maandag in week 34 door het jaar

ZELFGAVE (Bij Lc 21, 1-4)

Op het eerste zicht legt Jezus vandaag de lat van het evangelie weer bijzonder hoog; haast onmenselijk hoog. Is het nu echt de bedoeling dat wij, zoals de arme weduwe, álles geven van ons bezit aan de armen? Dus niet een beetje zoals we dat doorgaans doen (áls we het al doen), maar werkelijk álles.

Het zou natuurlijk mooi zijn moesten we véél meer geven aan de armen dan dat we dat nu doen. De Kerk zou een mooie getuigenis zijn wat betreft haar keuze voor, en haar vriendschap met, de armen. Onze genegenheid voor de armen zou eigenlijk een evidentie moeten zijn. Wanneer we dit laatste niet doen zouden we ons eerlijk de vraag moeten stellen wie hier de échte armen zijn.

Maar het evangelie van vandaag vraagt ook een diepere bezinning. Want álles geven van wat we hebben reikt verder dan het geven van geld of goederen aan de armen. Het gaat erover in welke mate we ons geven aan Christus. Geldt ook hier dat we maar een deeltje geven van wie we zijn? Of zijn we bereid ons hele zijn aan Hem te schenken? Wie blijft steken in het eerste houdt veel voor zichzelf over. Het zal bijzonder moeilijk vallen deelgenoot te worden aan Christus' liefde, omdat je eigenlijk niet bereid bent je hele zijn aan Hem toe te vertrouwen. Wie kiest om zijn hele zijn aan de Heer te schenken laat toe dat Christus door jou heen ten diepste tot leven kan komen. Zoals Paulus het verwoordt in zijn brief aan de Galaten: 'Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij' (Gal 2, 20a).

Concreet betekent dit: volledig beschikbaar zijn voor de liefde. Het is bereid zijn geheel en al liefde te zijn, en wel in diepe verbondenheid met de Heer. Het is toelaten dat Hij als weldoener door jou heen rondtrekt (cfr Hand 10, 38) op de paden van jouw leven. Het is de ommekeer maken - zoals Jean Vanier dat ooit uitdrukte van 'de gemeenschap voor mij' naar 'ik voor de gemeenschap'. Het is leven voor de ander, voor het grotere geheel. Christelijk geduid: het is leven voor, en bouwen aan, het Rijk Gods.

Geliefde mensen, laat ons leven voor de liefde. Ons bestaan heeft haar oorsprong in de liefde, laat de liefde ook ons doel zijn, en tevens onze spirit. Deze weg zal niet enkel ons eigen diepste geluk uitmaken, maar ook de wereld waarin we leven heeft er alleen maar baat bij.

Laten we ons geven aan de Heer, met ál wat we zijn en ál wat we hebben. Christen zijn is immers op de eerste plaats beschikbaar zijn voor het leven van de Heer in ons. Zoals Maria zei: 'Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw woord' (cfr Lc 1, 38).

Laten we bidden

Heer,
mogen we ons toevertrouwen
aan de gloed van de Geest in ons,
opdat we de gezindheid en de bereidheid
in ons zouden dragen
ons volledig en ten diepste
te kunnen geven aan U.
Moge U door ons heen tot leven komen,
zowel in ons gebed
alsook in ons concrete dagelijkse leven.
Moge zo de liefde in haar puurheid
gestalte krijgen in het leven van elke dag.
In uw naam.
Amen.

Een toegewijde maandag voor ieder van jullie.
Met een genegen groet,
kris

Reacties

  1. "Ik leg mijn leven in Uw Handen ,
    ik geef ze aan U ,met héél de liefde van mijn hart ,omdat ik U bemin !
    Omdat een voorwaarde van liefde is mij zonder voorbehoud op U te verlaten met een oneindig vertrouwen want jij bent mijn Vader!"!uit een gebed van Charles De Foucauld !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Niemand leeft voor zichzelf,
    Niemand sterft voor zichzelf,
    Wij leven en sterven voor God onze Heer.
    Aan de Bron van Zijn behoren wij toe.
    Veel wijsheid, inspiratie en veer-

    BeantwoordenVerwijderen
  3. veer- Kracht toegewenst bij het naderen van de zes donkere weken. Alle goeds elke nieuwe dag met geliefden om jullie heen en in jullie warm hart.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De komende weken hoeven niet persé donkere weken te zijn.
      De natuur is donker, dagen duren kort, het is koud en guur weer. Maar diep in deze natuurlijke duisternis brandt een licht ons gegeven 2000 jaar geleden. En dat brandt, dat geeft licht en warmte. Het is sterker dan welke duisternis ook.
      Mijn gedachten gaan naar psalm 139: De nacht zal oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht (vers12b).
      Moge dit licht onze hele wereld warmen en verlichten.
      Van harte, kris

      Verwijderen
    2. Je reactie doet me denken aan die schitterende uitspraak van Albert Camus: "Au milieu de l'hiver, j'ai découvert en moi un invincible été".

      Verwijderen
  4. "De Kerk zou een mooie getuigenis zijn wat betreft haar keuze voor, en haar vriendschap met, de armen." De caritas is sinds eeuwen een kenmerk van de Kerk. Ook in onze dagen en wereldwijd. Toen wij 15 jaar lang straatjongeren hebben opgevangen en begeleid, zagen wij dat sommigen van hen de ene boterham die ze hadden deelden met een lotgenoot. Wij hebben daar veel uit geleerd. Wij geven dikwijls van onze overvloed, de restjes. Dat is niet 'delen'.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten