dinsdag in de Goede Week
Jezus voorspelt aan Petrus dat hij Hem driemaal zal verloochenen. Dit moet Petrus zeer bedroefd hebben. Hij hield immers van zijn Heer. Enkele dagen later inderdaad zal blijken dat hij zijn Heer tot drie maal zal verloochenen.
En hoe zit dat met ons?
Moest Jezus aan ons zeggen dat wij Hem binnenkort zouden verloochenen... we zouden, net als Petrus, ook bedroefd zijn, want we houden toch van Jezus. Niet?
Jezus verloochenen betekent niet enkel onze vriendschap met Hem ontkennen wanneer men daarachter zou vragen, zoals dat bij Petrus het geval was.
Jezus verloochenen betekent ook niet liefhebben wanneer deze mogelijkheid er was, het betekent ook niet vergeven wanneer dit kon, het betekent ook geen verzoening brengen daar waar dit wel degelijk mogelijk was. Elke keer, op iedere moment, op elke plaats, waar Jezus vraagt Hem te volgen, en waar wij dat niet doen, verloochenen we Hem in zekere zin.
Christelijk leven mag geen vrijblijvend gebeuren zijn. Het kent en vraagt een welbepaalde levensstijl, een engagement, een zich geven aan de liefde, geënt op het leven van de Heer.
Het leven zit vol oproep. Op oneindig vele wijzen: doorheen mensen, omstandigheden, en zelfs gemoedstemmingen, vraagt de Heer zijn liefde te belichamen, in innige verbondenheid met Hem. Dit zien, en er niet op ingaan, is de liefde, of de Heer, verloochenen.
Laten we het verhaal van Petrus dus niet enkel lezen als een verhaal in de geschiedenis, maar laten we de moed hebben het ook te leggen op ons eigen leven.
En laten we eruit leren, namelijk daar waar het leven vraagt lief te hebben ook daadwerkelijk liefhebben. Opdat er geen haan zou kraaien.
kris
Het tweede lied van de Dienaar bezingt hoe de Heer van hem een spitse pijl heeft gemaakt. Toch ondervindt hij dat zijn leven vruchteloos is; het vergaat in leegte en wind. Toch weet hij dat ondanks zijn schijnbare mislukking, hij zelfs een licht voor de heidenen zal zijn. Jezus kan gerust dit lied op zichzelf betrekken. Hij komt van God en Hij brengt licht voor heel de mensheid. Maar ook Zijn leven vergaat in leegte en wind. Hij staat voor de laatste avond van Zijn leven. Hij viert het paasmaal met Zijn leerlingen en dan zegt Hij dat één van hen Hem zal overleveren. De geliefde leerling, Johannes, ligt dicht bij Jezus’ hart. Johannes peilt dat hart van zijn Meester. Hij is de vorser, de exegeet van Gods liefdesgeheim. Petrus vraagt hem dan ook wie Jezus daarnet bedoelde met Zijn uitspraak. Jezus noemt geen naam. Maar Jezus geeft Judas een stuk brood. Hij blijft in vereniging met Judas, ook op dat laatste uur. Hij geeft hem de communie. In ieder geval Zijn communio, Zijn gemeenschap, Zijn vriendschap. Maar Judas neemt het niet meer aan. De satan vaart in hem. En nu begint voor Jezus het donkere uur. ‘Het was nacht’, noteert de evangelist. Niet alleen buiten, maar ook in het hart van Judas. Toch is Jezus niet hopeloos. Hij weet, zoals de Dienaar in de eerste lezing, dat God bij Hem is. God is Zijn sterkte. God zal Hem verheerlijken, zoals Jezus zelf ook de Vader verheerlijken zal in dat bittere uur van Zijn terechtstelling. Jezus zegt nu ronduit dat Hij niet lang meer bij Zijn leerlingen zal zijn. Petrus wil Hem volgen, ook nu, maar Jezus weet wel beter. Ook Petrus zal zijn hachje redden en Jezus driemaal verloochenen. Hoe eenzaam moet Jezus zich dan gevoeld hebben: verraden door een beste vriend, verloochend door een andere vriend, verlaten door al Zijn dierbare leerlingen. Het wordt werkelijk een donkere nacht. Niet alleen voor Judas, maar ook voor Jezus zelf. Toch blijft Jezus vertrouwen, want God is bij Hem.
BeantwoordenVerwijderenArme Judas. Ook hij werd geroepen om zo te handelen.
BeantwoordenVerwijderendat heb ik ook al vaak gedacht roosje, ook vandaag weer. juist bij het evangelie van Johannes lijkt het of Jezus hem zelfs de opdracht geeft om Hem te verraden. heel wonderlijk en enigszins verwarrend. hoe moeten we Judas nou eigenlijk zien? wat het mij vertelt is dat we het evangelie niet moeten lezen met al te menselijke ogen. dat het niet allemaal is te begrijpen zoals het op het eerste gezicht en makkelijk uitlegbaar lijkt.
Verwijderener is een zgn 'evangelie van Judas' uit 130-170 na Christus teruggevonden in 1978 waarover Ireneus, de eerste kerkvader, schrijft dat: "Judas meer dan iedere andere leerling van Jezus de waarheid kende en het geheimenis van de overlevering (de overlevering van Jezus aan de schriftgeleerden) heeft voltrokken". zo kan het dus ook...
Inderdaad Roosje en Stefaan.
VerwijderenStefaan, ik volg uw opinie, Ik heb het boekje gelezen van Eric-Emmanuel
Schmitt " l'évangile selon Pilate" het is in romanvorm maar het boeide mij
zo en ik geloof dat dit verhaal mogelijk is, zoals de eerste kerkvader schreef Jezus had iemand nodig om zijn opdracht te volbrengen. Ik denk
dat wij het evangelie kunnen interpreteren op een ander wijze.
en daar is volgens mij niet mis mee.