maandag in de 3e paasweek
TUSSEN BROOD EN WAARHEID
Als Jezus vandaag onder ons zou rondgaan, zou Hij ongetwijfeld opvallen. Zijn daden - mensen genezen, brood vermenigvuldigen, vergeving schenken - zouden onmiddellijk viraal gaan. Zijn wonderen zouden miljoenen keren gedeeld worden op sociale media. Zijn naam zou opduiken in talkshows en nieuwsfeeds, hashtags zouden dagenlang trending zijn, en een eindeloze stroom van likes, reacties en bewonderende woorden zou Hem vergezellen - overal waar zijn naam maar genoemd werd.
Maar of men Hem echt zou begrijpen? Dat is de vraag.
Ook toen volgden mensen Hem massaal. Niet zozeer om wie Hij was, maar om wat Hij gaf. Na de broodvermenigvuldiging zochten ze Hem weer op, vol verwachting. Maar Jezus doorprikt hun motief: “U zoekt Mij niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent.” Ze wilden meer van hetzelfde. Nog brood. Nog een wonder. Meer van dat alles! Maar het teken dat hen had kunnen openstellen voor wie Hij werkelijk is, had hen niet geraakt.
En dan zegt Jezus iets wat geldt voor alle tijden: “Doe geen moeite voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat blijft en eeuwig leven geeft.” Hij nodigt uit om de blik te verleggen: van wat ons tijdelijk vult, naar wat ons ten diepste voedt. Van het zichtbare naar het verborgene. Van oppervlakkige verzadiging naar duurzame verbondenheid met Hem, en met elkaar.
Het is een ongemakkelijke waarheid, een spiegel voor ieder van ons. Ook wij hollen vaak van prikkel naar prikkel. Diep vanbinnen verlangen we naar dat eeuwige voedsel, maar we blijven gemakkelijk hangen in het oppervlakkige. In het beste geval zijn we liefdevolle mensen, en doen we aan ‘liefdadigheid’. Maar wat is de bron van dit alles? Mag dat Jezus zijn? Zijn we werkelijk verankerd in Hem, zoals het evangelie ons vraagt?
Op Palmzondag zagen we tranen bij Jezus. Een hele menigte stond Hem toe te juichen. Ze rolden zelfs hun eigen mantels uit als een rode loper. Enkele dagen later stonden er nog slechts een handvol getrouwen onder het kruis. Bij wie horen wij? Bij de jubelende menigte, of bij hen die bereid zijn mee te gaan tot onder het kruis? Jezus weende daar op het veulen omdat Hij de mensen kende - beter dan zij zichzelf kenden. Iets soortgelijks gebeurt in het evangelie van deze dag. En ik vermoed dat - wanneer Jezus vandaag de wereld inkijkt - het niet anders is.
Paus Franciscus werd - dat bleek al tijdens zijn leven - wereldwijd diep gewaardeerd om zijn nabijheid, zijn tederheid, zijn pastorale stijl. Hij was een paus onder de mensen, zo wordt hij genoemd. Terecht. Maar je kunt je afvragen: heeft men echt begrepen van waaruit hij leefde? Heeft men geluisterd naar wat hem werkelijk dreef? Het ging hem niet alleen om aandacht voor de armen en misdeelden. Het ging hem om Jezus. Om gehechtheid aan Christus. Om vanuit Hem Gods barmhartigheid zichtbaar te maken. In de armen de Gekruisigde ontmoeten. Dat wordt te vaak overgeslagen, terwijl het de kern is.
Hetzelfde geldt voor moeder Teresa. Ze wordt bewonderd om haar werk met de allerarmsten, en terecht. Maar weinigen weten dat ze elke dag vier uur neergeknield zat bij het uitgestelde Heilig Sacrament. Dat was haar geheim. Haar kracht. Haar oorsprong. Van daaruit trok ze de straat op.
Ook Stefanus ondervond dat hij niet begrepen werd, zoals we vandaag lezen in de eerste lezing. Hij leefde in de kracht van de Geest, sprak met vuur, deed wonderen in Gods naam. Maar men begreep niet waar het hem werkelijk om te doen was. Zijn innerlijke bewogenheid stuitte zelfs op weerstand. Zijn woorden werden verdraaid, zijn geloof verdacht gemaakt. Uiteindelijk zal hij uitgewist worden.
Stefanus had zijn leven gegrond in de Heer - en dat straalde af van zijn gelaat. Zijn gezicht leek op dat van een engel.
En dat is waar ook wij voor staan. Als Kerk zouden we moeten stralen als een engel. Niet om bewondering te krijgen, maar om liefde te zaaien, vanuit ons geworteld zijn in de Heer. Daar, in de stilte van gebed, in de trouw aan het evangelie, groeit een vreugde die blijft. De vreugde van wie zich toevertrouwt aan Jezus - en zo licht wordt voor anderen.
Moge die weg ons niet afschrikken, maar aantrekken. Want het is de weg van leven. Van vrede. Van God.
Laten we bidden
Heer Jezus,
U kent ons hart.
Maak ons los van wat vergaat,
en wek in ons het verlangen naar wat blijft.
Laat uw Geest zo in ons gloeien,
dat de honger naar het eeuwig voedsel –
ons gegrond zijn in U –
sterker wordt dan elk ander verlangen.
Mogen wij zo, als Kerk,
een spiegel zijn van uw liefde.
In uw naam.
Amen.
Geliefde mensen, moge de vreugde van het evangelie vandaag ons hart vervullen en ons meenemen voorbij alles wat leeg is, naar wat écht leven geeft. Laten we met open handen staan in het Licht van Christus, en ons leven maken tot een ware lofzang van liefde.
Een toegewijde maandag,
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe diep zijn wij werkelijk gegrond in Christus? Durven we verder te kijken dan wat zichtbaar is, voorbij het oppervlakkige en vluchtige? Zijn we bereid af te dalen in ons innerlijk, waar de Geest woont en spreekt? Daar, in die stille diepte, wil Jezus ons ontmoeten - als bron van leven, liefde en waarheid.
Dit in de morgen kunnen lezen ,brengt ons en mij al zo diep verbonden met Christus en Zijn en onze Vader ! Ja we varen dan mee naar de "overkant"?Naar de diepte van ons hart waar Hij woont ! * Hij is de Weg, de Waarheid en Het Leven !" Dank Kris om ons aan te moedigen het heel. stti te maken in ons om dan mét Hem te wandelen !
BeantwoordenVerwijderenIk kan dit alleen maar beamen. Dank je wel Jacqueline.
VerwijderenDank je, Kris. Inderdaad, het fundament is Christus. 'Zonder Mij kunt gij niets".
BeantwoordenVerwijderenSteeds opnieuw terug naar de Bron, om dan te kunnen gaan naar mensen. Maar steeds opnieuw, van Hart tot hart om ons te laten vullen vanuit Zijn Liefdesstroom om deze liefde door te kunnen geven...
BeantwoordenVerwijderen