donderdag in de paasweek

Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 

Het gesprek dat de leerlingen met elkaar voerden was geen gewone babbel over koetjes en kafjes. Het ging over het feit dat ze Jezus erkend hadden op hun weg naar Emmaüs, en wel bij het breken van het brood. Dus die verrijzenis waarover Hij zich regelmatig uitliet... ja, daar was dus toch iets van aan. Maar wat nu? Gaat Hij zich nog tonen? En zo ja, hoe dan? En aan wie? En hoelang? En wat moesten ze daarmee? Je kan je het gesprek voorstellen. Naast een zekere vreugde van 'het moet dan toch waar zijn' zullen er ook de vragen geweest zijn.
Levendig gesprekken moeten het geweest zijn; alleszins.

Midden in dat gesprek kwam de Heer bij hen staan; 'in hun midden', zo staat er. Mooi toch. Jezus kwam zich in hoogst eigen persoon bemoeien. Als bevestiging. Als antwoord op hun vragen. Ik kan me voorstellen dat hun mond wij openviel van verbazing toe Hij daar ineens 'stond'. Wat moet er in hen zijn omgegaan bij deze 'verschijning'? Verbijstering en angst overmande sommige leerlingen. Anderen meenden een geest te zien.

Tegelijkertijd die mooie woorden van de Heer: 'Vrede zij met jullie'. Dezelfde woorden die de priester telkens weer opnieuw uitspreekt naar het volk toe nadat het brood en de wijn is geconsacreerd tot het Lichaam en Bloed van Christus. De priester zegt die woorden dan ook in naam van de Heer. Later, tegen het einde van de viering, volgt dan de zending. Zo zal het ook bij de leerlingen gaan. Eerst krijgen zij de vrede toegewenst, om daarna uitgezonden te worden.

Deze volgorde is niet onbelangrijk. Want hoe zouden wij onze zending op een goede en vruchtbare manier kunnen volbrengen zonder de vrede van de Heer in ons te dragen? Gods vrede in je dragen is een voorwaarde om er zelf uitdrager van te zijn. Wat je niet draagt, kun je niet uitdragen.
Meer zelfs: Gods vrede zal borg staan om op een goede wijze je zending te kunnen volbrengen.

Wanneer het fout loopt (door bijvoorbeeld de zending je toe te eigenen, of door alle mildheid te zijn verloren) ligt dat gewoonlijk aan het feit dat je Gods vrede op een of andere manier kwijt bent gespeeld. Je neemt dan het heft in eigen handen, met alle gevolgen van dien.

Gods vrede, ons gegeven door Christus zelf, zou steeds aanwezig moeten zijn als een bedding waaruit al het andere tot beweging komt.

Nog een tip: wanneer je bidt (op je knieën thuis, of in een kapel, of aan de keukentafel, of bij het maken van de soep,...) sla dan - voor je met woorden begint te bidden - even je innerlijk blik naar omhoog, en zie 'in gedachten', maar reëel, de Heer voor je staan. Want dat doet Hij, z'n woorden ook tot u uitsprekend: 'Vrede zij met u'. En bid, en zing dan, in zijn aanwezigheid.

Zalig de zuiveren van hart... weet je wel.

kris

Reacties

  1. Weer mooie gedachten en praktische tips, Kris. Dank.

    Jezus is verrezen. Zijn kracht gaat over op Zijn leerlingen. Petrus en Johannes hebben in Jezus’ Naam een lamme genezen. En het kost hen heel veel moeite om aan te tonen dat zij dit wonder niet hebben bewerkt uit eigen kracht, maar dat het Jezus was, Jezus die ter dood was gebracht, maar die God heeft doen verrijzen.
    In het evangelie lezen we verder hoe de verrezen Heer telkens weer naar Zijn leerlingen terugkomt. Zij kunnen het echter nog altijd niet geloven. Maar Jezus is daar met Zijn vrede, de vrede van de vernieuwde schepping die Hij op het kruis heeft voltooid. Hij is geen geest. Hij is het: de gewonde en gekruisigde Heer. Zijn handen en voeten dragen nog de wonden, maar deze zijn doorstraald van Gods heerlijkheid. Jezus vraagt zelfs iets te eten. En Hij eet een stuk geroosterde vis op. Oh, niet omdat Hij honger heeft. Hij is verrezen. Hij is al bij Zijn Vader. Maar zijn verschijning is echt. Hij is het zelf. En Hij legt hen de Schriften uit. Precies zoals Hij gisteren bij de Emmaüsgangers deed. Precies zoals Hij het ook vandaag aan ons doet op Bijbelcitaat en in de woorddienst van de mis. Ja, de Schriften hebben over Hem gesproken, ook over Zijn lijden en sterven, ook over Zijn verrijzenis. Nu moeten de leerlingen over Hem getuigen, vergiffenis van zonden verkondigen in Zijn Naam. Vanuit Jeruzalem moet heel de blijde boodschap van het Nieuwe Testament over de gehele aarde weerklinken. Jezus is de Heer. Hij heeft zonde en dood overwonnen. Het duurt voort tot in onze tijd en tot in alle tijden. Gelukkig zijn wij omdat wij dat goede nieuws kennen en verkondigen mogen, in de eerste plaats door er zelf van te leven.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten