zaterdag in de 4e paasweek

IN ZIJN NAAM, DE WERELD IN

In de eerste lezing worden Paulus en Barnabas geconfronteerd met afwijzing. Wat begon met enthousiasme – bijna de hele stad kwam samen om naar het woord van de Heer te luisteren – eindigt in weerstand en zelfs verzet. Jaloersheid, laster en uiteindelijk verbanning zijn hun deel. Toch laten de apostelen zich niet uit het lood slaan. Ze spreken klare taal: “Aangezien u de boodschap afwijst, wenden we ons tot de andere volken.” En ze citeren de profeet: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.”

Dit moment is geen voetnoot in de geschiedenis, maar een sleutelmoment in het zelfverstaan van de Kerk. Hier komt aan het licht dat het evangelie niet gebonden is aan één volk, één cultuur of één plek. Gods heil is universeel. De jonge Kerk leert zich openstellen voor de wereld, voor mensen van alle talen, levensomstandigheden en achtergronden.

Deze zending tot de volken is niet optioneel of bijkomstig, ze behoort tot het hart van het christelijk geloof.

Wat zich in Antiochië afspeelt, blijft herkenbaar tot op vandaag: het evangelie roept soms weerstand op, zeker waar het bestaande kaders bevraagt of gevestigde belangen uitdaagt. Maar tegelijk blijft het krachtig leven onder wie zich opent. “Allen die voor het eeuwige leven bestemd waren kwamen tot geloof,” staat er. En: “De leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.” Dat is de andere kant van de zending: vreugde die niet stukgaat op tegenstand, omdat ze gevoed wordt door de Geest van Christus zelf.

In een wereld die vaak moe is van religie en wantrouwig tegenover geloof, stellen we vandaag de vraag hoe we die verkondiging moeten doen. Jezus zegt: “Wie op Mij vertrouwt, zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat.” Deze woorden – tegelijk opdracht en belofte – openen een weg. Hij zendt zijn leerlingen namelijk niet met lege handen, maar met zijn Geest, die hen met Hem verbindt. Vanuit die verbondenheid mogen zij zijn werk voortzetten: verzoenen, vrede brengen, genezen, spreken, nabij zijn. Het is dezelfde Geest die de jonge Kerk bezielde in Antiochië, en die ook vandaag ons in beweging wil zetten. In zijn naam worden wij gezonden – met vertrouwen, met vreugde, tot aan de uiteinden van de aarde.

Dat perspectief klonk ook door in de eerste woorden van paus Leo XIV bij zijn eerste Urbi et Orbi, op 8 mei, kort na zijn verkiezing tot paus: “Vrede zij met u allen!” Daarmee richtte hij zich niet enkel tot de menigte op het Sint-Pietersplein, maar tot de hele wereld. Zijn eerste woorden als paus waren geen beleidsverklaring, maar een echo van het evangelie zelf: de vrede van de verrezen Christus. Die vredesgroet is niet bedoeld voor één geloofsgemeenschap alleen, maar klinkt als een uitnodiging aan de hele wereld om bruggen te bouwen, muren te slechten, wonden te helen – overal waar mensen verlangen naar licht en hoop.

Zo wordt de Kerk, telkens opnieuw, geroepen om niet naar binnen gekeerd te leven, maar zich te laten zenden – de vrede van de Heer uitdragend, tot aan de uiteinden van de aarde. Om het evangelie zichtbaar te maken in daad en woord.

Laten we samen onze schouders zetten onder Gods roep, en zijn zending met vertrouwen en vreugde opnemen; in en met en door de Heer.

Laten we bidden

Gij zijt het licht voor alle volken.
Schenk ons de moed om uw werk voort te zetten.
Beziel ons met uw Geest,
opdat wij in uw liefde
de blijde boodschap van God mogen uitdragen,
in vertrouwen en met vreugde,
tot aan de uiteinden van de aarde.
Amen.

Geliefde mensen, mogen wij als Kerk blijde getuigen zijn van de opstanding van Jezus, in alles wat we doen en zeggen.
Een aangenaam weekend,
kris


Om mee op weg te gaan

In hoeverre weerspiegelt mijn leven de kracht van Jezus’ opstanding? We hoeven er niet altijd met woorden over te spreken, maar het mag wel doorstralen in wie we zijn. In onze woorden, onze keuzes, onze blik op anderen, in hoe we luisteren, vergeven, aandacht geven. Ook in de manier waarop we omgaan met tijd, met relaties, met kwetsbaarheid, met humor. Leeft Pasen in mij – en kunnen anderen dat voelen?

Reacties