maandag in week 3 door het jaar

DE ADEM VAN DE GEEST NIET ONDERBREKEN
(Bij Mc 3, 22-30)

God is liefde. Dit is de kern van ons geloof en de essentie van de Blijde Boodschap. Zijn liefde gaat zo ver dat Hij ons altijd opnieuw wil vergeven, ook wanneer we ons door lauwheid of zonde van Hem afkeren. Om deze barmhartigheid zichtbaar en tastbaar te maken, is Hij mens geworden in Jezus Christus. De evangelies getuigen keer op keer van zijn onvoorwaardelijke liefde en vergevingsgezindheid.

Toch worden we in het evangelie van vandaag geconfronteerd met een schijnbare tegenstelling. Jezus zegt immers: ‘Wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest, krijgt in alle eeuwigheid geen vergeving.’ Hoe verhoudt dit zich tot Gods onbegrensde barmhartigheid?

De context maakt veel duidelijk. Jezus richt deze woorden tot de schriftgeleerden en farizeeën die zijn woorden en tekenen toeschrijven aan de duivel. Het probleem is niet dat ze twijfelen of fouten maken – dat zou menselijk zijn – maar dat ze bewust en hardnekkig weigeren te erkennen wat overduidelijk is: Gods reddende aanwezigheid in Jezus.

Deze ‘zonde tegen de heilige Geest’ gaat niet over lauwheid, zwakheid of zelfs zware zonden. Het gaat over het zien van Gods barmhartigheid, maar die moedwillig afwijzen. Het is een weigering om open te staan voor zijn vergeving, een hardnekkig sluiten van het hart.

Dit gold voor de schriftgeleerden tot wie Jezus sprak, maar het blijft ook vandaag relevant voor ons. Gods armen staan wijd open, altijd opnieuw bereid om ons te ontvangen. Maar als wij zijn barmhartigheid afwijzen, wat kan Hij dan nog voor ons doen? Misschien is dat wel wat Jezus bedoelt met de ‘onvergeeflijke zonde’: de weigering om vergeving te ontvangen. De Geest zet je aan om je in Gods barmhartigheid te werpen, maar je weigert dit te doen.

Vaak hebben we het lastig met het bestaan van de zogenaamde 'hel' na ons aards bestaan. De hel, zo denk ik, is een gevolg voor hen die Gods barmhartigheid resoluut afwijzen wanneer Hij die aanbiedt. Ik vermoed dat Hij ieder wil ontvangen in zijn eeuwig Rijk van liefde wanneer de mens sterft. De mens zal vanuit inzicht berouw kunnen hebben over gedaan onrecht, zonde of wat dan ook. En juist omdat God liefde is, zal Hij bereid zijn, ieder te vergeven. Maar als de mens op dat moment die barmhartigheid resoluut afwijst ... wel, ik denk dat dát de hel is. Dat wil God niet. Maar wat kan Hij meer doen?

God biedt ons zijn barmhartigheid aan, nu en later. Laten we niet wachten tot het moment van sterven om ons te werpen in zijn barmhartigheid, maar vandaag al ons hart openen voor zijn reddende aanwezigheid. Door ons te laten vullen met zijn liefde en genade, worden wij zelf een teken van hoop voor de wereld. Laat onze overgave aan God een getuigenis zijn van zijn barmhartigheid. Laten we hiernaar leven en zo elke mens tegemoet treden en ontvangen. Laten we dit doen in diepe verbondenheid met de Heer, als een blij gebed zonder ophouden.

Laten we bidden

Heer,
U bent liefde, altijd trouw en vol genade. U roept ons keer op keer om ons hart te openen voor uw barmhartigheid. Schenk ons de moed om onze eigen zwakheid te erkennen en help ons om uw vergeving niet af te wijzen, maar juist te omarmen. Moge uw Geest in ons werken.
En mogen wij alzo getuigen van U, door ieder te ontmoeten en te ontvangen met open armen, zoals U ook altijd opnieuw ons ontvangt.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, laten we ons in Gods barmhartigheid werpen, nu en altijd. Moge dit ons van binnenuit inspireren om met vreugde zijn liefde uit te dragen.
Zegen over deze nieuwe week.
kris

---

Om mee op weg te gaan

Ik wil je uitnodigen in stil gebed je bewust te zijn van de gave van Gods Heilige Geest. Hij is niet buiten je, Hij is in je. Verinnig je met zijn heilige gloed, zodat Hij je met heel veel warmte kan binnenleiden in de Heer, in Gods oeverloze barmhartigheid. Je zult je gezalfd weten waar je gekwetst bent, getroost waar je bedroefd bent, vergeven waar je gefaald hebt. Werp je in Gods barmhartigheid. Drink van zijn liefde tot je oververzadigd bent. En wanneer je uit gebed komt, verlaat het gebed dan niet. Maar geef aan anderen wat je zelf hebt ontvangen.