tweede zondag in de advent

SACRAMENT VAN VERZOENING
(Bij Mc 1, 1-8)

Alvorens de Heer aan zijn openbaar leven begon, riep Johannes het volk op zich te bekeren. Hij riep op hun hart klaar te maken voor de komst van de Messias.

De advent is de tijd bij uitstek om, elk jaar opnieuw, grote kuis te houden in ons hart. Allemaal dragen we immers dingen in ons die ons weerhouden de Heer te verwachten, Hem te dragen, Hem te baren.

Berouw is een gave waarvoor wij mogen bidden. Doorheen het berouw laat God immers weten waar het fout gaat. Een eerlijk en oprecht berouw is een genadevol gebeuren. Het kan een springplank zijn naar échte en diepe bekering.

Berouw dient niet om triestig te worden. Het kan zijn dat het een gevoel van droefheid met zich meebrengt door vast te stellen hoe zwak we zijn. Maar berouw zou onze blik en ons hart vooral moeten richten op de Komende, op de Heer, die reeds genadevol aanwezig is in het berouw. In zijn grote barmhartigheid wil Hij immers doorheen ons berouw al wat duister is omkeren naar zijn licht. Hij wil ons weer verzoenen met Zichzelf.

God heeft gewild dat de Kerk een sacrament heeft dat deze verzoening heel genadevol tot stand brengt, namelijk de biecht, het 'sacrament van de verzoening'. Wie naar Gods vergeving verlangt kan naar dit sacrament toestappen. Ons thema dit jaar is: 'kom ga Hem tegemoet'. Dat kan ook betekenen naar de biecht toestappen. In wezen stap je niet naar een meubel in de kerk, of naar een of andere spreekplaats waar de priester op je wacht. In wezen stap je zelfs niet naar een priester. Wie naar een biecht toeleeft, en deze stap ook daadwerkelijk zet, gaat naar de Heer, en naar niemand anders. Dit ‘toestappen’ behoort reeds tot de biecht. Het is immers de Geest die je in beweging zet. Laten we het vuur van de Geest niet uitblazen, maar laten we ons in zijn stuwing plaatsen, opdat het wonder van vergeving op sacramentele mag geschieden: de absolutie én de zending ontvangend van Christus zélf doorheen de priester.

Jammer genoeg is de biecht in onze streken wat in de vergeethoek geraakt. Terwijl het een prachtig en rijk geschenk is voor ons allen om innerlijk weer zuiver te worden. Zijn we er ons van bewust dat na de biecht ons hart werkelijk rein is? Het is toch een prachtige manier om de Heer met Kerst te ontvangen in een zuiver hart?

Velen hebben een negatieve ervaring met de biecht in het verleden, wat een reden is om de biecht nu links te laten liggen. Menselijk gezien begrijpelijk, maar in wezen jammer. Ik denk dat het goed is om mogelijke negatieve ervaringen betreffende het biechten achter te laten om dit sacrament weer in al z’n zuiverheid, z'n schoonheid én z'n frisheid opnieuw te kunnen zien en verwelkomen.

De biecht is zo’n wonderlijk en rijk gebeuren, door Christus zelf aan ons geschonken. Het is een sacrament van verzoening met God en als het goed is daarna ook met de naaste. Het is een aanraking van God getekend door diepe genezing, voor ons persoonlijk leven én dus voor het leven van de Kerk.

Wie biecht draagt in zijn ziel de reine schoot van Maria; de kerststal bij uitstek om de Heer in alle zuiverheid te verwelkomen.

Laten we bidden

Heer,
geef dat de oproep van Johannes de doper
ook in deze dagen mag doorklinken.
Schenk ons de genade van een diep en eerlijk berouw,
waarin U ons wijst op onze duisternis.
Trek ons dan in de brand van uw liefde
en keer alles om naar uw licht.
Opdat ons hart met Kerst klaar zou zijn
om U in alle zuiverheid te ontvangen.
Amen.

Een mooie tweede adventszondag.
Met een genegen groet,
kris

Reacties

  1. Dank voor deze bemoedigende toelichting, dat aanspoort tot doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Maar wat als je na het biechten telkens in dezelfde 'fouten' of angsten hervalt?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Oh ja ... iets waar velen mee vechten.
      Ik denk dat - en dat is geen verwijt of oordeel - dat we het genezende karakter van de biecht vaak onderschatten. Wie ten diepste de genezing toelaat zal groeien in zijn 'niet meer hervallen'. Genezing heeft te maken met alles uit handen geven aan de Geest in jezelf. De Geest immers leidt ons binnen in het leven van Christus.
      Dit is de theorie, tevens ook de werkelijkheid. Maar de realiteit leert ons dat dit niet altijd het geval is. Het gaat hier dus over innerlijke groei, en keuze.
      Het dagelijks gebed, trouw, gezond belevend, is naar mijn aanvoelen het hart van deze genade. Gebed dan als gods-ontmoeting. Ook dit is niet evident, maar wel de bedoeling, denk ik.
      En wanneer we niet lukken ... Gods barmhartigheid is zoveel groter dan het oordeel dat we vaak over onszelf afroepen.
      Gewoon de draad weer opnemen, dag na dag.
      Zoiets ...
      Alle Goeds, kris

      Verwijderen
  3. Hen woorden zijn zo glad als olie

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten