zondag 24 door het jaar - C

Het evangelie van vandaag spreekt over Gods barmhartigheid, en over de vreugde die hiermee gepaard gaat wanneer het verlorene teruggevonden wordt.

Eerst horen we het verhaal van de herder die zijn buren en vrienden bij elkaar roept met de mededeling: 'Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.' Dan ontmoeten we de vrouw die ook haar buren en vriendinnen bij elkaar roept met de boodschap: 'Deel in mijn vreugde, want ik heb de drachme gevonden die ik kwijt was.' En dan hebben we de vader van de verloren die zijn knechten bij elkaar roept en zegt: 'Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.'

Met deze drie gelijkenissen beschrijft Jezus Gods vreugde wanneer Hij zijn verloren kinderen terugvindt.

God heeft de mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Dit houdt in dat wij, naast dit gegeven, ook het potentieel in ons dragen om inderdaad te leven naar Gods gelijkenis. God is liefde, God is goedheid, God is vrede, God is barmhartigheid,... wij dragen in ons het beschikbaar vermogen om inderdaad die liefde, die goedheid, die barmhartigheid - die God zo eigen is - te belichamen in ons leven. Dit is niet enkel een gegeven, maar het is tevens onze roeping. Anders gezegd: In het gezegde dat wij geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis horen wij wat wij te doen hebben.

Zoals we weten heeft God ons de vrijheid gegeven om in te gaan op deze roeping, of niet. Deze door God gegeven vrijheid hoort fundamenteel bij de schepping en de roeping van de mens. Moest die vrijheid niet gegeven zijn, er zou geen liefde mogelijk zijn. Wij zijn geen robotjes horende tot een soort goddelijk systeem dat ons voortdurend in beweging zet. Nee, wij zijn door God geschapen mensen die in liefde door Hem zijn uitgenodigd deelgenoot te worden van zijn goedheid. En daar zijn we vrij in. Dat betekent dat we ja, of nee, kunnen zeggen op Gods uitnodiging.

In het evangelie van vandaag beluisteren we een zekere pijn wanneer God vaststelt dat zijn kinderen 'nee' zeggen. Niet als iemand die passief in een hoekje zich insluit in zijn verdriet, maar als iemand die juist dán actief wordt door op zoek te gaan naar wat verloren is. Dat is wat zowel de herder, als de vrouw, als de vader doen in de drie gelijkenissen. Ze kunnen het - bij wijze van spreken - niet verdragen dat verloren is wat hen zo dierbaar is. De herder en de vrouw zoeken letterlijk, de vader staat dagelijks in zijn deuropening, uitkijkend naar het moment dat zijn zoon terugkomt, bereid zijnde, wanneer hij terugkomt, hem terug thuis op te nemen.

Dat is liefde. Zo is God. Dat is barmhartigheid. Zo gaat God met de mens om. Ook met u, zoals Hij dat ook met mij doet.

En, geliefde mensen, God-zij-dank dat Hij zo is. Wat zouden we zijn zonder Gods barmhartigheid? Wat zou er van ons worden moest God, in al zijn liefde, ons niet voortdurend komen opzoeken wanneer we het 'nee' meer beminden dan het 'ja'? In zekere zin is God een jaloerse God die niet kan verdragen wanneer zijn kinderen afgoden achterna lopen en daarmee het schoonste missen wat er in een mensenleven kan gebeuren: namelijk leven in Gods liefde.

Liefde is nooit passief, maar altijd actief, gericht op het welzijn van de ander. Wel, zo gaat God met ons om.

Niemand van ons is heilig. Geen mens is volmaakt. Zoals ook niemand van ons de duivel zelf is. Ons leven speelt zich af in die grote grijze wazige zone tussen het volle 'ja' en het volledige 'nee'. Maar zelfs al zeggen we maar een héél klein beetje 'nee', ook dán komt God naar ons toe om ons op zijn schouders te nemen, te helen, te voeden.

Van belang is ons hart te laten spreken wanneer we afgedwaald zijn. Zoals bij de verloren zoon. Hij kwam tot inkeer. Er ontstond inzicht. Hij kreeg heimwee. Berouw vulde zijn hart. Vier ingrediënten die Hem ertoe aanzette terug naar zijn vader te keren. Vier componenten, zou je kunnen zeggen, die hem tot de waarheid brachten en - niet onbelangrijk - in gebed: 'Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u...'. Meer dan dat hij terug keerde, liet hij zich vinden.

En dan de vreugde bij het terugvinden. De herder, de vrouw, de vader... hun blijheid kon niet op. En mooi is dat het hier gaat om een gedeelde vreugde. . Het was een blijheid die ze onmiddellijk deelden met buren en vrienden, reden tot feest waarbij ieder mocht aansluiten. 'Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.'

Maar de oudste zoon begreep het niet. Hij kon niet delen in de vreugde van zijn vader. Hij bleef gevangen in zichzelf. Nochtans... 't was ne goeie jongen. Hij heeft altijd gedaan wat hij moest doen, is nooit weggelopen, was trouw aan zichzelf. Maar dat trouw zijn aan zichzelf leidde tot een narcistisch trekje dat hem afsloot van zijn broer die - na heel wat misstappen te hebben begaan - het leven terug gevonden had; zijn broer die door zijn vader opnieuw werd opgenomen. Door zijn ik-gerichtheid kon hij dat niet begrijpen, laat staan er blij om zijn.

Mooi is, nadat de deze zoon besloot om niet naar het feest te komen, de vader toch naar hem toekomt, met hem in dialoog gaat, hem uitleggend waar het bij hem om te doen is: 'Je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.'
Of die zoon daarna toch nog naar het feest is gekomen... dat weten we niet. Ergens hoop ik van wel.

De vraag die zich aan ons bij dit gebeuren stelt is: Kunnen wij werkelijk blij zijn wanneer iemand het leven terugvindt, wanneer iemand God vindt, wanneer iemand zijn diepste levenszin vindt? Of blijven we kwaad om wat iemand mogelijk mispeuterd heeft in zijn leven, en wel zo dat ons hart en ons leven zich helemaal sluit voor het werk van God rondom ons...

Om af te ronden nog dit: Als het waar is - en het is waar - dat wij naar Gods beeld en gelijkenis zijn geschapen, kunnen wij dan ook die liefde opbrengen die God zo eigen is om het verdwaalde in onze samenleving op te zoeken? Zoals gezegd, liefde is altijd gericht op het welzijn van de ander. Laat ons dan ook met heel veel genegenheid kijken naar ieder ander, bijzonder naar hen die over 't algemeen niet zichtbaar zijn.

Moge de liefde ons in beweging zetten. Met, in en door de Heer. Amen.

Een mooie zondag voor ieder van u.

kris

Reacties

  1. Dat is het mooie van God: dat Hij niets dan barmhartigheid is. En hoe zouden wij dat weten als Jezus ons dat niet had geopenbaard? Hij komt van God, is helemaal Zijn gelijke. Hij weet hoe Zijn Vader is. Hij weet hoe de werkelijkheid ten diepste in mekaar zit. Zonder (Gods) barmhartigheid zou het geen leven zijn. 'Dank U, Heer, voor zoveel liefde, voor het leven gedeeld met uw kind, dank voor het heil dat ik bij U vind, halleluja.' Dit laatste naar woorden van Soeur Sourire. Haar leven had ook niet zo dramatisch moeten eindigen. Hier zie ik weer hoe mensen, ook in de Kerk (haar congregatie toen) nog altijd weinig van God hebben begrepen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. laten we dan op zoek gaan naar het 'verloren schaapje'? Of laten we het schaapje aan haar lot over?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Voor de vaste en/of toevallige lezers van deze rubriek van het waarde(n) volle " Dagelijks bijbel citaat volgende vrijblijvende gedachte. De voorbije en komende dagen wordt onze wereld - samenleving overspoeld met de woorden koning en koningin. Een prachtige gelegenheid om mij de vraag te stellen: wie ben ik tot op de dag vandaag? Hoe is mijn gedrag tegen de Ene Almachtige Koning/Koningin om in dialoog dichter bij Hen/Haar te komen in wederkerige Liefde. Een aangename zondag met geliefden om jullie heen en in jullie warm hart.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Koningin of niet, de dood is voor iedereen gelijk

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten