3e zondag in de paastijd - C

HET BROOD, DE BLIK, DE VRAAG

Op het eerste gezicht lijkt het evangelie van deze zondag een eenvoudig vissersverhaal. Petrus en enkele leerlingen keren terug naar hun oude stiel, het vissen, alsof ze hun leven van vóór Jezus weer oppakken. Maar dan staat Hij daar, op de oever. Onherkenbaar in eerste instantie, maar zijn stem klinkt vertrouwd. Een wonderlijke vangst, een vuurtje aan land, brood en vis – alles ademt nabijheid, vrede, leven.

En dan richt Jezus zich tot Petrus, niet met een verwijt, maar met een vraag: “Heb je Mij lief?” Drie keer stelt Hij die vraag. Niet toevallig drie keer – het is een genezing van de drievoudige verloochening. Maar het is méér dan herstel. Het is voorbereiding. Jezus wil Petrus zijn kudde toevertrouwen, de zorg voor mensen, de leiding over de jonge Kerk. Maar er is één voorwaarde, één fundament: een liefde als antwoord op zijn roep – een liefde die in Hem geworteld is.

“Heb je Mij lief?” Het is een vraag die Jezus aan Petrus stelt, maar ook aan ieder van ons. Niet: “Ben je sterk genoeg?” Niet: “Heb je alles onder controle?” Niet: “Kan je dit aan?” Maar: “Heb je Mij lief?”

Liefhebben als christen is nooit iets wat je uit jezelf haalt. Het is een liefde die je geschonken wordt – groter dan je hart, dieper dan je wil. Ze ontspringt in de levende band met Jezus, die je opneemt in zijn eigen goddelijk leven. Vanuit die verbondenheid groeit er een liefde die niet draait om jou, maar die je draagt en zendt. Zo wordt beminnen geen prestatie, maar een deelname aan de zending van de Heer zelf. Liefhebben is genade.

Van belang is ons te voeden aan de Heer. Er is – menselijk gezien – zoveel dat ons kan vermoeien of afleiden. Onze liefde kan lauw worden, halfslachtig. Onze zorg kan opgebrand raken. We hebben het nodig om telkens opnieuw naar die oever te gaan, waar Hij ons opwacht met brood, met vuur, met zijn blik vol vertrouwen.

De woorden waarmee Jezus zijn gesprek met Petrus afsluit, zijn tegelijk veelzeggend en kwetsbaar: “Toen je jong was, deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde; maar wanneer je oud wordt, zal een ander je handen grijpen...” Dat is geen bedreiging. Het is een levenswijsheid. Toen we jong waren – in jaren of in geloof – dachten we alles zelf te kunnen bepalen. Maar wie gegroeid is in het geloof, herkent gaandeweg dat het niet meer gaat om onze eigen plannen. Liefde maakt ons beschikbaar. Engagement laat zich niet dicteren door gemak. Wie Jezus liefheeft, laat zich leiden – ook als de weg vreemd of moeilijk lijkt.

Christelijke liefde is geen romantische liefde. Het is de liefde van Hem die zelf zijn leven gaf. Liefde roept. Liefde nodigt uit. Liefde brengt je op weg. Niet jij bepaalt die weg. De liefde leidt je, van binnenuit. Misschien is dat de mooiste vrucht van volwassen geloof: dat je je laat leiden door de liefde van Christus. Dat je niet langer je eigen leven invult, maar dat je toelaat dat Hij jou de gordel aandoet, en jou zendt – soms op plaatsen die je niet gekozen had, maar waar jij wél nodig bent.

Laat je “ja” weerklinken als antwoord op de stem van de Liefde die je roept.

Volgende woensdag begint het conclaaf. Het college van kardinalen zal samenkomen om een nieuwe paus te kiezen. Het is een beslissing die niet louter het resultaat mag zijn van menselijke denkoefeningen, strategie of berekening. Hier moet de hemel zich mee bemoeien. Want de Kerk heeft geen manager nodig, maar een herder naar Gods hart. De ene vraag die alles doordringt, is die van de Heer zelf: “Heb je Mij lief?” Niet: ben je bekwaam, invloedrijk of populair – maar: “Heb je Mij lief?” Enkel wie uit die liefde leeft, kan de last dragen die hem toevertrouwd wordt. Enkel wie zich in Christus heeft geworteld, kan de kudde van Christus voorgaan. Laat ons daarom bidden dat de Geest van de Heer krachtig waait in het conclaaf. Dat de liefde van Christus richting mag geven aan elk overleg, elk woord, elke stem. Dat de Kerk geleid mag worden door wie eerst leerling durft te zijn en bereid is ieder mensenkind de voeten te wassen.

Laten we bidden

Heer Jezus,
U komt ons tegemoet,
aan de oever van ons leven.
U kijkt ons aan en vraagt niet wat we kunnen,
maar wel of we U liefhebben.
Leer ons leven vanuit die liefde
die U ons eerst hebt geschonken.
Maak ons beschikbaar,
stuur ons waar U ons nodig hebt.
Wees onze kracht wanneer wij zwak zijn,
onze trouw wanneer wij twijfelen,
ons vuur wanneer wij lauw worden.
Leid ons langs de weg van liefde en engagement,
zodat we in alles uw leerlingen mogen zijn.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Geliefde mensen, moge ons leven een gegeven leven zijn, geleid door Christus, die ons vraagt Hem bovenal lief te hebben. Moge onze liefde vervuld zijn van zijn genade.
Zegen over deze zondag.
kris


Om mee op weg te gaan

Waar haal ik de stuwkracht vandaan om lief te hebben en mij in te zetten? Doe ik dat ten koste van de Heer, die niet alleen vraagt iedereen te beminnen, maar ook zoals Hij te beminnen? Ben ik bereid mij te laten omgorden door Christus, en mij te laten zenden op wegen die ik zelf niet zou kiezen? Durf ik mijn leven toevertrouwen aan de Liefde die mij roept, leidt en draagt?

Reacties

  1. dank kris voor je diepzinnige uitleg van het evangelie. met name het verband dat je legt tussen volwassen geloven en de hulp die een mens daarbij nodig heeft wordt vind ik heel verhelderend. ik lees deze tekst al jaren en heb nooit het verband begrepen tussen de gelijkenis van het oud worden en het voorafgaande verhaal. - niet mijn wil, maar uw wil geschiede mijn God. niet mijn kracht maar de uwe maakt dat mogelijk.-

    BeantwoordenVerwijderen
  2. " --Toen je jong was, deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde; maar wanneer je oud wordt, zal een ander je handen grijpen...”
    Voor mij betekent dit NU reeds :
    Niet mijn wil, maar uw wil geschiede mijn God. niet mijn kracht maar de uwe maakt dat mogelijk.
    Maar -Enkel wie uit die liefde leeft, kan de last dragen die hem toevertrouwd wordt.
    Voor zo'n LIEFDE moeten we bidden, hebben we GENADE nodig.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten