Van Woord naar leven - zondag 31 door het jaar A
GODS-DIENST
Bij onderstaande overweging heb ik me laten inspireren door Vincenzo Paglia (voorzitter van de Pauselijke Academie voor het Leven en spiritueel raadgever van de Gemeenschap van Sant'Egidio)
Jezus bevindt zich in de tempel waar vier synagogen waren om naar de wet te luisteren. Voorgangers lazen de teksten voor en legden ze vervolgens uit. In de synagoge was er een zetel speciaal bestemd voor hen die de Schriften uitlegden, de 'stoel van Mozes', om aan te geven dat Mozes aanwezig is in degene die de wet uitlegt.
Jezus' eerste uitspraak gaat juist over deze stoel, waar deskundigen van de farizeïsche strekking hun onderricht gaven.
Hun leer is juist, zegt Jezus, en moet onderhouden worden, maar hun gedrag is niet in overeenstemming met wat ze leren: 'Handel niet naar hun daden'.
Jezus hekelt de kloof tussen hun principes en het leven dat ze leiden. 'Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer.' Jezus doelt met de gebedsriemen op de fylacteria - kleine, kubusvormige leren doosjes die perkament van Bijbelpassages bevatten en die aan de linkerarm en op het voorhoofd werden gebonden. Wie ze draagt, brengt zo tot uiting dat het woord van God moet worden herinnerd (dat op het voorhoofd) en in praktijk gebracht (dat op de arm). Maar dit alles was pure uiterlijkheid geworden.
De kwasten waren vlechten van stof met een koord op de vier uiteinden van het bovenkleed. 'Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Heer, zodat jullie die naleven en Mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen' , zo lezen we in het boek Numeri (15, 39).
Tenslotte hekelt Jezus de titels waarmee de schriftgeleerden en de farizeeën zich lieten aanspreken. Hij neemt als voorbeeld de bekendste: 'rabbi', wat 'leraar' betekent. Niemand mag zich zo moet laten noemen. Niet enkel omdat er maar één leraar is: de Messias. Maar ook omdat het gevaar van geprezen te willen worden immens groot is, waar de farizeeën van toen zich duidelijk toe lieten verleiden. En nogmaals: Jezus keurt het onderricht niet af, wél het gedrag. Het gaat er niet om jezelf te willen verhogen, maar juist nederig in dienst te willen staan van het woord van God.
Voorgangers van vandaag (priesters, diakens, gebedsleiders, pastorale werkers, ...) zouden de nederigheid zelve moeten zijn. In dienst van God, en zijn woord, zouden zij moeten voorlezen én verkondigen. En wel zo dat de harten van de toehoorders in genade worden geraakt, opdat ieder - doorheen verlangen en gebed - in godsontmoeting mag komen. In de verkondiging gaat het niet om de voorganger, wél om de boodschap - het woord van God - dat voorgelezen en uitgelegd wordt.
Voorgangers zijn zij die voorgaan in vieringen en gebedsdiensten. Maar in zekere zin zijn we allen voorgangers voor elkaar; niet enkel wanneer we samen bidden, maar ook in het dagelijks leven. Is het niet onze roeping de schoonheid van God aan elkaar te 'verkondigen' doorheen gesprek en daden van kleine goedheid? En ook hier geldt de vermaning van Jezus aan de schriftgeleerden van toen: Het gaat er niet om om geprezen te worden. Het zit 'm niet in grote woorden. Het gaat er om om nederig instrument te zijn van Gods liefde voor de mensheid.
Het is niet hoogmoedig spreekbuis van God te zijn, integendeel: het is juist onze roeping. Als we het maar nederig doen: niet om onszelf maar áltijd in dienst van de liefde; ware Gods-dienst.
Laten we bidden
Goede Vader,
maak ons tot nederige instrumenten
van uw Blijde Boodschap.
Mogen wij zo - als Kerk -
authentiek in deze wereld staan:
uw liefde en vrede belichamend.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
Zegen over deze zondag.
Met een genegen groet,
kris
Het gaat Jezus altijd om de eer van God. De eerste lezing zei het ook al. Zolang een prediker van het Woord ONDER het Woord, onder God en onder Jezus blijft staan is het goed. Dan mag men een priester 'eerwaarde' noemen, een leraar 'meester', de paus 'heilige vader'. Het ambigue aan het leiderschap in de Kerk is juist dat de mensen de verkondigers van het Woord gelijk stellen met God of nog erger dat zij zichzelf met God gelijkstellen. Daarom moet verkondiging altijd gepaard gaan met een zeer grote nederigheid en met een diep ontzag en respect voor de glorie van God, maar ook voor de waardigheid van elke mens, wie hij of zij ook is, vooraanstaand of niet van tel - zoals een kind of een stervenszieke mens. Waar de glorie van God uit het oog wordt verloren, verdwijnt vaak ook het respect voor de diepste waardigheid van de mens, die erin bestaat dat hij een kind van God is, een beeld van God. Heer, geef dat wij dat nooit uit het oog verliezen.
BeantwoordenVerwijderen'De kloof tussen hun principes en het leven dat ze leiden'... Dezelfde kloof zorgt ervoor dat het Kind in de kribbe wordt aanbeden, terwijl kinderen misbruikt werden en helaas nog worden...
BeantwoordenVerwijderenVandaag word ik bijzonder aangesproken om voor allen die voorgaan (dus wij allemaal op onze manier) te bidden opdat hun en ons leven mag uitstralen dat de wet van de Heer niet in de gebedsriemen of kwastjes zou zitten, maar diep in ons hart mag worden ingeprent. Heer, prent uw wet van de liefde in mijn en ons hart!
Vandaag bid ik ook voor alle kinderen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Ze worden klein gehouden, zeker als niemand voor hen opkomt en zij niet beschermd worden. Ze hebben veel moeite om vriendschap te sluiten met anderen. Zij dragen daar later als volwassene de gevolgen van. Heer, ontferm U over zoveel leed.
BeantwoordenVerwijderenhet streven van de clerus moet niet zijn om 'vader' of 'meester' GENOEMD te worden door alle mensen die zij dienen, maar om voor hen 'vader' of 'meester' te ZIJN .
BeantwoordenVerwijderennb. en wat geldt voor de clerus geldt natuurlijk des te meer voor voor mij en ieder van ons....
VerwijderenVolledig akkoord Stefaan met het weglaten van die titels bij bovengenoemde dienaars
Verwijdereni.v.m. het dienen van mensen .
maar ik wil toch toevoegen dat uit respect voor de ander toch een titel moet
behouden blijven, zoals op school, rechtbank ,e.a.