zondag 24 door het jaar - A

Zonder onderlinge vergeving valt elke relatie, elke gemeenschap na een tijd uiteen. Alleen de beslissende stap van "elkaar te willen vergiffenis schenken" kan een verdieping brengen in de liefdes- of vriendschapsband.

Vergeven is echter moeilijk. Altijd vergeven,  zoals het evangelie van vandaag ons vraagt, lijkt gewoon onmogelijk. En Jezus nodigt ons uit te vergeven zonder moeite, graag en blij. Hoe kan dat?

Als ik alleen oppervlakkig kijk - louter menselijk - dan vergelijk ik mijzelf spontaan met anderen en dan kom ik steeds weer tot de conclusie dat het gelijk evident langs mijn kant ligt. Dan komen gedachten bij mij op in de aard van: "Wat denkt die andere wel? Hij is mij nog veel meer verschuldigd dan ik hem!" of : "Eigenlijk zou zij míj dankbaar moeten zijn. Weet ge wel wat ik allemaal voor haar doe?"

Maar de parabel van vandaag wil er ons toe brengen dieper te kijken, niet alleen naar de louter menselijke relaties, maar aandacht te hebben voor de relatie van elke mens met God en te zien hoe allen, zowel de anderen als ikzelf, immens veel verschuldigd zijn tegenover de Heer van het Leven. Als ik bewust tegenover God ga staan dan besef ik vrij vlug dat ik zoveel heb gekregen, dat vooral ík zo diep ben vergeven. Dan voel ik mij onnoemelijk dankbaar.

Welnu, als ik op het meer fundamentele vlak van het leven aan God zoveel dankbaarheid verschuldigd ben, ja dan kan ik toch nog moeilijk op het meer bijkomstige vlak van één of ander twistpunt wrokkig of hard blijven tegenover mijn medemens. De grondhouding van dankbaarheid tegenover God maakt mij dus mild en vergevensgezind tegenover de anderen.

Altijd "moéten" vergeven lijkt ons een bovenmenselijke, onmogelijke taak. Maar, is vergeven wel iets dat wíj moeten presteren? De parabel nodigt ons uit allereerst voldoende diep bewust te worden van al de goddelijke vergevensgezindheid. Dan groeit als vanzelf, vanuit een overstelpende dankbaarheid, het verlangen om anderen te vergeven. "Moéten vergeven" wordt "mogen vergeven". Vergeven is geen prestatie waartoe wij onszelf met een bovenmenselijke inspanning zouden moeten dwingen, maar een goddelijke bezieling die opwelt uit ons hart dat dankbaar is.

Als het vergeven ons soms moeilijk valt, of als wij het nog als een "moéten" ervaren, dan is het dus gewoon omdat wij ons nog niet genoeg bewust zijn van de overvloedige dankbaarheid die wij God verschuldigd zijn.

Als ik dus echt mijn medemens wil vergeven dan hou ik er best mee op mij met hem te vergelijken. Want dan blijf ik toch maar tot de conclusie komen dat ik gelijk heb en de andere ongelijk. Ik begin beter met meer naar God te kijken om te beseffen hoe groot zijn vergeving voor mij wel was en is. Dan zal vanuit die diepe vreugde en overstelpende dankbaarheid uit mijn hart als uit een bron het verlangen opborrelen om te mogen vergiffenis schenken.

Heer, leer ons zo te vergeven: van harte, vanuit een dankbaar hart.

Frans Mistiaen, sj

Reacties

  1. Als we 92 zijn ?????Kijken we dan naar ons dankbaar geleefd leven ???Hoe heb ik vergiffenis gegeven en ontvangen ? zO ALS jEZUS ?????
    Heer, schenk mij de genade,altijd te vergeven om aan U ge"lijk te zijn !!!!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten