maandag in week 33 door het jaar
OVER GELOOF DAT REDT
(Bij Lc 18, 35-43)
De blinde bedelaar bleef naar Jezus roepen, zelfs nog luider dan voordien, nadat degenen die voorop liepen hem berispten en vroegen of hij zou zwijgen.
Nadat degenen die voorop liepen hem beripsten ... zo staat er. Het zijn geen echte volgelingen van Jezus. Ze lopen voor Jezus uit, denkend Hem in hart en nieren te kennen en te begrijpen. In werkelijkheid zijn het zieke fanatici, mensen die enkel zichzelf volgen, denkend de liefde te dienen. Ze hebben niet enkel een grote mond, maar trachten zelfs hen die nederig roepen de mond te snoeren. Je komt hen overal tegen, in alle tijden. Lastige, en zelfs soms gevaarlijke, medegelovigen. Ze trekken vaak mensen mee in hun oppervlakkig enthousiasme, blind als ze zijn en daardoor niet bereid zijnde de diepte in te gaan. Zij verrichten dikwijls meer kwaad dan goed.
Maar ondanks hun lastigheid blijft onze blinde bedelaar roepen. Hij doet dit van binnenuit, omdat hij aanvoelt dat de Heer is wie Hij is en dat Hij in staat is te genezen. 'Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij', roept hij. Als je dit letterlijk leest, vraagt hij aan Jezus of Hij mee zijn lijden wil ingaan.
Als Jezus voor iets gevoelig is, dan is het voor het lijden van en in de mens, voor het gebrokene, het gekwetste, het broze. Hij blijft dan ook stilstaan, zo lezen we. Zo is Jezus. Zo is de liefde. Liefde staat stil voor wie haar roept. Dat was zo bij Jezus, dat zou - als het goed is - ook bij ons moeten zijn. Liefde hoort, liefde luistert, liefde richt zich naar degene die 'roept' om mede-lijden.
Jezus zei dat men de blinde bij Hem moest brengen. Hier mogen we een opdracht beluisteren die Hij richt aan de Kerk: 'Breng de nederige roepers tot bij Mij, de gekwetsten, de gebrokenen, de brozen.' Een missie die de Kerk - naar mijn mening - meer zou moeten koesteren: de straat opgaan, geen angst hebben de handen vuil te maken (cfr. paus Franciscus), oog hebben voor hen die 'roepen', die 'hongeren' (ook letterlijk!), hen die verlangen naar heling. In een geest van diepe en warme barmhartigheid zou de Kerk (wij allen dus) deze mensen de hand moeten toereiken en hen uitnodigen samen naar de Heer te gaan, door hen Gods liefde (en eten) aan te bieden.
Terug naar het evangelie van vandaag. Men brengt de blinde naar de Heer, en deze staat voor Hem, zo lezen we. Mooi toch hoe de blinde bedelaar, die eerst neerzat langs de kant van de weg, nu 'rechtstaat'. Het is belangrijk dat we in het leven, wanneer we verlangen naar de Heer, niet blijven zitten, maar dat we moeite doen, dat we een keuze maken, dat we uit onze zetel komen, ... om inderdaad recht te staan. Gedaan met gekromd ergens neer te zitten. Nee, verlangen naar de Heer vraagt een zekere frisheid, een in beweging komen, een opstaan uit jezelf. God mag dan wel komen, maar als wij niet bereid zijn naar Hem toe te gaan, kan Hij weinig.
Dit laatste mogen we echter niet zien als een individueel gebeuren. Soms hebben mensen niet de fut om op te staan, om welke reden ook. Ook hier de roeping van de Kerk: hart, oog, voeten en handen hebben voor hen die 'niet meer kunnen', hen die 'twijfelen', die niet meer durven geloven, zij die 'het' niet meer zien. Behandel deze mensen altijd met het grootste en diepste respect, en met veel warme genegenheid. En laten we nooit van onszelf denken dat we niet een van hen kunnen zijn.
En dan de vraag van de Heer aan de blinde, heel persoonlijk: 'Wat wilt u dat Ik voor u doe?' We horen dat vaak bij genezingsverhalen in het evangelie. Jezus vraagt of we eens grondig, met hart en verstand, zouden overwegen waarom we genezing vragen. Hij vraagt af te dalen naar ons diepere ik opdat we bewust zouden zijn waar en waarom we de genezing zo nodig hebben. Dat is zoals bij de voorbereiding van een biecht. Het gaat niet enkel om het verlangen te biechten, maar om een diep weloverwogen bewustzijn waar we Gods aanraking en heling nodig hebben. Het gaat niet over kortstondige emoties gestoeld op oppervlakkige verlangens. Nee, het gaat over een diepe hunkering naar innerlijke genezing gestoeld op het willen ontmoeten van God, gelovig wetend dat Hij in de diepte kan genezen.
‘Heer, zorg dat ik kan zien’, vraagt de blinde. Mijn gedachten gaan uit naar één van de acht zaligheden waar Jezus zegt: 'Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien' (Mt.5,8). In de diepte is het dus een vraag naar zuiverheid van hart, om God inderdaad te kunnen 'zien'. Wie onzuiver is van hart, ziet God niet, of maakt het zichzelf aartsmoeilijk God te kunnen zien. Zuiver van hart is hij die alle belemmeringen van de baan veegt die een versperring vormen God te ontmoeten. Het is je leeg maken, de innerlijke armoede beminnend, om God alle plaats te geven die Hem toekomt. Het is leven vanuit God, in zijn minne, de wereld in Gods liefde omarmend. Dat zijn, naar mijn mening, zuiveren van hart. En naar deze zuiverheid verlangt onze blinde bedelaar.
En dan de genezing. ‘Zien zult u! Uw geloof heeft u gered.’ Onmiddellijk kon hij zien... Wonderlijk toch. Mooi is hoe Jezus hem prijst om zijn geloof. Geloof hier niet bedoeld als een soort geloofsbelijdenis enkel met de lippen. Jezus prijst de man om het feit dat hij zich toevertrouwt aan Hem, dat hij zich geeft aan Hem. Dat is geloof: je schenken aan Jezus, toelaten dat Hij in je tot leven komt.
Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem terwijl hij God loofde. Ja, de genezene was bereid de Heer te volgen. Het zou een logisch gevolg moeten zijn wanneer we ons aangeraakt weten door Jezus. Niet terug in onze zetel ... nee, volgeling worden: christen worden, bereid zijnde vanuit Jezus' inwoning Gods liefde te zijn voor de mensen ons gegeven. Geen praters worden met veel lawaai, geen vooroplopers zoals die enkelingen bij het begin van het verhaal van vandaag, maar stille doeners, kleine goedheid, Gods liefde belichamend; in naam van de Heer.
Het verhaal eindigt met het feit dat allen die het gezien hebben hulde brachten aan God. Het is als gelovige gemeenschap ten diepste opgetogen en dankbaar zijn dat er weer iemand is die zich heeft laten vinden. Het is de vreugde van de hemel: blij om ieder die God kent.
Laten we bidden
Vader,
als bedelaars roepen wij tot U,
komen wij naar U toe.
Genees ons ten diepste in Christus.
Mogen wij U ontmoeten.
Mogen wij uw liefde worden.
Voor allen ons gegeven.
Om deze genade bidden wij U,
in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.
Geliefde mensen, roep maar. Roep tot de Heer. Vanuit je gebrokenheid. Moge Hij ons allen ten diepste aanraken en genezen. En mogen we vanuit dit Pasen trouwe volgelingen zijn van de Heer, ons engagerend in de liefde, vanuit zijn tegenwoordigheid.
Een mooie maandag voor ieder van jullie.
Met een genegen groet,
kris
Ik zou zeggen, Kris, roep wat luider, je hebt ook bekering nodig
BeantwoordenVerwijderenaan anoniem van 7.08u: dit vind ik geen fijne reactie... Akkoord dat we allemaal bekering nodig hebben, maar om zoals Kris alle dagen paraat te staan om ons, lezers, een mooie bezinning te geven, dat verdient eerder een bloemetje dan een veeg uit de pan. En wat mij betreft, het mag een hele grote en feestelijke ruiker zijn!
VerwijderenAltijd voor rede vatbaar
VerwijderenAls we zo gaan léven zoals Kris ons in de vroege morgen ons met aandacht en liefde ...aanbeveelt !In de 'stilte van ons hart zich met vertrouwen keren naar HEM en ook roepen "Heer maak dat ik zie! "
BeantwoordenVerwijderenDàt getuigt van een nederige houding én geloof dat we zonder Zijn Hulp vallen !
Maar zoals Kris ons altijd aanmoedigt... Hem volgen (met ja vallen en weer opstaan ) De Paasvreugde tegemoet !
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenBeste bezoeker van deze blog,
BeantwoordenVerwijderenzoals u ziet plaatst Piet (of anoniem - van 7:08 - vaak gebruikt hij ook andere namen) berichten naar mij persoonlijk gericht. Ik heb hem al meermaals uitgenodigd mij persoonlijk te e-mailen maar om een of andere reden doet en wil hij dat niet. Ik wil met hem in gesprek gaan, maar daar kiest hij duidelijk niet voor.
De berichten die hij plaatst geeft de blogbezoeker geen enkele ruimte om te dialogeren. Hij schrijft zeer dogmatisch en oordelend. Hij doet zich voor als verstandig (dat is hij misschien ook) maar wijs gaat hij er alvast niet mee om.
De bedoeling van deze blog is dat mensen als het ware op een contemplatieve wijze in dialoog gaan met elkaar. Wat zegt de Geest in ieders hart ... en laat ons dat maar delen.
Vitten en oordelen heeft geen zin, en past ook niet op deze blog.
Ik wil Piet (of hoe hij of zij ook noemt) nogmaals uitnodigen mij persoonlijk te contacteren zodat we dit kunnen uitpraten. Dit kan via bijbelcitaat@bijbelcitaat.be.
Waarvoor een hartelijke dank.
kris
Mooi Kris dat je iedereen een kans geeft. Helemaal zoals van ons allen gevraagd wordt. Bemin je naaste zoals jezelf. Dank u voor uw voorbeeld.
VerwijderenOordelen heeft altijd zin, het laat ons beter zien, zodat wij niet langer blind zijn
VerwijderenWe kunnen ook bidden voor wijsheid en inzicht, een goed oordeel getuigt van goed inzicht.
Verwijderen,"Het is je leeg maken, de innerlijke armoede beminnend, om God alle plaats te geven." Een oproep die niet min is.
BeantwoordenVerwijderenHeer, geef dat ik zie: de mens naast mij, in de straat, op het werk, in de school, het ziekenhuis enz...Overal waar ik mensen ontmoet of een blik kruist. Geef dat ik zie: de ellende in de wereld, de nood en de zorg, het verdriet en de pijn van de mens dichtbij. Geef dat ik zie hoe ik daar kan mee omgaan: een glimlach, een uitgestoken helpende hand, een bemoedigend woord, een gebed, alles heel concreet in woord en daad. Dan heeft mijn 'zien' zin en kan het vruchten dragen.
BeantwoordenVerwijderenIk heb gevraagd aan de Heer, al wandelend inde regen, om ook mij van mijn blindheid te genezen.
BeantwoordenVerwijderenIk ben zo vaak blind voor veel dingen om me heen.
Dank Kris
Lucas vertelt een ervaring die ieder van ons zal herkennen: mensen aan de rand die om ontferming smeken. Ze roepen om mens te mogen zijn. Ze willen gewoon gezien worden. De mensenmassa passeert hen ongezien. Sommigen leggen hen het zwijgen op. Door de band genomen is er geen aandacht voor hen. Ze worden verwijderd uit het straatbeeld, genegeerd en doodgezwegen. Tot er iemand passeert die hen hoort en ziet, een mens die het waagt zich met hen te verbinden, hen in de ogen kijkt en vraagt: “Wat kan ik voor je doen?” Is er iemand die het aandurft om die vraag te stellen? Ja ‘durven’, want het stellen van zo’n vraag is niet vanzelfsprekend en zeker niet vrijblijvend. Het raakt je tot in het diepst van je wezen. Het wordt nog intenser, als je nog een stapje verder gaat en de tijd neemt om te wachten op het antwoord. Dit wederzijds relationeel gebeuren brengt je in beweging en maakt voor de ander leven opnieuw mogelijk. Ja, het gebeurt ook vandaag en het is leven-gevend om het te zien gebeuren, maar nog veel meer als je het zelf aandurft!
BeantwoordenVerwijderenTekst is gekopieerd, uit Verbonden leven maar vindt hem wel mooi
en is zeker geen kritiek op U Kris vooral dank
Beste Etienne,
Verwijderenheel mooi wat je schrijft.
'Het raakt je tot in het diepst van je wezen', zeg je. Burggraeve spreekt van zich "laten shockeren", zoals de barmhartige Samaritaan. Het is de ander zó toelaten dat je niet meer anders kan dan je engageren in de liefde.
Dank je Etienne.
Ik zou zelf zeggen dat hulp vragen ( met woorden) zéér moeilijk is. Laat staan in een hulpeloze situatie. 🥴
BeantwoordenVerwijderenSoms is het niet eenvoudig om te weten wat je nodig hebt, of om bij je diepste verlangen te komen. Maar ten diepste heeft het denk ik altijd met liefde te maken. Je openstellen voor anderen vraagt moed. Moed om je kwetsbaarheid te delen.
VerwijderenKris, ik ben het volledig met jou eens.
BeantwoordenVerwijderenWeten wij wat we willen? Wat als Jezus straks aan mij vraagt "wat kan ik voor je doen?" ben ik mij bewust van mijn diepste noden?
BeantwoordenVerwijderen