zondag 26 door het jaar - C

De gelijkenis van de arme Lazarus drukt ons met onze neus op de wreedheid van de wereld: er zijn velen die 'in purperen gewaden en fijn linnen dagelijks uitbundig feestvieren' en geen oog hebben voor de tallozen arme Lazarussen die eenzaam voor de deur liggen. Hun wreedheid lijkt nog bitterder dan die van de rijke man in de gelijkenis. Hoe kunnen we onze oren sluiten voor de harde woorden van de profeet Amos: 'Wee jullie, zorgelozen ... Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen op je divans, eten lammeren uit de kudde en kalveren uit de stal. Luidkeels zingen jullie bij de harp ... Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de beste olie wrijven jullie je in, maar dat Jozefs volk ten onder gaat, dat deert jullie niet.' 

De evangelist noemt de naam van de rijke man niet, alsof onverschilligheid de naam is die alle zelfgenoegzame ego's van de wereld verenigt. Paus Franciscus zei in Assisi op een bijeenkomst van religieuze leiders: 'De grote ziekte van onze tijd is onverschilligheid. Het is een virus dat verlamt, dat ons inert en ongevoelig maakt, een ziekte die het centrum van de religies uitholt en een nieuw en triest heidendom voortbrengt: het heidendom van de onverschilligheid.' Ja, de onverschilligheid van die rijke man, de onverschilligheid van zoveel rijke mensen vandaag, is een teken van dit heidendom, een teken van de aanwezigheid van een duivelse kracht die enkel vernietigt.

Onverschilligheid is precies het tegenovergestelde van God, die de vriend van de mensen is, de vriend van de armen, de verdediger van de zwakken; de ware filantroop. God negeert de naam van de rijke man, terwijl Hij de arme man die overdekt is met zweren en enkel in het gezelschap van honden leeft bij name noemt. Door deze Larazus laat God zich ontroeren, en redt hem. Het lot van de rijke is het dodenrijk. Het is een niet mis te verstane waarschuwing: wie zijn leven enkel voor zichzelf opbouwt, bouwt in feite z'n eigen hel. Het is een waarschuwing om de tijd van ons leven niet te verspillen door te profiteren, om geen kloof tussen de mensen te doen ontstaan, maar om ons net in te spannen om de bestaande kloven te dichten.

Abraham dient de gekwelde man van antwoord: 'Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!' Wij hebben het woord van God gekregen. Daarnaar luisteren is de taak van de gelovigen om hun hart te bekeren. Bidden met de Schrift, en leven in verbondenheid met de Heer; het mensgeworden Woord; dat is onze opdracht en de weg die we te gaan hebben.

Dan zal, wat de Kerk ons aanbiedt doorheen de liturgie van de overgang, ook ons ten deel vallen: 'Ten paradijze geleiden u de engelen; mogen de martelaren u bij uw komst begroeten en u leiden tot in de hemelse stad Jeruzalem. Moge het koor der engelen u ontvangen, en moge u - met Lazarus, de arme van weleer - voor altijd rusten in vrede'. 

Naar woorden van Vincenzo Paglia.

Een mooie zondag,

kris

Reacties

Een reactie posten