maandag in de 4e paasweek

CHRISTUS ALS WARE DEUR

Waar Jezus gisteren - zondag - nog sprak over de schapen die Hij niet zomaar laat wegroven, zegt Hij vandaag tot zijn schapen: Ik ben de deur.” Geen poortwachter, geen wegbereider aan de kant, maar de levende toegang tot het hart van de stal. In Hem ligt de doorgang tot het leven, tot de heilige ruimte waarin wij ons laten aanraken door zijn liefde. Wie deze deur binnengaat, komt in het heiligdom van zijn eigen ziel, waar onze Drie-ene God verblijft.

Dat heiligdom raakt aan de diepste laag van wie wij zijn – daar waar Gods Geest woont en ademt. In Christus binnengaan is ons toevertrouwen aan Gods aanwezigheid. Het is je laten vormen en losmaken, bemind worden tot in je wortels. Het harde in ons wordt week, het gesloten wordt open, het maakt ons tot beschikbare mensen. Het is een plek waar je niet enkel gedragen wordt, maar ook herschapen - en wel in Christus.

Dezelfde deur is ook de deur waarlangs we gezonden worden. Christus is niet enkel de ingang tot het leven met God, in een zekere intimiteit tussen Hem en jou; Hij is ook de doorgang naar de ander. Deze deur is dus nooit gesloten. Ze blijft openstaan tussen binnen en buiten, tussen stilte en zending, tussen genade en verantwoordelijkheid. In Hem gaan we niet alleen naar binnen, maar ook weer naar buiten - met de geur van de grazige weide nog in ons, om het veld van de wereld in te stappen. En denk vooral niet dat je de innigheid met God verliest door naar buiten te gaan. Als christen ben je geroepen in Gods innigheid te blijven, midden in de wereld waartoe je gezonden bent.

Dat geldt niet alleen voor ons persoonlijk. Ook de Kerk, als Lichaam van Christus, waar wij allen deel van uitmaken, ontleent haar leven aan deze deur. Als gemeenschap moet zij er niet voor staan, maar erdoorheen gaan. Ook haar identiteit ligt binnenin, niet aan de buitenkant. Maar ook hier geldt: binnengaan is tevens buitengaan. Deuren van kerken en basilieken kunnen misschien bij tijden gesloten worden; dat geldt niet voor de deur die Christus is. Deze deur kent geen slot. Dat geldt ook voor de Kerk. Voortdurend zullen er mensen binnen- en buitengaan: binnen om te grazen en te vieren, buiten om te belichamen, om te doen wat gedaan moet worden.

Het was een sterk beeld hoe bij het begin van dit Jubeljaar op zoveel plaatsen heilige deuren werden geopend - en nog steeds geopend zijn. Elke heilige deur is een teken van Jezus, een uitnodiging om werkelijk binnen te treden, en vervolgens weer naar buiten te gaan, gezonden in zijn naam.

Jezus waarschuwt ons vandaag ook voor rovers – machten en stemmen die niet door de deur - die Christus is - willen gaan, maar  binnendringen via sluipwegen. Hun bedoeling is om te stelen wat heilig is. Ze doen dit met de overtuiging dat ze in hun volste recht staan. Ze spreken met de taal van de autonomie, de efficiëntie, het recht op zelfbeschikking. Ze eisen dat het christelijk geloof zich terugtrekt in de privésfeer, dat de Kerk meer moet zwijgen, dat ethiek ondergeschikt wordt aan wat zogenaamd wenselijk of haalbaar lijkt. Er zijn instanties die de evangelische boodschap als hinderlijk ervaren, en die haar daarom marginaliseren of ridiculiseren - soms met harde afwijzing, soms met ogenschijnlijke verdraagzaamheid. Maar in wezen is het hun bedoeling dat de stem van Christus verdwijnt uit het publieke leven.

Maar vergis je niet: de rovers zijn ook te vinden binnen de eigen contreien. Ze zijn niet altijd herkenbaar, maar ze zijn er wel. Ze spreken met vertrouwde woorden, komen zeer trouw over, zijn tot in de puntjes in orde wat het volgen van de liturgie betreft en het dragen van liturgische kledij. Maar ondertussen hebben ze zich bezondigd aan geestelijk of zelfs seksueel misbruik, aan het verknechten van gewetens onder een masker van orthodoxie, aan leiderschap dat zichzelf dient in plaats van de ander. Denk ook aan het trage venijn van roddel, uitsluiting, zelfgenoegzaamheid - allemaal manieren waarop het heilige wordt betreden zonder eerbied. Ze gaan niet door de deur waarover het evangelie vandaag spreekt. Ze nemen een andere ingang, verhuld in vormelijkheid of vroomheid, maar los van de liefde die Christus is. Ze verzieken de stal. Jezus heeft meermaals duidelijke taal gesproken tot dergelijke rovers. Ook paus Franciscus was vaak niet min in zijn woorden. En gelijk hadden - of hebben - ze.

En dan is er nog die ongemakkelijke waarheid: soms zijn wij zelf die rover. We denken dat we binnenkomen door Christus, maar nemen in werkelijkheid een andere deur. We gebruiken geloofstaal om onszelf te beschermen, om niet te moeten veranderen. We schuiven moeilijke waarheden opzij, houden anderen op afstand, zien de nood van de ander maar trekken ons - zonder dat iemand het doorheeft - terug in onszelf. Ja, ook in ons kunnen motieven binnensluipen die niet in het licht willen staan. Wie eerlijk kijkt, weet: het gevaar zit niet alleen buiten of om ons heen. Het woont soms ook in onszelf. Het vraagt moed om dat onder ogen te zien, en vertrouwen om het in Gods handen te leggen.

De sleutel ligt in de deur zelf: alleen wie door Christus binnengaat, komt werkelijk binnen in het leven. Daar, in zijn nabijheid, worden we beschermd tegen wat ons van binnenuit of van buitenaf dreigt te roven. Via die deur worden we gevormd naar Gods hart - in waarheid en genade. Vanuit de innige omgang met Christus groeit een richting, een roeping, een zending: als mensen die wonen in het Licht, en van daaruit ook gaan. In Christus krijgen we gestalte, en mét Hem treden we de wereld tegemoet - met zijn liefde.

Laten we in het zog van de Heer, en in eenheid met Hem, leven geven aan de wereld, in waarheid en zuiverheid.

Laten we bidden

Heer Jezus,
U bent de deur naar het leven in overvloed.
Laat mij bij U binnengaan,
waar U mij kent, vormt en geneest.
Maak mijn hart beschikbaar voor uw liefde
en sterk voor de weg die U mij wijst.
Bewaar mij voor de stemmen die roven wat heilig is.
Zend mij naar buiten met uw licht in mijn handen.
Laat mij wonen in uw nabijheid
en gaan in uw naam.
Vandaag en alle dagen van mijn leven.
Amen.

Geliefde mensen, kies Christus als de enige deur. En veel komt goed.
Mooie maandag!
kris


Om mee op weg te gaan

Durf je in jezelf nagaan of je werkelijk Christus kiest als de enige deur naar het leven? Of kies je ook wel eens voor andere ingangen, en doe je op die manier aan diefstal wat betreft het heilige in je leven? Kunnen wij daarin een keuze maken? Vandaag nog?

Reacties

  1. Beste Chris, dat was een goede overdenking. Leven in en door Christus, Hij alleen! Dan is het belangrijk dat we de Heilige Geest bidden om de gave van onderscheid. Dan kunnen we pas goed zien wat wel en wat niet van Christus is!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten