Posts

Posts uit juli, 2025 tonen

vrijdag in de 17e week door het jaar

LEVEN OP HET RITME VAN DE LITURGIE De eerste lezing van vandaag uit het boek Leviticus schetst de liturgische kalender van het volk van God in het Oude Verbond. Het zijn geen vrijblijvende feesten die daar worden opgesomd, geen culturele tradities of gelegenheden om even uit te rusten. Het zijn dagen die de Heer zelf heeft ingesteld, hoogtijdagen waarop het volk wordt uitgenodigd tot samenkomst, inkeer, dankbaarheid, vreugde en eredienst. Het ritme van het jaar werd er heilig mee gemaakt, gedragen door de herinnering aan Gods daden en het verlangen om Hem steeds weer in het midden van het leven te plaatsen. Die feesten - zo ervaarde men dat - waren geen menselijke vondsten, maar gaven van God: Hij bepaalde de tijd, en het volk nam die in acht. Elk feest had zijn betekenis, zijn gebod tot rust, zijn eigen vorm van offer, zijn reden tot lof. Zo was het leven geworteld in het verbond. Het gewone ritme van de arbeid werd onderbroken - niet zomaar om op adem te komen, maar om zich te herb...

donderdag in de 17e week door het jaar

GETEKEND DOOR DE WOLK VAN GODS NABIJHEID Mozes - zo lezen we - richt de tent van samenkomst op, plaatst de ark van het verbond op haar plaats en spant het tentdoek eroverheen. Het draagbare tabernakel wordt opgebouwd, precies zoals de Heer het hem heeft opgedragen: een heilige ruimte, midden in het kamp. Wanneer alles klaar is, daalt de wolk neer. Gods majesteit vervult de tent, zo intens zelfs dat Mozes haar niet meer kan binnengaan. Het bijzondere aan die wolk is dat ze geen teken van stilstand is. Ze blijft niet op één plaats. Het is geen statisch symbool, maar een levende werkelijkheid die vraagt om gevolgd te worden. En dat is precies wat het volk doet. Telkens wanneer de wolk zich verheft, breken zij het kamp op en trekken met de Heer mee. Het is de Heer die voorgaat, en het volk volgt Hem, stap voor stap. God is in hun midden, en Hij geeft richting aan hun leven. Dat oude tabernakel, met zijn ark en voorhangsel, verwijst ons als vanzelf naar het tabernakel in onze eigen kerken...

woensdag in de 17e week door het jaar

 STRALEND AAN HET LICHT KOMEN (bij Ex 34 ,29-3) Beste vrienden, overkomt het jullie ook wel eens dat je iemand ontmoet die er stralend uitziet? Het is verkwikkend, zelfs fascinerend, om dat regelmatig mee te maken. Wat maakt die persoon zo blij? Het maakt mij ook heel blij als ik stralende mensen zie. Ik ga er zelf van stralen! Vandaag lezen we een klein fragment uit het boek Exodus. Mozes komt de berg af met de twee platen van het verbond bij zich .  Het is al de tweede keer, nadat er de eerste keer iets grandioos mis is gegaan, niet met Mozes, maar met het wachtende, en ongeduldige volk. Hij [Mozes] wist niet dat  zijn gezicht glansde omdat hij met de Heer had gesproken . Degenen die hem zien aankomen zagen dat wel. Ze durven niet goed naar hem toe te gaan, maar Mozes vraagt hen om dichterbij te komen. Intussen naderen ook Aäron en de anderen. Mozes met zijn glanzend gelaat spreekt over hetgeen de Heer van hen verwacht. Hij droeg hun op zich te houden aan a...

29 juni - Marta, Maria en Lazarus

VRIENDEN VAN DE HEER Onderstaande overweging is van de hand van aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan Het Woord van God elke dag – 2025 , uitgegeven bij Otheo-books / Sant’Egidio. Vandaag gedenkt de Kerk Marta, Maria en hun broer Lazarus. Zij vormen een familie van vrienden van Jezus, van wie de namen verschillende keren in de evangelies terugkeren. De manier waarop zij Jezus welkom heten in hun huis maakt hen tot een model voor ons. Het evangelie volgens Johannes beschrijft een dramatisch moment in het leven van deze familie: Lazarus, die ernstig ziek was, is gestorven, en Jezus gaat met zijn leerlingen naar hen toe. Marta verwelkomt Jezus door Hem tegemoet te gaan, terwijl Maria thuisblijft. “ Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn ,” zegt Marta. Het lijkt een verwijt, maar het is in feite een geloofsbelijdenis, omdat zij weet dat Jezus’ aanwezigheid leven geeft. Deze woorden van de zus van Lazarus brengen ons bij de vele zieken die wachten, bij d...

maandag in de 17e week door het jaar

GOUD DAT WEGLEIDT Mozes daalt de berg af. In zijn handen draagt hij de twee stenen platen, gegraveerd met de woorden van het verbond, geschreven met Gods eigen hand. Alles in deze scène ademt heiligheid: Gods nabijheid, zijn wil, zijn trouw. Maar beneden is het heilig verbond al verraden. Wat Mozes aantreft, is een luidruchtig feest rond een gouden kalf - een beeld dat het volk zich liet maken uit hun eigen sieraden. Het contrast kan nauwelijks groter zijn. Boven: de stille diepte van de ontmoeting met God. Beneden: de roes van een collectieve afdwalende begeerte. Mozes hoort het lawaai, ziet het dansen, en zijn toorn is hevig. Hij smijt de platen stuk. Het is een symbolische daad: het verbond is gebroken, nog voor het werkelijk begonnen is. Het volk kon het wachten niet meer aan. Ze wilden snel een zichtbare god, tastbaar, hanteerbaar. Hun rijkdom - de gouden ringen en kettingen die ze uit Egypte meenamen - wordt tot middel om hun verlangens vorm te geven. Het is niet moeilijk om ...

17e zondag door het jaar C

VERTROUWEN EN VOLHARDING IN HET GEBED Onderstaande overweging is geschreven door aartsbisschop Vincenzo Paglia en is afkomstig uit 'Het Woord van God elke dag - 2025', uitgegeven door Otheo-books / Sant'Egidio. De evangeliën vertellen vaak dat Jezus zich terugtrekt op eenzame plaatsen om te bidden. Het is een dagelijkse bezigheid en het zijn belangrijke momenten voor Hem. Niet zelden zien de leerlingen Hem in gebed en bewonderen Hem daarom. Denk maar aan de transfiguratie op de Tabor, toen Hij aan het bidden was. Op een van die momenten, zo meldt Lucas, vraagt een van de leerlingen Hem: “Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.” Jezus’ gebed maakt indruk op de leerlingen, en daarom vragen ze: “Leer ons bidden”; ze vragen niet zomaar om een gebed, maar om te leren bidden zoals Hij bidt, met het vertrouwen en het geloof in de Vader dat hen zo verbaast. In feite moeten we allemaal leren bidden, en vandaag willen we met dankbaarheid denken...

zaterdag in de 16e week door het jaar

LIEFDE ALS ANTWOORD OP HET VERBOND Bij de viering van de eucharistie horen we telkens opnieuw de woorden die het hart van ons geloof raken: “Dit is het bloed van het nieuwe en altijddurende verbond.” Het zijn woorden die Gods liefde laten klinken, zichtbaar geworden in de zelfgave van Christus. Ze dragen de echo van het verbond op de Sinaï, waar Mozes het volk met bloed besprenkelde als teken van een heilige verbondenheid. Wat daar begon, vindt in Christus zijn vervulling. Ook nu nog wil God te midden van zijn volk wonen en zich met ons verbinden, in een verbond dat levend blijft door genade en overgave. Het verbond dat God aangaat is niet bedoeld als een eenzijdige beweging. Ook al is het waar dat Hij het initiatief neemt, toch vraagt het om een antwoord van de mens. Zoals we vandaag horen in de woorden van het volk: “Alles wat de Heer gezegd heeft, zullen wij doen en ter harte nemen.” Liefde verlangt een wederwoord: een vrije instemming, een ter harte nemen, een geëngageerd ‘ja’....

25 juli - H. Jakobus

PELGRIMAGE Vandaag vieren we het feest van de heilige Jakobus, apostel; een heilige die velen heeft geïnspireerd tot pelgrimage naar Santiago de Compostella. Deze tocht, diep geworteld in de christelijke traditie, wordt gezien als een uitdaging om het eigen leven onder de loep te nemen, vaak ook uit dorst naar geestelijke groei of om tot belangrijke keuzes in het leven te komen. Laten we proberen de lezingen van vandaag te verbinden met de reis naar Santiago de Compostella. In de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs lezen we over de aarden pot waarin de schat van Gods kracht huist. Dit beeld roept de kwetsbaarheid van onze menselijke natuur op, en tegelijkertijd de glorie van Gods aanwezigheid in ons. De weg naar Santiago, met zijn fysieke en spirituele uitdagingen, wijst op deze dualiteit. Pelgrims worden voortdurend geconfronteerd met hun eigen zwakheden, maar ook - als het goed is - met momenten van goddelijke kracht en voorzienigheid. Elke stap op deze weg is een getuigenis...

donderdag in de 16e week door het jaar

LEVEN VANUIT DE DIEPTE VAN JE ZIEL In het evangelie van vandaag horen we een uitspraak van Jezus die ons in eerste instantie misschien niet meteen duidelijk is: "Want wie heeft, hem zal nog meer gegeven worden, en wel in overvloed; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen." (Mat 13,12). Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet over materiële rijkdom of armoede, maar over de manier waarop wij ons openstellen voor Gods waarheid en genade. Jezus spreekt deze woorden in antwoord op de vraag van zijn leerlingen waarom Hij in gelijkenissen spreekt. Voor hen, die zich openstellen voor zijn boodschap, wordt de waarheid van het koninkrijk van God steeds duidelijker. Zij die bereid zijn te luisteren en hun hart te openen, ontvangen steeds meer: meer inzicht, meer begrip van Gods wil, meer genade om hun leven te richten naar het koninkrijk van God. Maar voor degenen die zich afsluiten, die de boodschap niet willen horen of geen moeite doen om haar te begrijp...

23 juli - H. Birgitta

BLIJF IN MIJ, DAN BLIJF IK  IN JULLIE Beste vrienden, vandaag maken we een klein uitstapje naar een grote vrouw in de geschiedenis, de heilige Birgitta van Zweden. Het is veelzeggend dat kerken, naast de mannelijke grote figuren, ook al vroeg aandacht hebben geschonken aan vrouwen, die mede een groot aandeel hebben gehad in het doorgeven van het geloof. In de streek waar Birgitta geboren is was de aandacht voor mannen en vrouwen gelijk, dus niet vertekend zoals dat later gebeurde. Wie was zij? Een korte schets: geboren rond 1303 in het Zweeds Finsta en gestorven op 23 juli 1373 in Rome. Dochter van vrome adellijke ouders. Haar moeder overleed toen ze elf was. Op dertienjarige leeftijd getrouwd met Ulf Gudmarssen die toen 18 was, en ook gelovig opgevoed zoals zij. Ze kregen acht kinderen, hebben samen meerdere pelgrimstochten ondernomen. Birgitta ontvangt op tienjarige leeftijd al een visioen, en in een veel latere periode, meerdere nieuwe visioenen die zij opschreef. In ee...

22 juli - H. Maria Magdalena

EEN LIEFDE DIE ROEPT, EEN LIEFDE DIE ANTWOORDT Er bestaat in de mens zoiets als een zielsverlangen. Het is een verlangen dat geen product is van onze wil. Het is geen project dat we kunnen plannen of organiseren. Eerder is het iets wat ons overkomt. Het komt als een innerlijke beweging, een fluistering vanbinnen, een zachte drang naar iets dat ons overstijgt. Een verlangen naar zin en waarheid, een innerlijke hunkering die uitstijgt boven het ikje dat zo vaak in zichzelf blijft ronddraaien. Zulke verlangens zijn sporen van de Geest. Ze worden ons gegeven, vaak zonder dat we precies beseffen vanwaar ze komen. De Geest blaast waar Hij wil (vgl. Joh. 3,8); wie luistert met het hart, herkent soms iets van dat geheim. Het kan beginnen met een onrust, een gemis, een heimwee dat we niet kunnen benoemen. In werkelijkheid is het God die aanklopt bij ons hart (vgl. Openb. 3,20). In het leven van Maria Magdalena was dat verlangen duidelijk aanwezig. Er moest in haar iets gegroeid zijn dat haar...

maandag in de 16e week door het jaar

KNORREN OF BIDDEN Het volk is nog maar pas weggeleid uit Egypte, bevrijd uit het slavenhuis, en toch slaat de twijfel meteen toe zodra gevaar opdoemt. We lezen hoe de farao met zijn hele leger op hen afkomt, en hoe het volk van Israël zich laat overmannen door vrees. De mensen beginnen te knorren, luidkeels, wanhopig, verbeten. “Waren er soms in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven?” De klacht klinkt bitter. Mozes wordt verweten dat hij hen in dit avontuur heeft meegesleurd, en hun blik is niet meer gericht op de vrijheid die hun werd beloofd, maar op het onheil dat hen inhaalt. Hoe herkenbaar klinkt dat gemor. Vandaag wordt er ook wat afgeknord - buiten de Kerk, én binnen de Kerk. Soms met reden. Het nieuws dat dagelijks over ons heen spoelt, geeft weinig reden tot vreugde: oorlog, verdeeldheid, misbruik, moreel verval, onmacht en verdriet. Ook in geloofskringen klinken klachten, over waar het heen moet, over wie er nog gelooft, over kerkleidin...

16e zondag door het jaar C

RUIMTE VOOR HET HEILIGE Aan de ingang van zijn tent, op het heetst van de dag, ziet Abraham drie vreemdelingen naderen. Zonder aarzelen komt hij in beweging. Hij buigt diep en stelt zich helemaal ten dienste van zijn gasten. Hij laat water halen, laat brood bakken, kiest een mals kalf uit en zorgt voor een overvloedige maaltijd. Alles aan dit tafereel ademt eerbied, openheid en gulheid. Abraham ontvangt deze vreemden alsof hij er iets groters in herkent. Alsof hij aanvoelt dat dit méér is dan een gewone ontmoeting. En inderdaad: deze ogenschijnlijk gewone mannen brengen een belofte mee die het leven van Abraham en Sara voorgoed zal veranderen. In deze ontmoeting is het God zelf die bij hen langskomt. Hoe ontvangen wij mensen die op ons pad komen? Iemand belt onverwacht aan, een collega spreekt ons aan bij het koffieapparaat, een vreemde stelt ons een vraag op straat. Vaak gaan we er oppervlakkig aan voorbij. Maar opgelet: soms komt God via mensen dichterbij dan we vermoeden. Niet met...

zaterdag in de 15e week door het jaar

VANDAAG IS HET UUR De nacht van de uittocht brak aan. Na generaties van onderdrukking klonk eindelijk het teken om te gaan. Er was geen tijd van uitstel, geen tijd om het deeg te laten rijzen, geen tijd voor zuurdesem. Het volk bakte brood zoals het was: ongedesemd, eenvoudig, plat. Brood voor onderweg. Brood dat zegt: het is nú. Dat brood mogen we zien als symbool van gehoorzaamheid en vertrouwen. Niet alles was voorbereid, niet alles was zeker. Men wist niet wat kwam. Maar de roep van God was helder. Hij had zijn Naam geopenbaard: Ik zal er zijn . En op die belofte konden zij gaan. Vandaag klinkt diezelfde roep. Niet minder dringend. Ook wij leven te midden van situaties die ons onderdrukken en klein houden. Zoveel krachten in en om ons heen bepalen hoe we denken, voelen en handelen, zonder dat we het altijd doorhebben. En ongemerkt verliezen we onze innerlijke vrijheid. Zoveel in ons vraagt om uittocht. Die roep weerklinkt niet alleen in ons hart, maar ook in de wereld rondom on...

vrijdag in de 15e week door het jaar

UITTOCHT EN BARMHARTIGHEID Op het eerste gezicht lijken de lezingen van vandaag haaks tegenover elkaar te staan. In de eerste lezing horen we God zeggen dat Hij alle eerstgeborenen in Egypte zal doden, van mensen tot vee. Dat klinkt ruw en meedogenloos, en laat ons met afschuw achter. En dan, in het evangelie, horen we Jezus zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.” Wat voor God is dit, die in de ene tekst spreekt over dodelijk ingrijpen en in de andere over barmhartigheid als het hoogste goed? Ook de plagen die voorafgingen, zoals je kunt lezen in hoofdstukken 7 tot 12, komen hard binnen. In de lezing van vandaag worden ze samenvattend aangeduid als ‘wonderen voor de farao’. Het zijn geen neutrale tekenen, maar ingrepen die de macht van Egypte ondergraven. De ene plaag na de andere wil de farao tot inkeer brengen. Plaagt God dan mensen? - kun je je afvragen? Waar is zijn barmhartigheid? Waar zijn genade? Het is goed om zulke vragen te stellen. Ze zijn niet ongepast. Ze komen ni...

donderdag in de 15e week door het jaar

IK ZAL ER ZIJN Mozes staat nog bij de brandende struik wanneer hij God een vraag stelt: Wat moet ik zeggen als het volk mij vraagt naar uw naam? Hij weet: als hij namens God spreekt, moet hij weten wie deze God is. Dan klinkt het antwoord: Ik ben die er zijn zal. Het Hebreeuwse ehyeh asher ehyeh laat zich op verschillende manieren vertalen: Ik Ben die Is , Ik Ben die Ik Ben , Ik zal Zijn die Ik zal Zijn . Maar telkens klinkt dezelfde kern door: God is geen afstandelijk begrip, maar een levende belofte. Hij belooft aanwezigheid. Ik zal er zijn - een blijvend engagement. Voor gelovigen is deze naam een geheim van troost en kracht geworden. God sluit zich niet op in een definitie, maar opent zich naar de mens. Hij zegt: Ik ben met je, wat er ook gebeurt. Ik ga met je mee, nu en in de tijd die komt. Ook vandaag mogen we leven uit die belofte. Ze klinkt niet alleen in de woestijn van lang geleden, maar overal waar mensen zoeken, hopen, liefhebben. In gezinnen waar trouw het leven dra...

woensdag in de 15e week door het jaar

JE STAAT OP HEILIGE GROND (Bij Exodus 3, 1-11) Beste vrienden, gisteren lazen we het wonderlijke verhaal over de geboorte van Mozes. Hij is uit het water gered door de dochter van de farao. Vandaag gaat het niet over ‘water’ maar over vuur. Het thema gered worden krijgt nu een enorme dimensie erbij. Het vuur niet als vijand waar we bang voor moeten zijn, wel om respectvolle benadering. De volwassen Mozes is op de vlucht omdat hij een Egyptenaar gedood heeft en het risico groot is dat hij op bevel van de farao nu zelf gedood zal worden. Hij vlucht naar Midjan, in de woestijn. Mozes komt als herder in dienst bij zijn schoonvader (intussen heeft hij zijn oog laten vallen op diens dochter). Op zekere dag nadert hij in de woestijn een vreemd verschijnsel: een vuur vanuit een doornstruik, maar het vreemde is dat de struik niet verbrandt. Eigenaardig. Zijn onderzoekende geest wil weten wat er aan de hand is. Maar meteen hoort hij uit de brandende struik een waarschuwende stem:  ‘Mo...

dinsdag in de 15e week door het jaar

WAAR HET HART NOG MOET RIJPEN We lezen vandaag verder uit het boek Exodus, als vervolg op de aangrijpende afsluiting van de lezing van gisteren. Daar lazen we hoe de farao, uit angst voor het groeiende volk Israël, zijn onderdanen beval om alle pasgeboren jongetjes van de Hebreeën in de Nijl te werpen. De meisjes mochten in leven blijven. Vandaag volgt een bekend en indringend vervolg: hoe een moeder haar zoon redt, hem in een rieten mandje op het water legt, en hoe dat kind door de dochter van de farao wordt gevonden, de naam Mozes krijgt en als haar eigen zoon wordt opgevoed. Eigenlijk is het een wondermooie scène van stille redding. Maar dan maakt de tekst een scherpe bocht. De jonge Mozes groeit op en wordt op een dag geconfronteerd met het onrecht waaronder zijn volk gebukt gaat. Hij ziet hoe een Egyptenaar een Hebreeër slaat, en in een opwelling slaat hij de Egyptenaar dood. De grote Mozes die later het volk zou bevrijden, pleegt hier zelf een moord. Is dit de man die God zou ...