vrijdag in week 24 door het jaar

Onderstaande overweging gebruikte ik ook vorig jaar.

Het evangelie van vandaag is een echte parel. En we mogen gerust ook zeggen dat het een soort lofzang is op een al te vaak vergeten groep. Vaak hebben we de indruk dat het evangelie een zaak van mannen is. Vrouwen komen er nauwelijks of slechts terloops aan te pas. Een zieke vrouw wordt wel eens genezen. Een vrouw wast de voeten van Jezus. Vrouwen volgen Hem en zijn vrienden en zorgen voor hen uit eigen middelen. Vrouwen staan onder het kruis. Ze staan overal achter of onder, maar zelden of nooit op het voorplan.

Grote rollen worden door mannen bezet. Apostelen en schriftgeleerden, een honderdman, een barmhartige Samaritaan of een goede herder. Dat Annas en Kàjafas, Herodes, Judas of Pilatus ook mannen waren, is hier helemaal geen troost. Maar zo ziet Jezus het niet. Op geen enkel moment. Want het evangelie is geen 'Guiness-book of records', waarin het om de grootste, de sterkste of de beste gaat, waarbij alleen prestatie of kwantiteit telt. Het is een levensboek waar geloof en vertrouwen, waar geduld en liefde, inzet en overgave, de echte kwaliteit en de ware talenten vormen.

En daar spelen vrouwen onvervreemd en onvervangbaar een glansrol. Een rol, waarbij veel mannen tot debutanten verbleken. Lucas begint er zijn evangelie al mee. De eerste persoon die we ontmoeten is Zacharias, een man, een priester. Stomweg valt hij al meteen door zijn rol. "Ge zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt."

Meteen daarop treden twee vrouwen op, Maria en Elisabet. In een feilloos duet, in een magnificat van puur geloof en zuivere overgave, brengen ze onze heilsgeschiedenis daadwerkelijk en definitief op gang. Ook wanneer het doek over het openbaar leven van Jezus opengaat en Hij nog even in de coulissen wilt blijven, opdat Hij zijn uur nog niet gekomen acht, is het weer een vrouw, die, onweerstaanbaar zoals alleen moeders dat kunnen, Jezus tot handelen aanzet. "Doe maar wat Hij u zeggen zal." Zo maakte Jezus een begin met zijn tekenen.

Van het penninkje van de weduwe tot de kostelijke nadusbalsem van Maria te Betanië, van die onbevangen eerlijkheid van de vrouw aan de put van Jakob in Samaria tot het vindingrijk geloof van de Kananese met de kruimels die van tafel vallen, kunnen we, heel het leven van Jezus door, parel na parel opsteken tot een rozenkrans van vrouwelijke gebaren en gaven van geloof, liefde en toewijding.

En toen zijn uur echt gekomen was, een uur waarop ontrouw en verraad, waarop verloochening en vaandelvlucht ineens puur mannelijke begrippen werden, stond er ook weer die krans van vrouwelijke trouw, van meevoelen en meegaan ten einde toe. Een krans van vrouwen die Jezus vanaf Galilea waren gevolgd en Hem hadden gediend. Echte, levende en zuivere godsdienst van een al te vaak vergeten groep.

Bron overweging: onbekend


Reacties

  1. Vrouwen zijn even goed geroepen om Jezus te volgen als mannen. Wij vullen mekaar aan, elk op zijn wijze. Dat zien veel mensen goed in. De vrouw moet echter geen man worden. Dat gebeurt volgens mij al genoeg - en veel te veel - in onze samenleving. Het moet ook niet nog eens gebeuren in de Kerk. Het is niet een kwestie van onderdanigheid of zo. Wel gelijkwaardigheid, niet gelijkheid. Twee gelijknamige polen stoten mekaar af, verschillend geladen polen trekken mekaar juist aan. Moge de H. Geest onze Kerk verder leiden op een goede en gezonde manier langs de synodale weg. Onze paus zegt dat het niet gaat om een parlement, maar om een samen luisteren naar het waaien van de Geest.

    BeantwoordenVerwijderen

  2. Sint-Paulus is een apostel. Apostelen zijn gezondenen die ons het eerste kerugma verkondigen. Aan mensen die nog nooit van God of van Christus gehoord hebben, verkondigen zij: ‘Jezus is verrezen en jullie mogen deel hebben aan Zijn verrijzenis’. In Korinthe – en nu nog bij veel gelovigen – is er weerstand tegen dat eerste kerugma. Opstanding uit de doden, dat kan toch niet? Onze ervaring is: ‘Dood is dood, er komt niemand terug’. Paulus zegt dat, als dat waar zou zijn, hij een prediking heeft gebracht zonder inhoud en een geloof zonder grond. Dan heeft hij zelfs over God gelogen, want dan heeft God Jezus niet ten leven gewekt. Als er geen opstanding is, is inderdaad ook Christus niet verrezen. Dan zijn ook onze zonden niet vergeven. Dan zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Dan zijn we in leugens getrapt. ‘Neen’, zegt Paulus, ‘zo is het niet: Christus is verrezen als eersteling’.
    Zelf moet ik dikwijls zulke opmerkingen aanhoren vooral van bezoekers en vrijwilligers in ons woonzorgcentrum. Zij zeggen onomwonden dat het, spijtig voor jou - zeggen ze dan - met de dood gewoon amen en uit is. Ik heb in mijn catecheses over de geloofsbelijdenis op Radio Maria een paar jaar geleden uit proberen te leggen waarom ik geloof in de verrijzenis. Er zijn vooreerst de bijna-doodervaringen van vele mensen. Zij waren enkele minuten klinisch dood, maar hadden zulke sterke ervaringen over een andere wereld terwijl ze tegelijk hun eigen lichaam, waar zij uit waren, daar zagen liggen. Ze konden de operatiezaal of de plaats van het ongeval zo duidelijk beschrijven, dat men eigenlijk moet zeggen: Er is bewustzijn ook als de hersenen uit zijn gevallen. Zulke bijna-doodervaring heb ik zelf niet gehad. Voor mij is dan iets anders belangrijk, nl. dat ik gebeden heb tot bep. heiligen en dat ik werd verhoord. Dat betekent niet dat ik alles gekregen heb of krijg wat ik vraag, maar toch enkele belangrijke dingen. In het leven van mijn ouders en familie zie ik nog veel zulke voorbeelden. Voor mezelf herhaal ik hier alleen: Als ik hier nu al bijna 40 jaar in Kortemark in ons WZC en bij de zusters werkzaam ben, is dat een gave van Pater Pio – toen nog niet eens zalig of heilig verklaard – tot wie ik gebeden heb om iets te mogen doen dat ik in mijn ziek-zijn aankon. Ja, dat is puur een gave van de H. Pater Pio. Als Pater Pio gewoon dood zou zijn, kon hij mij dat niet geven. Mijn besluit: er is leven na de dood.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. beste daniël, interessant je spreekt hier over bijna-doodervaringen, en wat de mensen daarover berichten, als rede om te kunnen geloven in een leven na de dood. ik heb zo'n bijna-dood ervaring gehad en dat heeft bij mij dat geloof in een voortbestaan na de dood inderdaad heel erg versterkt.
      wat het ook met me heeft gedaan is dat ik daardoor Jezus uitleg over het koninkrijk Gods en met name een het hogepriesterlijk gebed van johannes pas echt ging begrijpen. het komt me zo bekend voor dat het lijkt of hij die teksten uitspreekt ná een zeer intense bijna-dood ervaring, alsof dit de mystieke inzichten zijn die hij gedeeld heeft tussen zijn verrijzenis en zijn hemelvaart. dat de bijna-doodervaring dus heeft plaatsgevonden tijdens de kruisiging, wat medisch gezien goed mogelijk is omdat hij er zo snel en zonder extra ingrepen van af is gehaald.
      blasfemie? mijn geloof is er beslist niet minder om!

      Verwijderen
    2. Dank u, beste Stefan, voor uw getuigenis. Het is heel mooi wat u zegt over Jezus' bijna-doodervaring op het kruis. Maar ik heb het hier al geschreven: ook de Thaborervaring was een bijna-doodervaring. Eentje van een speciale soort: een sterfbedvisioen. Jezus zag zich wegglijden in de dood, maar ook al in Zijn Vaders heerlijkheid en Johannes was één van de drie leerlingen die erbij waren. Bij een sterfbedvisioen zien de wakenden bij het sterfbed vaak hetzelfde wat de stervende ziet: een gestorvene die de stervende af komt halen. Al die dingen heb ik gelezen in het mooie boek 'Eindeloos bewustzijn' van Dr. cardioloog Pim Van Lommel, een boek van 2008-2009. En inderdaad, Johannes onder het kruis zal dat daar nog eens mee hebben mogen maken: hoe Jezus naar Zijn Vader ging. En heel zijn evangelie is daardoor getekend. Een interessante opmerking van uwentwege, waarvoor dank.

      Verwijderen
  3. Het boek van van Lommel: “Eindeloos Bewustzijn” heb ik ook gelezen en eigenlijk bevestigt het dat er leven na de dood is. Ik heb zelf nooit die mooie ervaring gehad maar één ding weet ik zeker, zonder mijn geloof had ik nooit kunnen accepteren wat ik nu wel aangekund heb. Daarom alleen al mag ik mijzelf een gelukkig mens noemen . Ik zou het iedereen zo graag gunnen. Ik vind het pleidooi van Kris om meer vrouwen toe te laten ook heel goed omdat er nu een groot potentieel aan mensen ligt die heel veel kunnen betekenen voor het Koninkrijk van God op aarde. Roosje

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten