vrijdag in de 6e paasweek
WAT BLIJFT ALS ALLES BREEKT
De lezing uit de Handelingen voert ons naar Korinte, waar Paulus het geloof verkondigt te midden van spanningen. In een visioen bemoedigt de Heer hem: “Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet. Ik sta je bij.” Geen vroom woord, maar een oproep tot trouw in een context waarin dreiging voelbaar is. Paulus krijgt niet de raad om zich terug te trekken, maar de opdracht om te blijven staan in een stad waar de weerstand tegen hem groeit. De Heer belooft geen kalme toekomst, maar aanwezigheid. Hij zegt: “Niemand zal je een vinger uitsteken om je kwaad te doen.” Maar we weten dat Paulus later wél vervolgd zal worden, zelfs gevangen genomen en terechtgesteld. Die belofte moet dus gelezen worden binnen een breder geloofsperspectief dan dat van tastbare bescherming. We gaan daar zo dadelijk dieper op in.
In het evangelie lezen we iets gelijkaardigs. Jezus zegt: “Je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn.” Hij voegt eraan toe: “Jullie verdriet zal in vreugde veranderen.” Hij vergelijkt het met een vrouw in barensnood. De pijn is intens, maar niet zinloos. Er groeit iets nieuws uit. Jezus spreekt over een vreugde die niemand kan afnemen.
Allemaal goed en wel, maar wat doe je met oorlogsgebieden als Gaza, Oekraïne, Soedan of andere brandhaarden waar mensen trouw proberen te blijven aan hun geloof, en toch het kwaad over zich heen krijgen? Vertel het verhaal van Paulus maar eens aan een moeder die haar kind verloor onder het puin. Leg de vreugde van het evangelie maar uit aan een vrouw die haar man zag sneuvelen, of aan iemand die geen huis meer heeft, geen dorp, geen veiligheid. Daar waar kinderen opgroeien met het geluid van sirenes, waar scholen zijn ingestort en kerken tot ruïnes vervallen.
Is het evangelie dan wereldvreemd? Of getuigt het van een blind geloof dat zich onttrekt aan de rauwe werkelijkheid? Wat betekent het dan, wanneer God zegt: “Wees niet bang. Ik sta je bij”? Wat voor vreugde blijft er over wanneer alles wat je liefhad verdwenen is?
Er is geen gemakkelijk antwoord. Wie predikt dat geloof ons alle geluk of onkwetsbaarheid schenkt, verkondigt niet het evangelie van Jezus, maar een karikatuur ervan. Jezus zegt niet dat we het lijden kunnen ontwijken. Hij zegt wel dat het gedragen wordt, en dat het verbonden kan zijn met een diepere werkelijkheid. In het donker spreekt Hij woorden van leven. De vrede waarvan Hij spreekt wist de pijn niet uit, maar is een bron die dieper stroomt dan de pijn reikt.
Heel vaak gaat dit geloof gepaard met een opdracht. Bij Paulus wordt die meteen concreet. Hij krijgt geen bescherming tegen het gevaar, maar juist een opdracht die alles van hem vraagt: “Blijf spreken.” In een wereld die liever zwijgt, krijgt hij de taak om stand te houden en te blijven spreken. Juist daar waar geweld mensen het zwijgen oplegt, klinkt die opdracht als verzet tegen de logica van de angst. Het evangelie is geen schild tegen het lijden, maar een innerlijke kracht om te blijven getuigen van recht, barmhartigheid en hoop. Evident is dit niet. Het gaat in tegen de stroom van een tijd waarin mensen liever wegkijken dan spreken. En toch mogen we de kracht van het woord niet onderschatten.
Paus Franciscus heeft die roeping zeer ter harte genomen. Als geestelijk leider van de Kerk, maar ook als een van de weinige wereldfiguren met moreel gezag, bleef hij spreken in tijden van oorlog en onrecht. In naam van de Kerk, soms alleen, als een roepende in de woestijn, maar standvastig, zonder zich terug te trekken in vrome algemeenheden. Hij gaf niet op. Paus Leo XIV lijkt dat spoor te volgen. En terecht. De wereld heeft geen nood aan een Kerk die zich stilhoudt uit angst om te storen. Ze heeft nood aan een Kerk die zich laat raken, die getuigt, die onrecht aan de kaak stelt en het kwaad met name noemt.
En wij? Durven wij opstaan, onze plaats innemen, ons gebed verbinden met woorden en daden van hoop en gerechtigheid? Of trekken we ons liever terug in een stilzwijgen dat veilig aanvoelt, maar niets verandert? Hebben we de moed om, met onze paus, onze stem te verheffen waar mensen vertrappeld worden? Niet dat we allemaal op de barricade moeten gaan staan … maar toch. We moeten ons eerlijk de vraag durven stellen of we voldoende spreken, standpunt innemen en weerstand bieden aan onverschilligheid - ook wanneer dat ongemakkelijk is, of ons iets kost.
Zoals we weten sprak paus Franciscus vaak over de 'vreugde van het evangelie' als een innerlijke houding voor een christen. De wereld mag aan ons zien dat wat we dragen iets groter is dan ons puur menszijn, en dat dit vreugde en innerlijke vrede geeft. Dat mag zichtbaar zijn. Maar die vreugde is geen emotie die je zomaar oproept, en zeker geen norm die je oplegt aan mensen die leven in oorlog of lijden onder onrecht. Niemand krijgt zijn kind terug door te horen dat het geloof vreugde brengt. Dat zou naast de werkelijkheid zijn.
Over welke vreugde gaat het dan? Jezus spreekt over een vrouw die baart: de pijn is hevig, maar zodra het kind geboren is, overheerst de vreugde. Er is leven. Maar wat met wie juist een kind verliest? Wat met ouders die naar hun kinderen zoeken onder het puin? Voor hen klinkt dat beeld als een verre wereld. Niet elke pijn mondt uit in nieuw leven.
Toch kan iets van die vreugde zichtbaar worden bij wie rondom het lijden staan. Mensen die blijven, die meeleven, trouw zijn. Ze lossen niets op, maar hun aanwezigheid maakt het verschil. Ze dragen iets dat anderen niet meer kunnen dragen. Dat noemt men trouw. Zoals Jezus trouw de weg van het kruis ging, terwijl Hij had kunnen weggaan. Hij koos ervoor om de lijdende mens niet los te laten.
En laten we toch ook het belang niet vergeten van het gebed. Voor wie lijdt. Voor wie anderen kwaad doen. Voor vrede in deze wereld. Geen ritueel om alles te verklaren, maar een manier om verbonden te blijven met wat ons overstijgt. In het gebed houden we iets open. We laten niet los. Zoals Hij niet losliet. En nog steeds niet loslaat.
Laten we bidden
Heer,
leer ons te spreken waar wij liever zwijgen.
Geef ons de moed van Paulus,
die zijn stem verhief in tijden van verdrukking.
Wees nabij aan allen die lijden onder oorlog,
aan wie rouwen, zoeken, wachten in het puin.
Leer ons trouw te zijn zoals U trouw bent gebleven,
tot in het donker van het kruis.
Geef kracht aan wie blijven,
aan wie dragen, waken, bidden.
Maak ons tot mensen die niet loslaten,
Met U, in U, en door U.
Amen.
Geliefde mensen, moge de vreugde van het evangelie oplichten waar wij blijven bij wie lijden. Niet als antwoord, maar als aanwezigheid die niet loslaat.
Een toegewijde vrijdag,
kris
Om mee op weg te gaan
Neem tijd om stil te staan bij jezelf. Waar zweeg jij, terwijl spreken nodig was? Waar keek jij weg, terwijl iemand om nabijheid vroeg? Waar koos jij voor gemak, terwijl iemand je - met woorden of stilzwijgen - riep tot betrokkenheid? Breng het in gedachten voor God. Niet om jezelf te veroordelen, maar om opnieuw te kiezen voor het evangelie. Voor woord, voor nabijheid, voor gerechtigheid. Voor Hem die ook jou niet loslaat.
dankjewel kris voor dit moedige hart onder de riem.
BeantwoordenVerwijderenweer een dag van angst, pijn, verdriet en vernedering voor de talloze onschuldige slachtoffers in de gazastrook, in de oekraine en op alle plaatsen waar men denkt dat conflicten opgelost kunnen worden met geweld.
weten wat ons te doen staat: bij-staan
Inderdaad ik sluit me bij Stefan aan. Kris gaat niet uit de weg voor de rauwe werkelijkheid. Heel moeilijk om te verwerken het leed dat we nu allemaal zien op het nieuws, ook heel moeilijk om daar "bij te staan". Een gift voelt nu niet bepaalt aan als echte bijstand.
BeantwoordenVerwijderenIn Jezus zijn.... En zo iedereen nabij zijn..,.
BeantwoordenVerwijderen