowhere . In elk geval naar een plekje waar het niet ontkiemen kan. Die wind waaiert uit naar een fikse storm. Nergens meer iets te bespeuren van ontkiemende sprietjes. In het evangelie lezen we hoe Jezus weldoende rondtrekt door het land. Hij geeft onderricht en geneest, maar het aantal mensen dat hulp nodig heeft, groeit en groeit. Deze mensen opvangen, daar zijn vele helpers voor nodig. Jezus ziet hoe moe de mensen zijn en hulpeloos, als schapen zonder h

maandag in week 14 door het jaar

ONTMOETING EN GENADE IN DE WOESTIJN VAN ONS HART (Bij de eerste lezing van vandaag) In de eerste lezing van vandaag, uit het boek Hosea, beschrijft de profeet God als een bruidegom die zijn volk naar de woestijn lokt om hun harten te raken. Het is niet alleen een lokroep, maar ook een roeping. De woestijn staat symbool voor een plaats van ontmoeting met God, waar bekering en vernieuwing plaatsvinden. Hier wordt de bruid, het volk van God, gereinigd van haar ontrouw. God herstelt zijn verbond met haar als haar enige Heer en Echtgenoot. Deze lezing nodigt ons uit om de innerlijke woestijn te omarmen als essentieel voor onze geestelijke groei. Het is een plaats waar God ons aanraakt en omvormt. In de woestijn, vaak getekend door innerijke dorst (lees: genade), leert God ons wat werkelijke trouw betekent. In de woentijn van ons hart nodigt Hij ons van binnenuit uit om te leven als zijn gewijde bruid, trouw aan Hem en alleen Hem toegewijd. Centraal bij Hosea staat de onveranderlijke tro

zondag 14 door het jaar

GENADE IN ZWAKTE In de tweede brief aan de Korintiërs deelt Paulus zijn ervaring van zwakte en de kwelling die hij omschrijft als een 'doorn in het vlees' . Hij vertelt hoe hij de Heer drie keer vroeg om deze kwelling weg te nemen, maar het antwoord dat hij kreeg, was: "Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is." Deze uitspraak nodigt ons uit om, ons bewust zijnde van onze zwakte, ons te openen voor de genade van de Heer. Zo kan Hij onze zwakheid aanraken en ombuigen naar sterkte, en wel in genade. Zo dadelijk daar meer over. Het evangelie van Marcus vertelt ons over Jezus' bezoek aan zijn vaderstad. De mensen die Hem kenden, hadden het moeilijk in Hem te geloven. Dit ongeloof beperkte Jezus in zijn vermogen om wonderen te verrichten. Hij wilde het wel, maar 'Hij kon het niet', zo staat er. Geloof is niet slechts een mondelinge belijdenis, maar een diepgeworteld gebeuren van overgave aan en v

zaterdag in week 13 door het jaar

MEEWERKEN MET GOD (Bij Amos 9, 11-15) De profeet Amos geeft een krachtig visioen van een toekomst vol herstel en overvloed. God belooft dat Hij het vervallen huis van David zal herbouwen en herstellen wat is neergehaald. Waarmee gezegd wordt dat God ons nooit in de steek laat. Hij is altijd bij ons en wil ons van binnenuit vernieuwen. Deze woorden kunnen ons vandaag aansporen om te blijven bouwen aan Gods koninkrijk, onze wereld en onze gemeenschappen, ook in deze pijnlijke tijden van oorlog en onrecht. God wil ieder van ons gebruiken als instrumenten van zijn schepping, gericht op het welzijn van de hele mensheid. Door ons toe te vertrouwen aan zijn scheppende werking, mogen wij penselen zijn in Gods handen waarmee Hij zijn schilderij steeds meer tot voltooiing kan brengen. Gods belofte om alles ten goede te keren onderstreept zijn eeuwige trouw en zorg voor ons. Maar de mensheid moet meewerken. Ze moet ja zeggen. Ze kan ook nee zeggen, wat vaak gebeurt. Kijk naar het journaal en

vrijdag in week 13 door het jaar

GEROEPEN TOT BARMHARTIGHEID (Bij Mt 9, 9-13) Jezus nodigde zichzelf uit bij zondaars. Bij hen wilde Hij te gast zijn, hen wilde Hij ontmoeten. Niet alleen fysiek, maar vooral innerlijk. Hij kwam niet om hen te veroordelen, maar om hen te bevrijden. Wij mensen zijn vaak snel in ons oordeel over zondaars, terwijl God enkel liefde en barmhartigheid kent. Hij heeft uiteraard niet de zonde lief, maar wel de zondaar. Hij kan het - bij wijze van spreken - niet verdragen dat mensen het kwade dienen. Zijn verlangen is dat wij leven naar zijn beeld en gelijkenis, dat wij een spiegel zijn van zijn liefde. God verlangt ernaar welkom te zijn in onze duistere plekjes, zodat Hij deze donkerte kan ombuigen naar zijn licht. Dit proces begint met het nemen van tijd voor langdurig gebed, de stilte koesterend als een bedding waarin de heilige Geest ons in de gloed van het innerlijk gebed brengt. In deze biddende stilte ontmoeten we God, vaak dieper dan we vermoeden. In deze stilte laten we toe dat Hij,

donderdag in week 13 door het jaar

VERGEVING IN GODS NAAM (Bij Mt 9, 1-8) Terecht zeggen de Schriftgeleerden dat niemand zonden kan vergeven behalve God. Als ze in Jezus de Messias zouden erkennen, zouden ze voor zijn voeten neervallen en smeken of Hij hun zonden zou vergeven. Iets soortgelijks zien we vandaag de dag bij de biecht. Als mensen zouden geloven dat het daadwerkelijk God is (die door de priester in naam van Jezus) die zonden vergeeft, zouden ze - bij wijze van spreken - in lange rijen aanschuiven om te gaan biechten. Het gaat om geloof; geloof in Jezus, het zien van God die mens geworden is onder ons. Het gaat tevens om geloof in het priesterambt, de priester die in naam van Jezus zonden vergeeft. Waarom doen we zo moeilijk, denk ik soms. De biecht is zo'n mooi en rijk sacrament. Als je beseft dat je na een biecht weer helemaal 'zuiver' bent ... dat is toch groots? Het is het teken bij uitstek van Gods barmhartigheid, gegeven aan de Kerk. Als kerkgemeenschap zouden we - denk ik - dit sacrame

3 juli - Tomas

KERK ZIJN (Bij het feest van de H. Tomas) Tomas, die in eerste instantie moeilijk kon geloven dat zijn Heer zou zijn opgestaan uit de dood, verbleef toch bij de groep van de leerlingen. En dat is mooi. Ondanks zijn twijfel, zijn gevecht, zijn ongeloof, mocht hij er zijn, werd hij niet afgewezen. Wat de groep leerlingen daar beleefden, is een mooi beeld van de Kerk, of hoe de Kerk zou moeten zijn. Want zowel binnen de kerkgemeenschap, alsook ‘aan de rand’, alsook ‘buiten’ de Kerk, leven mensen die vechten, die twijfelen, die moeilijk kunnen geloven. Misschien behoren we zelf tot deze groep, of zijn er perioden geweest dat we bij deze groep hoorden. Dat is geen schande. Dat gebeurt. Meer nog: het behoort zelfs wezenlijk tot de innerlijke groei van de mens. Vaak is het God zelf die toestaat dat wij in periodes verkeren van dorheid, en zelfs ongeloof. Al was het maar om ons te genezen van een geloof als vrucht van eigen prestatie. In de woestijn van ons hart wil Hij ons zuiveren en aanr

dinsdag in week 13 door het jaar

EN HET MEER KWAM GEHEEL TOT RUST (bij Mt 8, 23-27) Beste mensen, vandaag lezen we weer het verhaal  over de storm op het meer, zoals kort geleden door Marcus beschreven is, nu door Matteüs. Het is boeiend om de verhalen met elkaar te vergelijken. Marcus  gebruikt meer woorden. Matteüs heeft het deels van hem overgenomen. In grote lijnen brengen ze dezelfde boodschap: een hevige storm, intense angst, bijna paniek, en een rustig slapende Jezus die, nadat Hij wakker gemaakt is, te hulp komt. Jezus stilt de storm, en heeft ook nog een boodschap voor de apostelen. Marcus voegt er nog de bijzondere, voor mij komische, aanvulling aan toe, namelijk dat Jezus op een kussen slaapt.  Daarop valt Hij zeker dieper in slaap. Ik weet niet waarom Matteüs dat weggelaten heeft. Wij kennen het karakter van de twee schrijvers niet, we kennen ook hun begaafdheid niet om een verhaal een extra accent te geven, een duwtje in de rug om te begrijpen wat ermee bedoelt kan zijn. Je zou je dus af kunnen vrag