woensdag in de eerste week van de advent

WONDER VAN LIEFDE
(Bij Mt 15, 29-37)

Vandaag horen we het gebeuren van de broodvermenigvuldiging. Met zeven broden en wat visjes gaf Jezus de hele mensenmassa te eten tot ze verzadigd waren. En er was zelfs nog over.

Zeven broden en wat visjes ...
Dat is niet veel. Het is zelfs bijzonder weinig kijkende naar de grote groep mensen die daar rond Jezus en de leerlingen verzameld was. En toch kon Jezus er een wonder van vermenigvuldiging mee verrichten.
Is dit in ons dagelijks leven ook niet zo? Laat ons eerlijk zijn: wat hebben we de Heer te bieden? In vergelijking met de liefde die wij van Hem mogen ontvangen is het gewoonlijk niet al te veel. Bij wijze van spreken enkel wat broden en een paar visjes.

En toch kan Jezus wonderen verrichten wanneer wij dat beetje in onszelf aan Hem schenken. Maar we moeten het ‘willen’ schenken. Niet denken van: ‘Jezus kan met mijn gave weinig doen’. Of: ‘Ik ben onwaardig’. Jezus wacht op ons. Hij wacht totdat we onszelf geven aan Hem, ook al is dat in onze ogen niet veel.
Het mooie is dat Jezus met dat heel klein beetje van onzentwege wonderen kan verrichten; wonderen van liefde. We moeten het Hem alleen ‘willen’ schenken. Dat vraagt moed, nederigheid en keuze.

Beroepshalve praat ik in het woonzorgcentrum waar ik werk ongeveer heel de dag met mensen. En zo vaak hoor ik dat mensen gebukt gaan onder zondebesef. Ze voelen zich klein door foute keuzen die ze vroeger jaren gemaakt hebben. Of ze voelen zich onwaardig. Merkwaardig toch hoe mensen zich zo vaak naar beneden halen. En die goede Jezus maar wachten.

Geliefde mensen, allemaal kunnen we iets aanbieden, ongeacht ons verleden. Er is niemand die niets kan aanbieden. En dat ‘iets’, dat is namelijk jezelf. Dat kan, bij wijze van spreken, de grootste heilige, maar ook de grootste zondaar doen. Vraag is: geloven we wel dat Jezus wacht?  En dat Hij met ons zijn wonder van liefde wil en kan doen? Geloven dat wel? En zo ja, kunnen we dat geloof omarmen? Kunnen we die uitnodiging van de Heer liefhebben en koesteren? En wel op zo’n wijze dat we ons inderdaad, uit liefde voor God, uit liefde voor de liefde, aan Hem schenken?

Als we spreken over 'Kom, ga Hem tegemoet!' - om binnen ons adventsthema te blijven - dan betekent dat met je hele zijn naar de Heer toegaan, je hele zijn aan Hem aanbieden. Als geschenk, gave, offer, ... hoe je het ook benoemt. Diep in onszelf, waar Hij zijn inwoning heeft, wacht Hij totdat we ons aan Hem toevertrouwen.

Ik zou zeggen: doe dat eenvoudig, met een diep en sterk geloof: ‘Heer, hier ben ik. Ik ben bereid. Ik ben beschikbaar. Neem me. Voor U wil ik er zijn. Doe met mij wat U goed vindt. In uw dienst wil ik leven. Uw instrument wil ik worden’.
Bid dit vol overgave, en laat toe dat Hij u in zich opneemt. En - niet onbelangrijk - neem tijd voor je gebed. Bemin de tijd en heb de stilte lief. En laat maar gebeuren. Jouw overgave aan de Heer zal van jou een andere mens maken, een instrument dat - groeiend in Hem - meer en meer beeld zal worden van de Allerhoogste.

En zo zal de broodvermenigvuldiging niet enkel een gebeuren zijn van tweeduizend jaar geleden, maar ook van vandaag, en wel door jou heen. En als het goed is door de Kerk heen.

Kom, laten we de Heer tegemoet treden, ons ten diepste aanbieden aan Hem, omwille van allen die God ons toevertrouwt.

Laten we bidden

Goede God,
help ons af te dalen in ons diepste ik
waar we Christus zullen ontmoeten
met uw woorden: 'Ik zal er zijn voor u'.

Oh Jezus, trek ons in uw gloed,
in uw warmte, uw liefde.
Verenig ons met U,
verinnig ons in U,
leer ons onszelf te verliezen in U,
om ons weer opnieuw te vinden in God,
als zijn bemind kind
dat door U geroepen wordt
beeld en gelijkenis te zijn
van Gods heilige liefde.

Kom heilige Geest,
beziel ons,
doe ons verlangen,
wees het vuur van ons gebed.

Om deze genade bidden wij,
in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

Moge je gebed een ware toewijding zijn aan Gods aanwezigheid diep in jezelf.
Een mooie dinsdag.
Met een genegen groet,
kris

Reacties

  1. Dankjewel Kris voor het lekker" Rozijnen broodje "welke je ons vandaag niet alleen in ons schoentje legt ,
    maar ons verzadigd met de aanmoedigende woorden !
    Hem in al wat we vandaag doen' bewust 'mét ,in en door hem te handelen !
    Dat gaat soms gepaard met lijden ...de eerste stap naar verzoening zetten ,verdraagzaam zijn met moeilijk te verstane mensen , je eigen ikje opzij schuiven ,ziekten van geliefde mensen ,ook zij die je vriendschap moeilijk kunnen aanvaarden ,de moed hebben om iemand op zijn plaats te zetten (wel uit bezorgdheid voor die mens)!
    Heer help mij en ons daarvoor !
    !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Vader,

    Ik verlaat mij op U,
    doe met mij wat Gij goedvindt.

    Wat Gij ook met mij doen wilt,
    ik dank U.

    Tot alles ben ik bereid, alles aanvaard ik,
    als Uw wil maar geschiedt in mij
    en in al uw schepselen:
    niets anders verlang ik, mijn God.

    Ik leg mijn leven in uw handen,
    ik geef mij aan U, mijn God,
    met heel de liefde van mijn hart,
    omdat ik u bemin,
    omdat het voor mij een noodzaak
    van liefde is mij te geven,
    mij zonder voorbehoud op U te verlaten,
    met een oneindig vertrouwen:
    want Gij zijt mijn Vader.
    Dank u Kris, jaren heb ik dit gebed gebeden, dan niet meer en nu heb ik het teruggenomen



    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, ook ik heb het jaren gebeden ,dank om mij eraan te herinneren, ik was het helemaal vergeten.

      Verwijderen
  3. "Heer, mijn God,
    ik weet niet waar ik heen ga.
    Ik ken de weg niet die voor me ligt.
    Ik kan niet met zekerheid zeggen waar hij zal eindigen.
    Ook ken ik mezelf niet echt,
    en als ik denk dat ik uw wil volg,
    dan betekent dat nog niet dat ik dat ook werkelijk doe.
    Maar ik geloof dat het verlangen om U te behagen,
    U in feite ook behaagt.
    En ik hoop in dat verlangen te leven bij alles wat ik doe.
    Ik hoop nooit iets te doen zonder dat verlangen.
    Als ik dit doe dan weet ik
    dat Gij mij zult leiden langs het rechte pad,
    hoewel ik er misschien niets van begrijp.
    Daarom zal ik altijd op U vertrouwen,
    ook al lijk ik verloren en in de schaduw van de dood.
    Ik zal niet bang zijn,
    want Gij zijt steeds bij mij,
    en Gij zult mij nooit aan mijn lot overlaten
    om mijn gevaren alleen te doorstaan."
    Thomas Merton

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten