26 jan - Timoteüs en Titus

Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!”, zegt Jezus ons vandaag.

Lieve mensen, als de Kerk tot iets geroepen is dan is het misschien wel dat: drager én uitdrager zijn van Gods Vrede.

Allereerst drager. Want je kan maar uitdragen waar jezelf drager van bent. Het gaat om een vrede van het hart, een vrede in het hart, een vrede die haar wortels heeft in het bestaan van God. Het is een vrede die Hij in Christus aanbiedt en waar wij – als het goed is – ons mee verinnigen.

Christus’ vrede heeft wezenlijk te maken met gemeenschap met Hem, in het diepste toevertrouwen dat de Vader in Hem je Metgezel is, je goddelijke Vriend die nooit van je zijde zal wijken, de Drager van je leven, de Behoeder van je bestaan, de Trooster van je verdriet, de Schepper van je liefde, de Ziel van je gebed. Christus' vrede is Gods aanwezigheid in u, en uw aanwezigheid in Hem.

Wel, deze vrede mogen we uitdragen. En wel naar allen die God op ons levenspad brengt. Niet enkel naar hen die ons sympathiek overkomen, of die wij zelf kiezen als zijnde deel uitmakend van onze vriendenkring. Een van God vervuld mens maakt geen onderscheid tussen wie Gods vrede wel verdient en wie niet. Hij ziet in ieder mens een kind van God en dus waard gezegend te worden met Gods Vrede.

We kunnen Gods Vrede uitdragen door dit letterlijk uit te spreken. Velen van mijn vrienden moslims groeten elkaar met de woorden "Salaam oe' alaykoem", "de vrede van God zij met je". En dikwijls leggen ze dan hun hand op hun hart, alsof ze zeggen: 'ik meen dat wel he'. Het is mooi om zien. Hun vredesgroet staat zo haaks tegenover de grillen van IS, Bokko Haram, of andere ziekelijke organisaties die zogenaamd leven en handelen vanuit de islam. Vele moslims die ik ken zijn zeer beminnelijke mensen, met een groot en warm hart. Het kwetst hen overigens zéér diep dat IS en consoorten de islam en de Koran gebruiken (misbruiken) om hun kwaadaardigheden te rechtvaardigen.

Wij als christenen hebben in onze streken niet echt de gewoonte om een vredesgroet onder woorden naar elkaar toe te uiten. Tijdens de Mis doen we het wel; mooi gebaar overigens. En in Italië doet men het ook. Dit gaat terug op Franciscus van Assisi die zijn broeders aanspoorde ieder die zij ontmoeten Gods Vrede toe te wensen: "Pace e Bene", 'Vrede en alle Goeds'.

Elkaar de Vrede toewensen gaat echter veel dieper dan dit doen met woorden. Het gaat om de wijze waarop je bij de ander aanwezig bent. Namelijk als een werkelijke broeder of zuster, niet hoger dan de ander, ook niet neerbuigend, maar eenvoudig als één van hen, en wel vanuit Gods aanwezigheid in jezelf, én wetend dat Hij in het samenzijn met elkaar zijn Liefde wilt openbaren. En daar wilt Hij u voor gebruiken. Ja zijn liefde die zoveel tot stand brengt, wilt Hij door ons heen aan elkaar schenken. En wie zich als instrument van de liefde geeft aan God, schenkt Vrede. Want liefde en vrede zijn als broer en zus, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie liefheeft vanuit de Heer geeft vrede. Wie de vrede van de Heer uitdraagt is een liefdevol mens.

Lieve mensen, laat ons eens nadenken hoe wij bij elkaar zijn; heel concreet met de mensen ons vandaag gegeven. Hoe kijken we naar de ander, ook naar hem of haar die naar ons gevoel lastig doet? Zien we hen allen werkelijk als kinderen van God, bewoond door Hem, en dus waard dus bemind te worden? Zijn we bereid de vrede van ons hart te delen met hen waarmee we samen leven, samen werken, samen op de trein zitten, samen de kamer delen in het ziekenhuis, samen in de winkel staan,...?

Christus’ vrede zal ons ook tot engagement leiden. Een christen is niet geroepen om zijn leven te slijten op de sofa. Hij is geroepen Gods vrede daadwerkelijk gestalte te geven in de wereld waartoe hij gezonden is; zowel doorheen gebed, daad als woord.

Geliefde mensen,
laten we Gods vrede in ons hart koesteren, en laten we haar in eenvoud en met een evangelische (dus geen nep) glimlach uitdragen.
En laten we ook om haar bidden: om Gods Vrede in de Kerk, Gods Vrede in onze gemeenschappen en gezinnen, Gods Vrede tussen landen en volkeren.

kris

Reacties

  1. Daags na het mooie feest van Sint Paulus gedenken wij vandaag twee van zijn medewerkers: Timotheüs en Titus. Timotheüs kon het zware trekkersleven niet aan. Hij had een zwakke gezondheid. Paulus zegt in 1 Tim. 5, 23 tot hem: ‘Drink niet langer uitsluitend water, gebruik wat wijn voor uw maag en met het oog op uw veelvuldige kwalen’. Paulus liet hem dan de zorg na voor de Kerk in Efeze. Titus was meer een diplomaat. Hij werd verschillende keren uitgezonden om geschillen bij te leggen. Uiteindelijk kreeg hij de zorg toegewezen voor de Kerk op het eiland Kreta (zie Titus 1, 5).
    In de eerste lezing krijgen wij wat zicht op het geloofsleven van Timotheüs. Volgens Paulus had hij een ongeveinsd geloof dat hij overgedragen kreeg van zijn grootmoeder Lois en van zijn moeder Eunike. Timotheüs moet door zijn gebed het vuur aanwakkeren van zijn priesterwijding, zoals wij het nu zouden noemen. Paulus zegt: ‘de genade die in u is door de oplegging van mijn handen’. Timotheüs moet zich niet schamen voor het evangelie, ook niet als Paulus ervoor in de gevangenis is beland.
    Het evangelie verhaalt ons de zending van de 72 leerlingen. Zij moesten twee aan twee voor Jezus uitgaan en Zijn komst voorbereiden. Is dat ook niet wat onze christelijke echtparen kunnen doen? Twee aan twee, Man en Vrouw, mogen zij de weg van de Heer voorbereiden, thuis in het gezin, maar ook misschien als buurtwerkers in de straat of op de parochie. De oogst die Jezus ziet, is groot. Maar er zijn zo weinig arbeiders. Ook nu. Jezus vraagt ons te bidden om arbeiders. De Kerk moet ze krijgen van God. Zelf kunnen wij ze niet maken. Maar wij allen worden gezonden, zij het als schapen tussen de wolven. De wereld kan inderdaad hard zijn, maar gelovigen zijn net als Jezus eerder lammeren, schapen, zachtaardige mensen. We moeten niets meenemen voor onderweg, ook geen lange babbels houden die met ons geloof niets te maken hebben. Ons eerste woord aan elk huis moet ‘vrede’ zijn. Het is de vrede van Christus, de vrede van God, die algehele harmonie in al onze relaties. We moeten ook niet van het ene huis naar het andere gaan. Dat geldt zeker voor geloofsverkondigers die van buiten de parochie komen. Zij moeten blijven waar ze ontvangen worden en van dat huis of gezin een klein centrum maken van waaruit het evangelisatiewerk verder kan gaan. Dat is op onze parochies nog altijd zo: hier en daar een geëngageerd gezin waar de priester op kan rekenen, waar hij thuis kan komen en dat hem helpt het geloof uit te dragen. Zulke gezinnen zorgen bv. voor de administratie en zelfs de redactie van het parochieblad, voor het inschrijven van aanvragen voor een eucharistie, een doopsel, enz. Zulke gezinnen zijn een zegen, niet alleen voor de Kerk, maar voor de hele samenleving. Zulke mensen hebben we nodig en zij zijn de schatten van de Kerk op onze dagen. Nog altijd werkt God onder de mensen. Zijn Rijk is nog altijd nabij. Een kleine vonk kan het geloof en de christelijke liefde over doen springen op veel anderen. Zo wordt ons parochieleven weer ‘een zoete wereldbrand’, zoals de zalige priester Poppe het zei, honderd jaar geleden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor deze waardevolle tip het is waar als wij elkaar de vrede wensen komt alles goed Ik wil bidden dat God aan alle relschoppers nu in Nederland de ware vrede mag geven Dat de jeugd God mag leren kennen die een en al goedheid en vrede was en is Vrede aan al de mensen met wie wij samen leven Trees

      Verwijderen
  2. Elkaar de vrede toewensen begint wellicht met jezelf de vrede te gunnen. Je hart bevrijden
    van schuldgevoelens en jezelf je stommiteiten vergeven.
    Als je dan jezelf een spiegel voorhoudt dan kan je misschien anderen ook vergeven & elkaar de vrede toewensen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Met tranen in mijn ogen kijk ik naar de beelden op tv. Mensen hebben dit aangericht omdat ze tegen de Corona maatregelen zijn. Plunderen, brandstichting , politiemensen aanvallen die ook een gezin achter zich hebben. Wat is er geworden van ons mooie land. En ik. Wat kan ik doen? In eerste instantie kwam er woede in mij op. Woede en onmacht. Ik kan voor hen en ook voor hun slachtoffers bidden. Maar vergeven, van harte vergeven is zo moeilijk en zo zinloos. Toch wil ik blijven vertrouwen op Hem die ons een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde heeft beloofd.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. In coronatijd groeten we elkaar met een elleboogstoot of een tik met de voet.
    Waarom niet met ons rechterhand op het hart en een gesproken wens: "Vrede zij met u." of "De vrede van Christus" of "Pax Christi" of "Pax tecum".
    Toen ik in 2004 van thuis te voet vertrok naar Compostela was het evangelie van vandaag ook de tekst in de pelgrimsviering voor mijn vertrek.
    Onderweg in Frankrijk en Spanje ontmoette ik zeer hartelijke mensen en ik dankte hen met mijn hand op het hart en met de woorden "Que la paix de Christ soit tojours avec vous." of "La paz del Señor esté siempre con ustedes."
    Een mooie dag gewenst in de Vrede van de Heer.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik mag hopen en veronderstellen dat je het hier dan ook zo doet.
      Zegen!

      Verwijderen
  5. hoe vreselijk, die rellen in ons land (nederland). het is helaas een topje van een ijsberg, een ijsberg van liefdeloosheid, gegroeid in vele jaren. laten we bidden dat Gods liefde, door óns heen, het ijs zal doen smelten en vrede mag brengen. laten we bidden voor een Kerk die, in plaats van zich te richten op haar eigen behoud, zich richt op het behoud van vrede in de wereld door het uitdragen van liefde.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten