7e zondag in de paastijd C
"IK IN HEN EN U IN MIJ" Onze roeping ontstaat in het gebed van Jezus tot de Vader: “Laat hen allen één zijn, Vader.” In deze woorden vinden we de kern van ons geloof. Jezus spreekt dit gebed uit op een moment van diepe verbondenheid met de Vader. Hij draagt zijn leerlingen aan Hem op, en in hen ook allen die Hem zouden leren kennen. Zo mogen wij leven onder de adem van Jezus’ gebed, gedragen door Hem. Een mooie gedachte, toch? Deze eenheid met Jezus is geen bijkomstigheid. Ze behoort tot het hart van ons gelovig bestaan. Wie zich toevertrouwt aan Christus, wordt binnengeleid in de liefde die Hem met de Vader verbindt. Dat is een eenheid die ons niet enkel overstijgt, maar ook heel persoonlijk raakt. Ze opent ons hele zijn voor het grotere verband en het geheel waarin wij leven. In die verbondenheid met Jezus vinden we richting. Hij is het centrum van ons bestaan, het hart van de Kerk, de bron van wie wij zijn. “Ik in hen en U in Mij.” Het is een geestelijke ruimte waarin...