donderdag in de eerste week van de advent

CHRSTUS, ONS FUNDAMENT
(Bij Mt 7, 21 + 24-27)

De rots waarover het evangelie spreekt, is Christus zelf. Bedoeling en roeping is ons ‘huis’ te bouwen op Hem. Dit ‘huis’ zal niet instorten, opdat Christus het fundament zal zijn van ons bestaan.

Wat niet wil zeggen dat er tegen het huis niet gebeukt zal worden. Dat zal het zeer zeker wel. Maar het huis, de bewoners, zullen steeds de ondergrond, de rots, Christus, in her-innering houden, in de zin dat ze zich in Hem verankerd hebben, innig met Hem verbonden. Men draagt de Heer als een  innerlijk fundament waarop ze in vertrouwen bouwen.
Op Christus mogen ze vertrouwen dat datgene wat tracht in te beuken niet de macht heeft de ziel te schaden. Oh ja, misschien wel het lichaam, en vele andere dingen. Maar niet de ziel. Want die is vervuld van de Heer. Die ziel is bewoond, en wie zich toevertrouwt aan deze Bewoner – Christus -  mag zich veilig weten.

Veilig… niet door zich te verbergen voor de wereld, met religieuze sfeertjes ergens in een hoekje; een soort cocooning, alleen of met geloofsgenoten. Nee, door de wil te doen van de Vader. Het evangelie van vandaag is daarin zeer duidelijk: 'Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader.'

Laat dit laatste niet een soort krachtpatserij worden van onzentwege. Christus zelf zal de genade verlenen gehoor te kunnen geven aan Gods wil.

Dit vraagt groei, die we allen moeten doormaken, met vallen en opstaan, in licht en duisternis, in tijden van innerlijke weelde en tijden van barre droogte. Je verlaten op de Heer, en vanuit Hem Gods wil doen, is immers geen vanzelfsprekendheid. De groei die Hij aanbiedt is gewoonlijk niet de weg die wijzelf zouden kiezen. Gods wegen zijn de onze niet. Gehoorzaamheid, gehoor geven aan de stem van de Heer, die weg bewandelen die Hij met je wil gaan, is niet vanzelfsprekend, verre van dat. Het vraagt een diep innerlijk afsterven aan je eigen ‘ik’ dat zo graag zijn leven zelf in handen wil nemen. Armen van geest, waartoe we allen geroepen zijn, zijn zij die de kunst verstaan zich innerlijk geheel en al toe te vertrouwen aan de Heer. Het zijn zij die kunnen zeggen: ‘U, mijn God, mijn Al’.

Het is je kracht zoeken en vinden in de Heer. Niet een Heer uit een ver verleden waar je over gehoord hebt, of waar het interessant is om over te lezen. Nee, het gaat over Jezus die vandaag bij ons en onder ons is. De Heer tegemoet treden – ons adventsthema - is leven in het hier en nu, je richten naar, en gaan naar de Heer.

Maar zoals gezegd, het is geen vanzelfsprekende weg, en het gevaar is reëel dat we, als het lastig wordt, de moed gaan opgeven, en dat we ophouden met bidden of daarin verslappen. Of nog erger: dat we wegdrijven of zelfs weglopen van de Heer in plaats van Hem tegemoet te treden.
Een ander gevaar bestaat erin dat we gaan denken deze tocht niet aan te kunnen. Of dat we ons niet ‘waardig’ achten deze weg te gaan. Wie in dergelijke donkere straatjes belanden, laten zich niet leiden door de stem van de Heer, maar door andere stemmen die je naar beneden halen, die je trachten wijs te maken dat deze weg niet voor jou is. Laat je niet misleiden. Waakzaamheid en onderscheiding!
‘Ja’ zeggen tot God is in het zachte vuur van de Geest gaan staan. Het is toelaten dat Gods vuur je teder opneemt in zijn eigen vlammen om je binnen te leiden in het grote ‘ja’ van de Heer.  En deze weg is voor ieder weggelegd. Zeer zeker.

Jezus roept niet wanneer we het niet zouden aankunnen. Wat Hij wil is ons volwassen maken in het geloof. Hij wil ons losweken van ons ikje dat z’n eigen weg wil gaan, Hij wil een ‘ik’ laten geboren worden, en tot uitbloei laten komen, dat zich toevertrouwt aan Hem en waarmee Hij de weg kan gaan die God voor ons droomt. Dat ‘ik’ is ons meest waarachtige ‘ik’; het is het ‘ik’ waarvan God heeft gezegd dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis.

Christus is onze levensrots, het levend fundament van ons bestaan. Laten we bouwen op Hem, en alleen op Hem. Een diepe vrede staat je te wachten, zowel bij zonneschijn als bij dikke mist.

Laten we bidden

Heer,
geef dat wij ons bestaan steeds mogen bouwen op U;
U onze rots, ons levend fundament.
Wees de ziel van ons bestaan
en zet ons aan te doen wat de Vader wil.
Doet U het met ons; enkel U.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Een vredevolle donderdag,
kris

Reacties

  1. Christus is onze levensrots, het levend fundament van ons bestaan. Laten we bouwen op Hem, en alleen op Hem. Een diepe vrede staat je te wachten, zowel bij zonneschijn als bij dikke mist. "Dat schud op zijn grondvesten met al dat ophitsende droeve agresieve nieuws dat we alle dagen horen . Ik hoop de kracht te vinden om vol te houden. Maar toch bedankt Kris, blijven bidden al blijf ik teveel in aankloppen zitten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel herkenbaar: ook ik ben een expert in het aankloppen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bedankt Chris voor deze prachtige woorden.Niet verslappen en doorzetten.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. in 'dikke mist', zo werd ik vanochtend uit bed en onder de douche geholpen. met heftige pijn, verstijfdheid en spasmen. dank, kris, dat ik mag leunen op jouw woorden. zij laten mij vallen en opstaan op de rots in mij: Christus

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Och Stefan toch. Ik voel en leef met je mee. Jouw lichaam heeft zijn kracht verloren maar je bent geestelijk van heel veel betekenis. Ik vind het mooi om jouw rijke woorden te lezen in de blog. Sterkte.

      Verwijderen
  5. Wat is het fijn om de bijbelteksten goed tot je door te laten dringen. Het zijn verhalen die ik al vaak gelezen heb maar die mij nu veel meer zeggen. Ze laten mij steeds meer zien waar het echt om gaat, zoals ook deze morgen. Bedankt Kris en Ricky. Jullie maken mijn leven rijker.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten