21 sept - Matteüs

Jezus komt voorbij het douanekantoor. Iedereen kent de tollenaar die er is, hij was een uitgestotene, inde belastingen voor de bezetter. En juist naar deze man gaat Jezus, praat met hem, en ja, Hij nodigt hem uit tot navolging. 


Dat de farizeeën tot in het diepste van hun ziel gechoqueerd waren, is goed te verstaan. Zulk gedrag was verraad. Schijnbaar durfden ze zelf niet met Jezus te spreken want ze gaan naar zijn leerlingen en vragen hen: 'Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?'

Maar Jezus zelf staat hun te woord. Juist zulke mensen als de tollenaars hebben een warm hart nodig. Je leest toch in de Schrift: 'Barmhartigheid wil Ik, geen offers'.

Door die woorden en door heel zijn houding wil Jezus Gods manier van “zijn” duidelijk maken. Zo is God. Zijn hart is groter dan dat van alle mensen. God maakt geen onderscheid tussen de mensen. Hij zorgt voor iedereen, voor rijken en armen, voor gelukkigen en ongelukkigen, voor goeden en slechten, voor gezonden en zieken.

Jezus wil dat wij een warm hart hebben voor ieder. En wat de schuldige mens betreft: dat we hem liefhebben, vergeven en tot genezing aanzetten en hem een nieuwe kans geven voor de toekomst.

Mogen we verenigd met Jezus Gods barmhartigheid belichamen.
We kunnen het voor elkaar niet genoeg herhalen.

Naar woorden van Bart T’Joens

Reacties