donderdag na de Openbaring van de Heer

In de eerste lezing van vandaag lezen we: 'Als iemand zegt: "Ik heb God lief", maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die Hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.'

Klare taal. Als we beweren God lief te hebben moeten we onze naaste liefhebben. Wie de naaste niet liefheeft terwijl hij beweert dat hij God liefheeft, leeft in de leugen, weg van de waarheid.

En toch is het oh zo menselijk niet altijd iedereen even graag te zien. Er kan van alles spelen binnen relaties dat dat in de hand werkt en zelfs gaande houdt. Wilt dat daarom zeggen dat we God niet graag zien? Dat kan je moeilijk zo stellen. Want dat zou willen betekenen, dat God bijna door niemand bemind wordt.

Dit vraagt dus om een zekere nuance.

Feit is dat wie zijn naaste niet bemint en beweert God te beminnen in een soort van leugen leeft, in de zin van de hij de waarheid op die moment niet ten volle in zijn hart belichaamt. Hij leeft niet in het volle licht van de Heer. Hij leeft voor een deel in duisternis, voor een stuk vervreemd van Gods liefde en dus van God zelf. Het één-zijn met God is gekwetst, de band met God is beschadigd.

Waar mensen samen komen, samen leven, samen werken,... ontstaan spanningen. En spanningen zijn dikwijls de oorzaak van onliefde. Op zich is dat heel menselijk. Het is ook geen schande. Het overkomt elk gezin, iedere gemeenschap, elk werkteam. Het gebeurt overal waar mensen samen komen. Wie zegt dat het bij hem niet gebeurt… Niet geloven!! Het overkomt ons allemaal.

Het gevaar – en nu komen we to the point - bestaat er echter in dat we gaan berusten in het feit van we niet iedereen kunnen beminnen, dat we er ons bij neerleggen, het zelfs gaan zien als normaal. En dat is, zou ik zeggen, écht leven in de leugen. Het is een soort volharden in de boosheid.

Het evangelie leert ons dat het grondig fout is te berusten in deze boosheid. Integendeel: het evangelie roept op om met onze nee-woorden naar de Jezus te gaan, erop vertrouwend dat Hij in zijn barmhartigheid onze nee-woorden kan ombuigen naar Gods licht. Het is de verlossing, de bevrijding, die Jezus aan ieder van ons wil bewerkstelligen.

Moraal van het verhaal: Bemin. En al je struikelt berust dan niet in het feit dat het je weer eens niet gelukt is. Ween een traan in het verborgene, klop je biddend op de borst, maar loop er alsjeblief niet onder gebukt. Dit laatste kan immers een sterke belemmering worden om de Heer mét zijn genezing welkom te heten. Hij botst dan namelijk op een muur van puur zelfbeklag waarin Hij geen ingang vindt. En dat zou jammer zijn. Deze mensen kunnen vroom en nederig overkomen maar in werkelijkheid gaan deze mensen een donkere weg die geen bevrijding toelaat.

Laten we in alle eenvoud en oprechtheid onze handen, ons hart, onze wil, ons hele zijn, openen voor de Heer. Laten we Hem welkom heten in onze meest duistere plekjes. Moge Hij dit alles verlichten met zijn genade, ons ten volle genezen van onze onliefde, ons optillen in Gods vreugde.

En, lieve mensen, lukt dat niet vandaag, probeer het morgen opnieuw, en overmorgen weer. Elke dag staat Jezus klaar om naar ons toe te komen. Hij kijkt naar ons uit. Hij snelt naar ons toe van zodra wij onze innerlijke blik naar Hem wenden. Laten wij op onze beurt naar Hem snellen, en ja… werp je maar in zijn armen, gooi je in zijn barmhartigheid. Zo kan, en zal, het wonder van bevrijding gebeuren.

kris

Reacties

  1. Oeps ...alweer zo'n ware ,échte woorden !

    Ja ,gebukt gaan in zich alweer schuldig voelen is een vorm van zelfbeklag en in plaats van

    vrede en liefde voor zichzelf ,de medemens en God kennen we angst ,geen bevrijding !

    Leren zeggen :
    "Vader reken hem of haar ...het kwade niet aan "!

    Alleen maar ten volle mogelijk als wij ons in Zijn Armen gooien !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja het is moeilijk om dat allemaaal toe te passen en inderdaad we laten de moed zakken als we er niet in slagen de andere echt te beminnen vooral als het je huisgenoten zijn waar je dagelijks mee geconfronteerd worden en beseffen dat je ze niet echt liefhebt .. maar eerder verdraagzaam blijft wat niet altiijd lukt

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Al eeuwenlang wordt in de synagoge op sjabbat een leesrooster gebruikt (Haftara van de week) met jaarlijks vaste weerkerende lezingen ((net zoals bij ons, maar dan om de 3 jaar, A B en C-jaar, het leesrooster terugkomt. Veel uit onze liturgie is immers gestoeld op de sjabbatdienst in de synagoge. Jezus en de apostelen waren immers in de joodse traditie opgevoed)).
    De lezing uit Jesaja 61 die we vandaag in het evangelie volgens Lucas terugvinden, behoorde ook bij de synagogale dienst, al ging die lezing verder dan de vandaag aangehaalde verzen. De laatste lezing van de dag werd toevertrouwd aan één van de aanwezigen in de dienst. Vandaar: "Zij reikten Jezus de boekrol aan enz..." Die lector mocht dan ook een commentaar op de lezing geven. Jezus doet dat en maakt van de gelegenheid gebruik om iets (belangrijk!) over zichzelf te vertellen. Nu komt dat stuk uit Jesaja niet meer voor in de lezingen in de synagoge. Men springt direct naar vers 10 (Jes. 61,10) en leest tot hoofdstuk 63,9. (dit jaar op sjabbat 4 sept.) Dat overslaan van vers 1-9 komt omdat men later alle verwijzingen naar Jezus als de Messias uit het leesrooster heeft verwijderd. De voorafgaande lezing was die dag (nu nog) Deut.29,9 tot 30,20. Mooi om te lezen en het verband met Jesaja 61,1 en volgende te ontdekken!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat fijn om bovenstaande uitleg te lezen over de Joodse gebruiken uit die tijd. Zo kon men ook laten zien dat dat de lezer wist wat er van hem gevraagd werd. Waar ik nu over nadenk is de vraag of Jezus zich hield aan die vaste regels of had Hij deze lezing gekozen om duidelijk te maken dat Hij de Messias was.

      Verwijderen
    2. Normaal gezien kon de lector niet kiezen. De lezingen liggen immers vast. Heeft Jezus zichzelf die dag aangeboden als lector, dat weten we niet. Was het Gods voorzienigheid die het zo regelde dat men Jezus aanduidde als lector? Hij trok natuurlijk rond als rabbi (leraar). Heeft dat ook een rol gespeeld? Niet alles is duidelijk in het evangelie. De boodschap echter wél!

      Verwijderen

Een reactie posten