dinsdag in de 5e week van de paastijd

'MIJN VREDE GEEF IK JULLIE'

Onderstaande overweging is geïnspireerd door 'Bezinningen bij Gods Woord - van dag tot dag', destijds geschreven door de norbertijnen van Tongerlo.

"Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie."
Die woorden klinken op een avond vol spanning. Jezus weet wat Hem te wachten staat. Hij wordt bespied. Zijn leven is bedreigd. Aan tafel heerst geen rust. De leerlingen zijn opgeschrikt, verward, op hun hoede. De voetenwassing heeft hen uit evenwicht gebracht. Eén van hen zal Hem verraden. De sfeer is broos. Alles ademt dreiging en onzekerheid. En juist dan spreekt Jezus van vrede.

"... zoals de wereld die niet geven kan."
De vrede van de wereld blijkt broos en wankel. Akkoorden worden ondertekend, maar hun beloften verdampen sneller dan inkt kan drogen. Bommengeweld blaast wapenstilstandsverdragen aan flarden. Wie opkomt voor gerechtigheid verdwijnt achter tralies. Terwijl diplomatie de vrede bezweert, groeit in de schaduw een nieuwe generatie wapens: drones, cyberaanvallen, uiterst precieze bommen die steden kunnen verwoesten zonder dat er een soldaat zichtbaar is. De wapenwedloop neemt opnieuw toe, ondanks de groeiende armoede en honger die miljoenen mensen treffen.

Tegen die stroom in klonk de stem van paus Franciscus als een roepende in de woestijn. Onophoudelijk herinnerde hij eraan hoe dwaas en zinloos oorlog is. Hij riep op tot ontwapening, tot echte ontmoeting tussen volkeren. En nu, in de begindagen van zijn pontificaat, treedt paus Leo XIV in datzelfde spoor. Zijn oproep is helder: staak elke vorm van geweld, herstel de waardigheid van elke mens, kies radicaal voor vrede. Gisteren nog sprak paus Leo met leiders van andere kerken en religies, en met vertegenwoordigers uit verschillende spirituele tradities. Hij sprak zijn waardering uit voor hun inzet voor vrede en zijn hoop op gezamenlijke inzet tegen oorlog, bewapening en sociale ongelijkheid. We moeten blijven de vrede verkondigen, tegen alle kwaad in.

Jezus' vertrouwen wankelt niet. Hij kent het kwaad, Hij kijkt het in de ogen. Maar Hij laat zich er niet door verlammen. Angst krijgt geen greep op Hem. Zijn leven is gewijd aan een droom die sterker is dan de dood: dat alle mensen broeders en zusters worden. Voor die droom zal Hij gaan, tot het uiterste. Zijn vrede is geen illusie, maar een verbond - bezegeld met zijn bloed.

"Maak je niet ongerust en verlies de moed niet."
"Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is."

Wie met Jezus verbonden is, draagt zijn vrede in zich. Ze wortelt dieper dan het rumoer van de wereld. Geen macht kan haar ontnemen. "De heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over Mij." Vrede - geplant in het hart. Vrede - midden in strijd en verwarring. Vrede - van God zelf.

Die vrede maakt de christen wakken én weerbaar. Ze maakt navolging mogelijk, ook in moeilijke tijden. Mensen kunnen zich tegen elkaar keren. Onrecht zal er blijven. Maar wie leeft vanuit het evangelie weet: het kwaad heeft en krijgt niet en nooit het laatste woord.

Paulus en Barnabas - zo lezen we vandaag in de eerste lezing - bemoedigden de leerlingen en spoorden hen aan te volharden in het geloof, en wezen erop ‘dat wij pas na veel beproevingen het koninkrijk van God binnen kunnen gaan’. Dat besef geeft kracht. Geloof is geen schild dat het lijden afweert, maar een vuur dat mensen bijeenhoudt.

Christenen laten elkaar niet los. En ook allen die van goede wil zijn, worden meegenomen in dat vertrouwen. Wie leeft vanuit Gods vrede, wordt zelf tot zegen.

Laten we bidden

Heer,
U laat een vrede na
die de wereld niet geven kan.
Plant die vrede in ons hart,
zodat angst en onrust geen vat op ons krijgen.
Maak ons standvastig in geloof
en trouw in de zorg voor elkaar.
Laat ons leven vanuit uw droom:
dat alle mensen broeders en zusters zijn.
Amen.

Geliefde mensen, laten we de vrede van de Heer omarmen als fundament van onze trouw in deze onrustige wereld.
Zegen over deze dag,
kris


Om mee op weg te gaan

Is ons leven werkelijk zo geworteld in Christus, dat zijn vrede - die de wereld niet geven kan - ons hele bestaan doordringt? In onze omgang met elkaar, in ons gebed voor de wereld, en in onze bereidheid om, waar mogelijk, uitdragers van vrede te zijn?

Reacties