6e zondag in de paastijd
LEVEN IN HET HIER EN NU
Niet ver weg. Niet later. Niet verborgen in een heiligdom buiten ons bereik. God woont onder ons. Dat is de kern van het visioen van de heilige stad in de Openbaring van Johannes, zoals we in de tweede lezing lezen. Johannes beschrijft daar een stad die niet schittert door haar pracht omdat zij bewoond is door God zelf. Zij heeft geen tempel meer nodig. Geen afgebakende plaats van Gods aanwezigheid. Johannes schetst een toekomstbeeld, maar het hoeft geen verre droom te zijn. Het licht van die stad wil ons leven nu reeds verlichten. God is er, overal. In het hier, in het nu - en in wat nog komen zal.
Dat nu is geen vage aanduiding van tijd. Het is het moment waarin wij leven, bewegen, ademen. Daar, precies daar, is Hij te vinden. In de ademhaling van de oude vrouw die op haar balkon naar de vogels kijkt. In de vermoeide ogen van een man die vergeeft. In het verlangen van een kind naar geborgenheid. Hij is in het heden, in het hier en nu, zoals Hij ook in de toekomst zal zijn. Hij is de Levende, alomtegenwoordig.
Wie zich opent voor dit mysterie, beseft dat er niets gewoner en tegelijk niets heiliger is dan het dagelijks leven. God zoekt geen verblijf in stenen gebouwen, maar in mensen die Hem toelaten. Niet in het buitengewone, maar in het gewone dat door zijn aanwezigheid doordrongen wordt. In Christus heeft God zich verenigd met ons bestaan. En Hij roept ons op om met Hem verbonden te zijn, precies in dát bestaan.
In het evangelie van vandaag belooft Jezus zijn leerlingen de komst van de heilige Geest. Hij spreekt deze woorden kort voor zijn lijden en dood, in die indringende afscheidsrede tijdens het Laatste Avondmaal. Het is nog vóór Pinksteren, en de leerlingen begrijpen nauwelijks wat Hij bedoelt. Jezus zegt dat Hij zal heengaan, maar dat de Geest van de Vader in zijn naam gezonden zal worden. Die zal hen alles duidelijk maken en hen doen herinneren wat Hij gezegd heeft. Het is een belofte, en tegelijk een opdracht tot vertrouwen.
Wij horen dit evangelie niet vóór, maar eeuwen na het gebeuren van Pinksteren, zoals we dat binnen twee weken zullen lezen en vieren. Wij leven in een andere tijd dan de leerlingen toen. De belofte is vervuld. De Geest is uitgestort. Maar het zou fout zijn te stellen dat wij leven in de tijd ná Pinksteren - nee, wij leven in de tijd vàn Pinksteren. De heilige Geest is in ons, vandaag, nu. Hij leeft in ons midden: levend, werkzaam, scheppend.
Dit laatste mag geen randopmerking zijn. Het is beslissend en van fundamenteel belang. Het is namelijk de Geest die ons doet verlangen en ontvankelijk maakt. De Geest draagt ons en voert ons binnen in het leven van Christus. Wie het op eigen houtje probeert te doen, zal van een kale reis terugkomen.
Leven in de Geest gebeurt niet vanzelf. Vaak leggen we, door alles wat ons bezighoudt of bedrukt, stenen voor de bron waaruit de Geest ons zijn gaven wil schenken. (vgl. André Louf, De innerlijke mens, Otheo-Books 2021). Het kunnen zorgen zijn die ons opslorpen, oude wonden die we gesloten houden, of angsten die ons verlammen. Soms lijkt ons hart meer op een gesloten graf dan op een ruimte waar de steen van is weggerold (vgl. André Louf). En toch is ons hart precies de plaats die de Geest wil bezielen. Daar wil Hij wonen, daar wil Hij stromen, daar wil Hij leven wekken. Daar wil de Heer in en met ons verrijzen.
De stenen moeten weg. Dat vraagt overgave. Het vraagt gebed. Stilte. Arm zijn van geest. Het vraagt inzicht en dus onderscheiding. Het vraagt de keuze om God werkelijk toe te laten. Het gaat erom de Geest alle ruimte te geven, opdat Hij overvloedig kan schenken wat wij nodig hebben. Daarom, lieve mensen, koester het gebed - bijzonder het stille gebed. Wees arm in je gebed; geopend en beschikbaar. Moge de Geest je zuiveren, troosten en sturen.
In de eerste lezing van vandaag wordt ook over de heilige Geest gesproken: “In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten…” De jonge Kerk erkent dat het niet haar eigen overleg is dat richting geeft, maar de Geest zelf. Niet uit zichzelf, maar geleid door de Geest komt de gemeenschap tot onderscheid, tot wijsheid, tot vrede. Wat daar gebeurde in de gemeenschap van Antiochië, gebeurt ook nu, telkens als wij de nederigheid in ons dragen om te luisteren en ons laten leiden.
De Geest brengt ons in de vrede van de Heer, waarover het evangelie van vandaag spreekt, een vrede die de wereld niet geven kan. Het gaat om een vrede die niet afhankelijk is van omstandigheden, maar verankerd is in onze verbondenheid met Hem, en waaruit al het andere zal voortkomen. In Christus’ vrede zullen we de moed niet verliezen, zoals het evangelie zegt. We zullen sterkte vinden in Hem. Hij zal ons ten diepste dragen en brengen in het hart van God, in zijn vrede.
Vanuit die vrede worden we gezonden; om te bidden, lief te hebben, te leven - midden in het gewone, alledaagse bestaan. Ons leven is immers de levende verblijfplaats van de Allerhoogste. Hij met ons, vandaag.
Of zoals de tweede lezing van vandaag eindig: De stad (je zou kunnen zeggen: ons leven) heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.
Hoe groots !
Laten we bidden
Heer,
U bent hier,
niet ver weg,
maar levend in dit moment.
Maak mijn hart tot een open ruimte
waar uw Geest vrij mag ademen,
waar geen steen de stroom van uw liefde tegenhoudt.
Breng mij in Christus,
en laat uw vrede in mij wonen.
Vandaag en alle dagen van mijn leven.
Amen.
Geliefde mensen, laten we het nu-moment omarmen als een moment van diepe genade. Hier, op dit moment, omhelst God je met alle liefde die Hij voor jou draagt. Koester dit moment. Het is een rijkdom die met niets te vergelijken is.
Een mooie zondag,
kris
Om mee op weg te gaan
Hoezeer laten wij ons in beslag nemen door het to-do lijstje dat we nog moeten afgehandeld krijgen? Zijn we beschikbaar voor het nu-moment waarin God zijn genade wil schenken? Of laten we de stroom van zijn Geest aan ons voorbijgaan, omdat we met onze gedachten voortdurend vooruitlopen? Moge Hij - de Geest - ons helpen om werkelijk aanwezig te zijn, open voor het heilige dat zich in het hier en nu aandient.
Reacties
Een reactie posten