zaterdag in de 15e week door het jaar

VANDAAG IS HET UUR

De nacht van de uittocht brak aan. Na generaties van onderdrukking klonk eindelijk het teken om te gaan. Er was geen tijd van uitstel, geen tijd om het deeg te laten rijzen, geen tijd voor zuurdesem. Het volk bakte brood zoals het was: ongedesemd, eenvoudig, plat. Brood voor onderweg. Brood dat zegt: het is nú.

Dat brood mogen we zien als symbool van gehoorzaamheid en vertrouwen. Niet alles was voorbereid, niet alles was zeker. Men wist niet wat kwam. Maar de roep van God was helder. Hij had zijn Naam geopenbaard: Ik zal er zijn. En op die belofte konden zij gaan.

Vandaag klinkt diezelfde roep. Niet minder dringend. Ook wij leven te midden van situaties die ons onderdrukken en klein houden. Zoveel krachten in en om ons heen bepalen hoe we denken, voelen en handelen, zonder dat we het altijd doorhebben. En ongemerkt verliezen we onze innerlijke vrijheid. Zoveel in ons vraagt om uittocht.

Die roep weerklinkt niet alleen in ons hart, maar ook in de wereld rondom ons. Onze samenlevingen snakken zo vaak naar bevrijding en nieuw begin. Onze tijd verlangt naar leiders die vrede durven bevorderen tussen volkeren. Als paus Franciscus dat deed, en paus Leo het vandaag voorhoudt, waarom zou dat dan niet mogelijk zijn bij andere leiders? Toch blijft men kiezen voor bewapening, beveiliging, oorlogslogica … terwijl er andere wegen zijn. Velen vinden de woorden van onze pausen wollig of idealistisch, maar ze zijn wel degelijk concreet, haalbaar én broodnodig. Waarom blijven deze mensen roependen in de woestijn?

Ook wij, op kleinere schaal, worden uitgenodigd uit onze zetel te komen. Onze eigen uittocht begint waar we vredevolle mensen worden, verzoening brengen, en meehelpen Gods koninkrijk gestalte te geven - in woord, daad en nabijheid.

We zijn ons er vaak niet van bewust, maar ook hier bij ons leven velen in armoede, verborgen achter grijze gevels in onze steden. Vaak leiden ze een stil, beschaamd en teruggetrokken bestaan. Het werk van voedselbanken, Sant’Egidio, Welzijnsschakels en andere zorgzame gemeenschappen is onmisbaar. Ze zijn een zegen. Maar we mogen het niet enkel aan hen overlaten. God vraagt ieders hart. Elke christen wordt gezonden om de armen nabij te zijn. De Kerk is geroepen om vriendschap te sluiten met de armen - herhaalde paus Franciscus keer op keer.

Maar ook ouderen in woonzorgcentra wachten op bezoek, op een gesprek dat ertoe doet. Zoveel jongeren verdwalen vandaag in leegte en zelftwijfel. De nood aan zingeving is groot, en daaronder leeft vaak een diepe dorst naar iets wat verder reikt — naar religiositeit, naar verbondenheid met God. Er is zoveel geknakt riet, zoveel levens waarin de vlam op het punt staat te doven, om het evangelie van vandaag te citeren.

We mogen niet blijven wachten. Niet tot het ons beter uitkomt. Niet tot de wereld verandert. De liefde van Christus is levend en dringend. Wie Hem kent, weet: er is geen ander uur dan dit. Het ongedesemde brood staat voor vandaag, voor het nu, voor het handelen zonder uitstel.

In de eucharistie wijst de platte hostie ons op het ongedesemde brood van toen. Het wijst ons op de urgentie van de uittocht. En het mooie is: is deze platte hostie geeft Jezus zichzelf. We hoeven de uittocht niet op eigen houtje te doen. Christus is met ons. Hij zal met ons gaan, met ons uitgaan, met ons opstaan.

Kom, mensen, laat ons fris en welgezind Gods goedheid belichamen. Vandaag als het kan. Er is veel werk aan Gods winkel.

Laten we bidden

Heer,
U die uw volk riep in de nacht,
leer ook ons het uur te herkennen.
Breek in ons het brood van gehoorzaamheid,
het brood dat niet wacht tot alles klaar is,
maar dat ingaat op uw stem.
Open ons hart voor wie eenzaam is,
voor wie wacht op nabijheid,
voor wie hunkert naar zin en licht.
Laat ons niet talmen,
niet blijven zitten waar U ons roept.
Voed ons met het brood van de eucharistie,
de heilige hostie waarin U zegt:
Ik ben bij je, Ik zend je, Ik ga met je mee.
Amen.

Geliefde mensen, laat ons niet talmen, maar vandaag Gods liefde handen en voeten geven.
Een toegewijd weekend,
kris


Om mee op weg te gaan

Ik wil je uitnodigen stil te staan bij het ongedesemde brood. Wat houdt je tegen om te gaan, om te geven, om nabij te zijn? Laat de stem van de Heer in jou weerklinken: “Ik zal er zijn.” Misschien kun je dit weekend een gebaar stellen van verbondenheid - bij je thuis, bij een buur, een oudere, of iemand die wacht op aandacht. Het uur van de liefde is altijd nu.

Reacties

  1. Het woord 'agape' kwam in mij op, het gemeenschappelijk liefdesmaal van brood en wijn van de eerste christengemeenten. moge ik ook mijn lichaam en bloed geven om Gods stem te laten klinken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De Israëlieten moesten hals over kop vluchten. Ze konden slechts het levensnoodzakelijke meenemen, en dan nog... We zien het weer overal gebeuren, in Oekraïne, in Gaza, ... Mensen op de vlucht. En ze zijn op vele plaatsen niet meer welkom. De verrechtsing van vele regeringen overal gunt hen weinig ruimte. God kan maar in hun noden voorzien als de wereld niet enkel leeft voor eigen volk eerst. Dat is een harde realiteit, maar zo waar.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mocht iedere mens zich ontfermen over 1 andere mens, de wereld zou drastisch veranderen.
    Wat is direct haalbaar? Iedere mens op straat groeten in het voorbijgaan. Een simpele glimlach is al voldoende. Mensen van andere afkomst groeten en zo mogelijk aanspreken: wat is uw origine? De meesten zijn fier op hun afkomst. En dan een vriendelijk gesprekje. Al deze dingen zijn soms het laatster grassprietje waar iemand zich in zijn wanhoop aan vastklampt. Niet moeilijk om te doen en tot een 'gewoonte' te maken. Je ziet je buurt veranderen na een tijd. Wonder, maar waar.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Veel mensen sluiten zich af, enkel aandacht voor zichzelf, geen interesse meer voor de buren, foei

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten