dinsdag in week 15 door het jaar

ZONDER VERTROUWEN KOM JE NERGENS
(bij Jes 7, 1-9)

Beste mensen, vandaag lezen we over plannen (in de eerste lezing) waar je misschien moedeloos van zou kunnen worden. Als het over oorlogen organiseren gaat, dan lijkt het wel of de lezing in deze tijd geschreven zou zijn. Oorlogen zijn trouwens van alle tijden. Onze kernvraag zou kunnen luiden: Zou de wereld beter worden van oorlogen? Bij elke oorlog is er een winnaar en een verliezer. En aan beide kanten kost het veel mensenlevens. Mensenlevens die kostbaar zijn in Gods ogen. Het lijkt zo simpel: dit kan niet de weg zijn, maar hoe dan wel?

Het motief in de eerste lezing om wel oorlogen te promoten door samenwerking met anderen volkeren, is angst. Angst, dat weten we allemaal, is een slechte raadgever.
Er staat zo beeldend omschreven: ‘… sloeg de koning en zijn volk de schrik om het hart, en ze beefden als bomen in de storm. JHWH stuurde Jesaja met zijn zoon op pad met een andere, te bewandelen, weg: Alleen als jullie vertrouwen hebben houden jullie stand. Dat zijn wijze woorden. In de oude Canisiusvertaling stond het wat anders geformuleerd: Vertrouw je het niet, dan hou je het niet. Die woorden heb ik destijds tot een positieve formulering verwerkt: Vertrouw je het wel, dan hou je het wel. Zo heb ik die zin mijn hele leven meegenomen als enorme uitdaging. Ik heb die woorden ook anderen wel eens aangereikt. Ik moet nu denken aan mijn jongste dochter die mij, toen ik erg ziek was, dezelfde woorden aanreikte. Woorden die ikzelf juist haar bij een problematische situatie had aangereikt. Dat ontroerde me zeer.
Mooi dat er nu in de nieuwste vertaling de zin ook positief gesteld is.

De woorden (in het vervolg van deze lezing) gaan vooraf aan de geboorte van een kind, en worden toegepast op de belofte in een verre toekomst: op het kind Jezus, al betrof het in deze concrete situatie een kind van koning Achaz.

Vandaag wil ik me alleen richten op het vertrouwen in onze eigen levens. In ieder mens wordt het vertrouwen op de proef gesteld. Probeer eens bij jezelf na te gaan wat er in je gebeurt als je vertrouwen op de proef gesteld wordt. Dat zal voor ieder anders zijn.

Het is enerzijds een psychisch proces waar je doorheen moet.  We kunnen er ons tegen verzetten, we kunnen het proberen te ontkennen, we kunnen het willen overwinnen door krampachtig vast te houden aan de gedachte dat het niet waar kan zijn, we kunnen er depressief van worden of zelfs in een vorm van verslaving geraken enzovoorts.

Anderzijds: In elke beproeving zit er ook een andere mogelijkheid om ermee om te gaan. Zo komen we uit bij de religieuze dimensie, die gewekt kan worden juist in de diepste nood. Daar waar alles verloren lijkt, is er altijd een deur. Zo kan een beproeving een opening worden naar een intenser geloof in, en vertrouwen op het feit dat je nooit alleen gelaten wordt in de duisternis. Welke ‘oorlog’ er ook in jezelf of in de wereld om je heen, woedt, je mag altijd beroep doen op de Ene die over ons en onze wereld waakt. ‘Engelen’ zijn er om ons heen, en in onszelf. Bovenstaande zin in de oude of de nieuwe vorm is als een ‘deur’ waarmee je de weg opent naar genezing, naar heelheid, naar verbondenheid, naar gemeenschap met de Ene. Dit, opdat er straks ook een ‘kind’ uit ons geboren kan worden.

Laten we bidden

Goede Vader,
we leven in een tijd waarin er op veel plaatsen oorlog is en de dreiging bestaat dat we hier nog lang niet mee klaar zijn. Wees ons nabij. Wij willen niet toegeven aan het angst-denken, maar ons volle vertrouwen richten op U. Moge U onze harten openen voor het inzicht en de openheid dat hetgeen voor mensen niet mogelijk is, wel mogelijk is voor U, door Christus Jezus, onze Broeder, die ons in alles is voorgegaan.
Amen

Beste mensen, laten we ons vandaag niet leiden door negatieve gedachten maar volop door positieve, in verbondenheid met Hem.
Ricky

---

Suggesties voor onderweg:

Welk incident in je leven vraagt erom toegelaten te worden om opbouwend mee te weken, en je gedachten erover een positieve richting te geven?

Misschien kan de spreuk die Jesaja door moest geven, voor jou, in de oude of nieuwe vertaling daar misschien een hulpmiddel bij zijn?