vrijdag in de 2e paasweek

GESCHILDERD DOOR GENADE

De eerste lezing van vandaag neemt ons mee naar de begindagen van de Kerk. We zijn in het Sanhedrin, waar de apostelen terechtstaan. Met twaalf waren ze. Ongewapend. Onbeduidend in de ogen van hun tijdgenoten. En toch konden ze niet zwijgen over wat ze hadden gezien en gehoord. Niet omdat ze zichzelf wilden bewijzen, maar omdat er iets groters in hen brandde: de kracht van de Verrijzenis.

Zelfs na een geseling verlieten ze het Sanhedrin met vreugde. Niet omdat ze pijn wilden, maar omdat ze zich opgenomen voelden in het werk van God. Ze hadden Jezus ontmoet. Ze konden niet anders meer dan Hem verkondigen.

In het evangelie zien we iets soortgelijks gebeuren. Een menigte stroomt toe, hongerig naar woorden en brood. Jezus wendt zich tot Filippus, die meteen rekent: tweehonderd denarie zijn niet genoeg. Menselijke logica botst op de realiteit van tekorten. Ook wij kijken vandaag vaak naar onszelf en onze beperkte mogelijkheden, en zeggen: wat wij kunnen is te weinig, onze middelen zijn ontoereikend, onze woorden te zwak. Er zijn steeds minder priesters, en de enkelen die overblijven hollen van parochie naar parochie. De eucharistie raakt uit beeld. Het doopsel wordt een zeldzaamheid. Pasen lijkt soms herleid tot paaseitjes en lentefeesten. In parochieploegen zoeken mensen vergeefs naar opvolgers. Jongeren vinden nauwelijks aansluiting. En dan klinkt het in ons hoofd: wat kunnen we doen? Maar Jezus zegt: rustig, laat iedereen gaan zitten. Breng wat je hebt. Ik doe de rest.

Het Rijk van God groeit niet door wat wij bedenken, plannen of controleren. Het ontstaat waar mensen zich toevertrouwen aan Gods werk. Zoals het was in de jonge Kerk. Gamaliël begreep het goed: wat van mensen komt, vergaat. Wat van God komt, houdt stand.

De Geest werkt vaak in het verborgene - als gist in het deeg. Zoals die jongen zijn vijf broden gaf, zo mogen ook wij het kleine brengen dat we hebben. Niet omdat het op zichzelf volstaat, maar omdat God het aanraakt en vermenigvuldigt.

God vraagt van zijn Kerk niet dat ze een gemeenschap van helden is. Wel mensen die zich durven toevertrouwen. Die met open handen en een warm hart hun plaats innemen in Gods verhaal. Jezus wil leven en werken door ons heen – dáárover gaat het. Laat dat ons gebed zijn: dat Hij door ons heen zijn Koninkrijk bouwt. Laat ons medescheppers zijn, maar altijd in verbondenheid met Hem. Anders loopt het vroeg of laat vast.

En als het kan: vreugdevol. Evangelische vreugde is geen oppervlakkig enthousiasme, maar de diepe vreugde van wie weet: ik hoef het niet alleen te doen. Hij is het die leeft en werkt in mij. En dat is genoeg - voor mij, en voor ons als Kerk.

Laten we bidden

Heer,
wij hoeven het niet alleen te doen.
U bent het die leeft en werkt in ons.
Leer ons te vertrouwen op uw Geest.
Laat ons vreugde vinden in uw nabijheid
en moed in onze overgave.
Bouw uw koninkrijk door ons heen,
zoals de Vader het bedoelt.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, laat ons blijde penselen zijn in Gods hand. Moge Hij met ons de kleuren van zijn liefde schilderen op het doek van deze dag.
Alle Goeds, kris


Om mee op weg te gaan

Sta eens stil bij de vraag: leef ik als een instrument in Gods hand, of probeer ik zelf de held van mijn verhaal te zijn? Durf ik mezelf aan Hem toe te vertrouwen, in  plaats van alles per se te willen doen vanuit mijn eigen ik? Mag Hij vandaag door mij heen aanwezig zijn - in wat ik zeg, wat ik kies en hoe ik er ben voor anderen?

Reacties

  1. Jacqueline Van Eynde2 mei 2025 om 09:23

    "Heer niet mijn wil maar Uw Wil geschied in mij"!!! Een leven lang dááraàn werken ! Angst en zelfzucht verwijderen ! Als ik mijn eigen ikje de voorhand geef ben ik 'de kluts kwijt ' ! En...toch als ik soms het roer aan Christus toevertrouw word ik ondergedompeld in een zalig gevoel wandelend met Hem !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heer, heel de schepping is een uitdrukking van uw onbegrensde liefde. moge dat ook voor mij en voor ons mensdom waar worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goede Vader, heel ons leven heb ik in Uw handen gelegd. Wij hebben veel
    beproevingen gekend. Soms maakte mij dat moedeloos, zelfs opstandig.
    Het leek alsof U ons in de steek liet. Nu kom ik tot het besef, als ik naar
    sommige gebeurtenissen omkijk, dat er onverklaarbare oplossingen waren.
    En toch, wij zijn maar mensen. Het is in onze kleren gekropen.
    Wij zijn voorzichtig geworden, op onze hoede. Stuur ons daarom Uw Geest om
    de vreugde aan te wakkeren zodat wij U de gepaste eer kunnen brengen.
    Amen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Heer U bent er altijd voor mij! Laat dit zo gans mijn leven zijn.Alle lof en dank U Heer. Ik wil voor altijd met U op pad zijn.Toon mij de juiste weg.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten