28 okt – Simon en Judas

FEEST VAN GEMEENSCHAP
(Bij Ef 2, 19)

Paulus zegt ons dat we geen vreemdelingen of gasten meer zijn voor God, maar 'huisgenoten'. Wat een mooie en diepgaande gedachte. In Christus is God zo dichtbij gekomen dat Hij zich als huisgenoot onder ons wil vestigen. In een huis delen mensen het leven met elkaar, en als het goed is, wordt de liefde daar gevierd in samenzijn en dienstbaarheid. Niemand staat boven een ander, ieder heeft zijn of haar plaats, maar de kern is de liefde die gedeeld wordt.

Zo worden wij uitgenodigd om te wonen in het hart van God, niet als gasten die even welkom zijn, maar als huisgenoten die het leven met Hem delen. Een gast blijft altijd een beetje een buitenstaander, hoe hartelijk ook ontvangen. Maar huisgenoten leven samen, delen hun vreugden en zorgen, geven zich aan elkaar, en vieren de liefde die hen verbindt.

Dit gebeurt niet ergens ver weg van onze werkelijkheid. Integendeel, Gods nabijheid speelt zich juist af in ons dagelijks leven, midden in de wereld waarin we leven. Zoals Jezus zichzelf uitnodigde in het huis van Zacheüs, zo wil Hij ook bij ons komen – niet alleen in onze fysieke woning, maar vooral in ons hart. Hij wil met ons het leven delen, als onze huisgenoot. Hij legt daarmee zijn goddelijkheid niet af, maar kiest ervoor om ons van binnenuit te ontmoeten, in liefde. Hij raakt ons aan met barmhartigheid, omhelst onze gebrokenheid, en viert met ons het goede dat reeds in ons leeft. Hij komt niet als meerdere of met een oordeel, maar altijd in liefde. Zo wil Hij bij ons zijn, en zo mogen wij bij Hem zijn: als huisgenoten. Wat een diep en mooi besef is dat.

Mooi is ook de gedachte dat Hij ons tot huisgenoten maakt van elkaar. Wie God ontmoet in zijn diepste binnenste, zal leven in de ervaring dat Hij ons schept tot gemeenschap met elkaar in Hem. Anders gezegd: we zullen ons in de gloed van de Heilige Geest van binnenuit gestuwd weten naar de ander toe. We zullen dit ervaren als een zending en een opdracht die Christus zelf in ons hart legt. Jezus zal ons brengen tot bij de ander die we mogen ontmoeten als een 'bedelaar naar liefde'.

Zoals we weten, had Jezus altijd een bijzondere genegenheid voor wat broos en arm was in de samenleving. Als volgelingen van Hem, als christenen, zullen ook wij – wanneer we ons verbonden weten met Hem – oog en hart hebben voor het broze rondom ons. We zullen ons als het ware aangetrokken voelen tot hen, niet als mensen die vanuit een hogere positie nu eens aan liefdadigheid gaan doen, maar als mensen die naast hen gaan staan, als een werkelijke broer of zus. De ander zal het beste in ons naar boven halen. We zullen in hen, en in het samenzijn, God ontmoeten, en samen zullen we het feest van de liefde vieren.
Ook dat is 'huisgenoot zijn van God': huisgenoot van elkaar in de liefde, in de vrede en de vreugde van de Heer.

Ik denk hierbij aan de homilie van gisteren uitgesproken door paus Franciscus tijdens de slotmis van de Algemene Vergadering van de Synode van Bisschoppen, waar hij zei: 'Laten we opstaan en de vreugde van het evangelie naar de straten van de wereld brengen.'  

Geliefde mensen, christen mogen zijn ... een feest van engagement en gemeenschap!

Laten we bidden

God van liefde,
wij danken U voor de vreugde van het samen zijn.
Mogen wij als huisgenoten van U en van elkaar
uw liefde vieren in elk moment.
Vandaag en alle dagen van ons leven.
Amen.

Geliefde mensen,
als ik om me heen kijk, stel ik me soms de vraag of we ons wel bewust zijn van de schoonheid van onze christelijke roeping. Soms mis ik vreugde, eenvoud, en het gewoon doen en zijn. Laten we de diepgang en de eenvoud van ons geloof omarmen en als blijde christenen het goede doen. Gewoon, heel eenvoudig: kleine goedheid, verbonden met de Heer.
Met een genegen groet,
kris


Om mee op weg te gaan

Maakt het gebed me blij? Ik mag immers God ontmoeten, voor zijn aangezicht staan en me door Hem laten opnemen. Zoals Paulus vandaag zegt: God en ik zijn huisgenoten van elkaar.

Ben ik als christen een paasmens? Laat ik me opnemen in de vreugde van Jezus' opstanding om, verbonden met Hem, het goede te doen? Straal ik deze vrede en vreugde uit; eenvoudig en oprecht? Ben ik in mijn omgang met mijn naasten een kartonnen doos of een blij mens?

Zijn wij bereid, naar de woorden van paus Franciscus, met ieders gaven en talenten, onze handen vuil te maken, om het evangelie te brengen in de straten van de dorpen en de steden waar we wonen?

Reacties

  1. Blijheid , Geluk, Vreugde ,Vrede ... ja dàt beleef ik in het diepte van mijn ziel !
    Ik moet alleen de deur van mijn hart openen voor Hem die mij en àlle mensen "onvoorwaardelijk bemint !
    Alleen mijn angst, onzekerheden en mijn ik zucht beletten mij nog véél te dikwijls
    om Zijn Liefde met ,in Hem en door Hem te beleven en door te geven !
    Christus in mij (en beseffen dat Hij in iedere mens aanwezig is maakt me blij en gelukkig !
    Ja ik ben bereid om met Zijn Liefde elke mens te beminnen !
    Télkens weer opnieuw opspringen zoals Barthimeus !

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heilige moeder de Kerk, stuur uw dochters niet van tafel, maar laat ze werkelijk deel uit maken van uw gezin, de Kerkgemeenschap. Jezus van Nazareth gaf Zijn leven voor Zijn eigen vrije meningsuiting, heb zonder uitzondering elkander lief.

      Verwijderen

Een reactie posten