vrijdag in week 2 door het jaar
Jezus ging de berg op en riep al degenen bij zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen naar Hem toe.
Het evangelie van vandaag gaat over roeping en zending. Maar wat opvalt is dat Jezus voor Hij zendt de leerlingen eerst bij zich roept.
Jezus zal nooit roepen en van op afstand zenden. Hij zal altijd de geroepene eerst bij zich roepen, om vanuit het samenzijn met Hem, te zenden.
Eigenlijk vraagt Jezus een drievoudig ja-woord van ons.
Net zoals de leerlingen roept Hij ook ons. Maar Hij roept ons eerst bij zich. Hij vraagt ons een stap te zetten, een keuze te maken. Hij vraagt van ons een beslissing. Hij spreekt ons aan op onze vrijheid, en vraagt heel persoonlijk te kiezen. Naar Hem toegaan is ons eerste ja-woord.
Eenmaal bij Hem zal Hij ons uitnodigen in Hem onze woonst te maken. Hierop ingaan is ons tweede ja-woord.
Vanuit dit ja-woord zal Hij ons in zich opnemen, om ons nadien te zenden. Ook hier moeten we weer 'ja' op zeggen, de derde keer.
Tot dit drievoudig ‘ja’ zijn wij allen geroepen. Namelijk om een leven te leiden vanuit Jezus' inwoning in ons, zodat Hij, vanuit onze overgave aan Hem, Gods liefdeslied kan zingen naar allen die wij ontmoeten en waarvoor wij bidden.
Laat ons ‘ja’ zeggen; eenvoudig, en vooral diep gemeend.
kris
Jezus is de bedienaar en de middelaar, de bewerker van een nieuw verbond. Het eerste verbond, gesloten op de Sinaï, met de stenen tafelen van de geboden als antwoord op Gods bevrijdend handelen in Egypte en in de woestijn, dat verbond heeft geen standgehouden. En dat lag niet aan God, dat lag aan de mensen. Uit onszelf kunnen we immers niet de gerechtigheid verwerven die ons tot vrienden van God maakt. Daarvoor zijn we te zwak en te klein. Maar God heeft door Zijn profeten vele malen een nieuw verbond beloofd, een verbond waar de geboden van God ingeprent staan niet op stenen tafelen, maar in het hart zelf van de mensen. Dat verbond kwam er door Jezus. Zelf was Hij gehoorzaam. Hij deed niets zonder Zijn Vader. Hij liet toe dat God de Heer was over Zijn leven. Hij was de Zoon, niet de Vader. De Vader stond boven Hem. En in dat Zoon-zijn van God, in dat kind-van-God-zijn, heeft Hij ons laten delen. Hij verkondigde het Koninkrijk van God. Hij wilde de mensen inzaaien in dat Koninkrijk. Hij wilde dat de mensen toelieten dat God hun Heer was. Dat is niet gelukt. Dat hebben de mensen toen niet gewild. Dat zou ook nu niet lukken. Daarom heeft Jezus, als het niet meer anders kon, het kruis op Zich genomen, de dood aanvaard. En daar op het kruis heeft Hij in Zijn eigen leven God, God laten zijn tot in dat bittere uur toe van Zijn verlossend sterven. En verlossend was dat, Zijn sterven, omdat Hij onze menselijke natuur aan had genomen, d.w.z. ons allemaal met onze zonden en wonden. Plaatsvervangend, in ons aller plaats, heeft Jezus de wil van de Vader volbracht ten einde toe. Nu is alles anders. De hemel is weer op aarde. Wij zijn met God verzoend, omdat Eén in ons aller plaats God de Heer liet zijn. Dat is het nieuwe verbond dat altijd duurt, dat bezegeld is door Zijn vergoten bloed. Nu is God weer dichtbij. Nu is de hemel open. Jezus is de priester van de tempel die de hemel is. En wij mogen allen deelhebben aan dat priesterschap, zoals de twaalf apostelen die Hij tot Zich riep om Hem te vergezellen en om van Hem te leren hoe God de Heer moet zijn van ons aller leven. Het algemeen priesterschap van de gedoopten en het ambtelijk priesterschap van de gewijde priesters laten ons deelhebben aan het leven en de zending van de twaalf. Wij zijn ook één van hen, ook wij mogen met de Heer wandelen en van Hem leren onszelf te geven, elke dag opnieuw, aan God, aan elkaar, aan alle mensen. Dat is het heil dat God ook door ons wil brengen aan geheel de mensheid. Zo worden we kinderen van God, geroepen voor de hemel en het eeuwig geluk.
BeantwoordenVerwijderenMet een open ,oprecht en dankbaar
BeantwoordenVerwijderenhart zeg ik "ja Heer"!
Laten wij voor elkaar bidden gedoopten en priesters!