zaterdag in week 24 door het jaar
Jezus beschrijft verschillende types van mensen die verschillend met het woord van God omgaan. Ik pik er eentje uit: 'Het zaad op de rotsachtige bodem, dat zijn zij die het woord vol vreugde aannemen wanneer ze het horen, maar het schiet geen wortel; voor het moment geloven ze, maar als ze op de proef worden gesteld, worden ze afvallig.'
Ik vermoed dat velen onder ons zich met deze uitspraak aangesproken voelen. We houden van het evangelie, we hebben de Heer (het mensgeworden Woord) lief. En we menen dat heel oprecht. Velen lezen dan ook regelmatig (biddend) in de Bijbel en men besteedt dagelijks tijd aan gebed. Maar als het dagelijks leven de consequenties vraagt van het 'christen zijn' dan durft men af te haken, of toch tenminste niet ten volle die weg te gaan die ze beluisterd hebben in de Schrift. Men bemint het Woord, maar vaak is men lauw in het handen en voeten geven van dit Woord. Des mensen...
Maar het is niet omdat het des mensen is, dat we er ons dan maar in moeten berusten. Ik denk dat we de Schrift zo moeten lezen dat het ons voortdurend aanspoort onze menselijke lat te verleggen. De Heer vraagt niets onmogelijks. Hij vraagt het evangelie te beleven, in al z'n eenvoud, maar ook met alle consequenties die het leven volgens het evangelie vraagt.
Wanneer we hierin de held willen uithangen zal het ons gegarandeerd niet lukken. Christendom heeft niets met heldendom te maken. Wel met toewijding en overgave. In, met en door ons wil de Heer het evangelie gestalte geven: Hij met ons, wij met Hem.
Het gevaar bestaat erin dat we ook deze vereniging gaan zien als iets van ons: alsof wij het zijn die ons verenigen met de Heer. Veel beter is het op zo'n wijze binnenin arm te worden dat de Heer zich kan verenigen met ons. We laten dan toe dat Hij ons trekt in zichzelf, in zijn eigen ja-woord tot de Vader. Anders gezegd: veeleer dat wij Hem moeten vinden is het belangrijk om ons te laten vinden door Hem. Dit vraag innerlijke armoede, afdaling, onttroning. Niet makkelijk, wel edel.
In zekere zin zou je kunnen zeggen: we moeten ons door het Woord laten vinden. In het Woord is immers de Heer aanwezig die ons wil opnemen in zichzelf. Wanneer we dus in de Schrift lezen, is het goed dit te doen met een arm en open hart, bereid zijnde ons te laten opnemen.
De vruchten die hieruit voortkomen zullen puur christelijk zijn, in de zin dat ze een gevolg zullen zijn van onze overgave aan Hem, midden het dagelijks leven; trouw en blij belevend.
Meer en meer, steeds dieper, zullen we de weg bewandelen van de laatste groep mensen die Jezus beschrijft: 'Het zaad in de vruchtbare grond, dat zijn zij die met een goed en eerlijk hart naar het woord hebben geluisterd, het koesteren en door standvastigheid vrucht dragen.'
Een mooi weekend,
kris
Dit vergankelijke moet met onsterfelijkheid worden bekleed. Dat is verrijzenis. Zoals uit een zaadje een hele plant voortkomt, zo moeten wij ons door Jezus in laten zaaien in de voren van Gods Koninkrijk. Helemaal. Het Woord moet niet in ons hoofd en zelfs niet in ons hart alleen blijven, het moet voeten en handen krijgen in ons dagelijks leven. Dat is de weg naar de eeuwigheid, de weg naar de hemelse zaligheid: ons met Christus laten bekleden. Het begon in ons doopsel. Het moet elke dag opnieuw werkelijkheid worden. Op Jezus gelijken, Hem in ons laten leven. Dan eindigt ons aardse leven waar het moet eindigen: in steeds heerlijker gelijkenis met Hem.
BeantwoordenVerwijderen