Beloken Pasen
Een mens is een gemeenschapsdier. Het zit in zijn genen. Hij is er toe geroepen. Alsof er van de ander een soort aantrekkingskracht uitgaat. Of beter gezegd: de ander ontmoeten nodigt uit. De ander appelleert, roept op.
Een mens kan dan twee zaken doen: erop ingaan, of er niet op ingaan. Wie erop ingaat laat toe dat het beste in je naar boven gehaald wordt. Alsof die ander met zijn appèl in je komt en je in beweging zet. Christelijk religieus geduid zou je kunnen zeggen: In de ander is Christus aanwezig die als een bedelaar vraagt bemind te worden. Dit aanvoelen en erop ingaan is toelaten dat Christus in jou bemint; jij in eenheid met Hem.
Vandaag zien we Tomas zijn vingers leggen in de zijde van Jezus. Het is zijn kleine verrijzenis; zijn opstanding die hij ervaart in de wonde van de Heer. Het is voor hem niet enkel een bewijs dat Christus leeft, maar het is tevens ontmoeting; gods-ontmoeting, en wel in de wonde. Het is de wonde van de liefde waarmee Christus z'n diepste solidariteit getoond heeft naar ieder mens; zowel de mens uit het meest verre verleden alsook de mens in de verste toekomst. Het is de wonde die Hij gedragen heeft op het kruis, maar tevens in zijn verheerlijkt lichaam.
En wij...
Ook wij mogen elkaar ontmoeten in elkaars wonden. Want wonden dragen we allemaal. Zowel wonden van liefde als wonden door zonde, kwetsuren of afschrijving. Mochten we ieder ontmoeten in elkaars wonden, we zouden telkens opnieuw de kleine verrijzenis van Tomas ervaren. Want Christus' liefde zou beleefd en belichaamd worden, ze zou handen en voeten krijgen. We zouden het Rijk Gods midden ons ons ervaren, als de Heer die leeft en bemint, aanraakt en geneest.
Laten we onze vingers leggen in elkaars zijde, en alzo de liefde alle eer brengen. In Christus' naam.
kris
In de hartenwonde van Jezus heeft Thomas het hart van God zelf zien kloppen. Hij heeft in Jezus' open hart Gods eigen hart aangeraakt. Dat hart van God is een en al barmhartigheid. Het past dan ook dat wij vandaag Gods barmhartigheid vieren op deze barmhartigheidszondag. Wij hebben in ons kroontje en in de noveen van de goddelijke barmhartigheid alle mensen neergelegd en ze ondergedompeld in de liefde van God. Ja, wij hebben in hun wonden de Heer herkend. Laten wij, voor zover we kunnen, mekaars wonden dragen en helen. Laten we doen wat we kunnen voor een mens in nood, veraf of dichtbij. Het minste dat we kunnen doen, maar dat we dan ook echt kunnen doen, is bidden. Heer, beweeg ook ons tot daden van barmhartigheid. Wij kunnen wellicht nog meer doen dan wat we nu doen. Soms weten we niet van het leed van anderen, zelfs niet van een bejaard familielid die het alleen niet meer aankan, of van een kind dat zelfs in onze eigen familie niet de geborgenheid vindt die het nodig heeft. Hier spreek ik heel persoonlijk over twee schrijnende gevallen in mijn wat verder liggende familie. Ik voel dat ik mijn nek uit moet steken en dat God mij oproept voor die mensen iets te doen. Heer, verlicht mijn verstand, toon mij hoe ik die mensen kan helpen.
BeantwoordenVerwijderen