15e zondag door het jaar C

GERAAKT TOT IN HET HART

Laat ons eerlijk zijn: we lopen vaak om het broze en gekwetste heen. Gewoonlijk om één enkele reden: de ander komt ons lastig over. Het komt ons niet uit. Het verstoort onze planning – of misschien nog meer: ons denken. We laten niet toe dat ons hart spreekt, en reduceren wat we doen – of juist niet doen – tot ons hoofd, dat allerlei argumenten aanhaalt om toch maar niet te doen wat we eigenlijk zouden moeten doen. Wie zijn hart laat spreken, ziet anders. Die kijkt dieper, laat zich raken en komt in beweging – niet ondanks de kwetsbaarheid van de ander, maar juist daardoor. De barmhartige Samaritaan is zo iemand. Hij blijft niet op afstand. Hij loopt er niet omheen. Hij knielt bij het gebrokene. Wat hij ziet, raakt hem – en die bewogenheid zet hem aan tot handelen.

Het evangelie van deze zondag is ons meer dan bekend. Misschien té bekend. Want juist omdat we het zo goed kennen, glijdt het al snel af van ons hart. Maar als we eerlijk zijn: dit is zo’n evangelie dat schuurt, en blijft schuren. En wel om één reden: het legt onze vermijdingsreflex bloot. De priester en de leviet zijn geen karikaturen; ze zijn herkenbaar. Ook wij lopen vaak om het leed heen. Omdat het onze weg kruist. Het is lastig. We zijn met andere dingen bezig.

Je zou kunnen zeggen dat de Samaritaan gewoon een goed mens was. Toch spreekt dit evangelie niet over goed of niet goed. De Samaritaan doet wat hij aanvoelt als zijn opdracht. Omdat – zo zegt Roger Burggraeve – hij diep geshockeerd was. Het beeld van de gewonde mens raakte hem tot in zijn binnenste. Hij kon niet anders dan handelen. Dat is barmhartigheid: geen vluchtige emotie, maar een beweging naar de ander toe, omdat die ander – door wie hij is – daartoe oproept.

Het is duidelijk dat God niet wil dat mensen overvallen worden, en berooid en verlaten langs de kant van de weg blijven liggen. Hij is daar niet de oorzaak van; het is een gevolg van kwaad en onrecht. Maar in de wonden is Hij wél aanwezig. Hij lijdt mee met wie geknakt zijn. En Hij roept: “Ik heb dorst.” Door de stem van de verwonde laat Hij zich horen. Maar ook in het geschokte hart van degene die ziet, weerklinkt zijn stem: “Zie Mij. Kom Mij te hulp. Verzorg Mij. Heb Mij lief.”

Het evangelie vraagt geen keurig opgebouwd verhaal in ons hoofd, waar we ons goed bij voelen. Het vraagt om mededogen, heel concreet. Geen vrome gedachten, maar werkelijke nabijheid: daadwerkelijk handelen, omwille van de ander.

En wie is die ander? Die leeft niet ergens ver weg, maar bevindt zich midden in ons bestaan. Hij of zij woont achter de gevels van onze steden en dorpen: in het huis waar mantelzorg een mens langzaam uitput, in het appartement waar de post zich opstapelt, in de kamer van een woonzorgcentrum waar een oudere wacht op een onverwacht bezoek. De ander is de dakloze bij het station, de psychisch gekwetste die zijn weg niet meer vindt, de buur die zwijgt. Misschien komt hij of zij elke dag in dezelfde winkel als ik, maar ik heb hem nog nooit echt aangekeken. De wonden zijn niet altijd zichtbaar. Maar ze zijn er wel.

En we lopen vaak om hen heen. We noemen dat privacy, grenzen, autonomie – maar eigenlijk is het vaak onverschilligheid, vermomd in redelijkheid. Zelfs het geschokt worden – waarover Burggraeve spreekt – laten we amper toe. Het zou ons weghalen uit onze comfortzone, die we oh zo belangrijk zijn gaan vinden.

Mozes zegt in de eerste lezing: “Gods geboden zijn niet te zwaar, niet ver weg.” Ze zijn niet verborgen in de hemel, niet aan de overkant van de zee. Ze zijn zeer nabij. Wie luistert met het hart, hoort hoe Gods geboden weerklinken in de roep van de lijdende medemens. Ze klinken in het zwijgen van wie gemist is, in de moeheid van zorgende mensen, in het onuitgesproken verlangen naar nabijheid. Ze spreken doorheen de gebrokenheid die ons levenspad kruist. Het zijn geboden die vragen om beweging en handelen. Ze smeken om zorg, om liefde, om nabijheid.

God roept niet vanuit de hoogte, maar vanuit de diepte. Zijn stem klinkt in het gezicht van wie gewond is, in de blik van wie geen uitweg meer ziet. Durven we de lijdende mens in het gelaat kijken, al dan niet letterlijk? Dáár, in die werkelijkheid, klinken Gods geboden. Ze zijn niet ver weg, maar dichterbij dan we vaak vermoeden. Je moet ze alleen willen horen – door het lijden te willen zien.

Wat doen we daarmee? Laten we dit alles aan ons voorbijgaan, zoals de priester en de leviet – mensen van regel en overtuiging? Of worden we zoals de Samaritaan – iemand die zich laat raken en laat onderbreken?

Jezus zegt niet: “Overweeg.” Hij zegt: “Doe dat – en je zult leven.” Het evangelie wordt werkelijkheid waar liefde zichtbaar wordt. Waar we ons laten raken door de roep om mededogen die in de ander opklinkt. Dáár opent zich de weg tot het ware leven.

Laten we bidden

Heer, open mijn ogen voor wie langs de weg ligt. Laat mij niet voorbijlopen, niet wegkijken. Raak mijn hart, zodat ik zie met uw ogen. Laat mijn handen niet werkeloos blijven. Maak mij tot iemand die zich laat onderbreken. Dat ik niet alleen denk aan de liefde, maar haar leef, haar geef, haar uitdraag. Want in de wonden van de ander bent U aanwezig. Laat mij U herkennen, in wie huilt, in wie valt, in wie wacht. Dat ik U dien, door de minste nabij te zijn.
Amen.

Geliefde mensen, mogen wij ons hart niet afsluiten voor wie lijdt, maar geraakt worden en antwoorden met een nabijheid die leven geeft.
Alle Goeds, kris


Om mee op weg te gaan

Wie ligt er, vlakbij mij, langs de kant van de weg? Zie ik wie geknakt is in mijn buurt, mijn straat, mijn familiekring? Laat ik mij raken, of wandel ik verder, opgegaan in mijn dagindeling? Het evangelie van vandaag nodigt mij uit om stil te houden – en aanwezig te zijn bij wie mij nodig heeft.

Reacties

  1. Gerhard Lohfink zegt dat je naaste beminnen als jezelf niet individualistisch is bedoeld. Dus niet: 'zoals ik mijn eigen ik liefheb'. 'Zoals jezelf' betekent volgens hem: 'zoals je je dichtste familie liefhebt'. Is dat niet mooi? Jezus zegt dan: 'Ga en maak je tot de naaste familie van ieder die op je pad komt'. Misschien niet te doen, maar uitdagend mooi.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jacqueline Van Eynde13 juli 2025 om 08:32

    Zoals de Samaritaan "Alleen ons hart volgen!!! " Dán is het ook Christus zelf met liefde behandelen ! Hij die in élke mens woont !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 'Aandacht is de meest zeldzame en meest pure vorm van generositeit' (Simone Weil)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dit evangelie nodigt uit tot een enthousiaste lofzang op het massale goede dat door mensen wordt gedaan in onze maatschappij. Door jong en ouder. Het haalt natuurlijk geen krantenkoppen, maar we kunnen wél elkaar bevestigen en bemoedigen om vol te houden. Beter dan al het gemoraliseer (doen we wel genoeg, lopen we niet voorbij enz;..) dat we nog veel te veel op onze preekstoelen horen. Mensen hebben bemoediging en bevestiging nodig, dat geeft leven. De rest is theorie die nergens toe dient. Volhouden dus, alle goed-doeners!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Voorbij lopen naast een gekwetste persoon is eigenlijk 'schuldig verzuim ' en volgens de wet strafbaar

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wrijf het er nog maar eens in! (sorry hoor). Geen 'donderpreek' aub. Probeer te bemoedigen het vele goede dat je elke dag rondom jou ziet. Indachtig het gezegde: 'Het is beter een kaarsje aan te steken dan de duisternis te vervloeken.' Geef leven en je zult leven vinden en bevorderen. De rest breekt alleen maar af.

      Verwijderen

Een reactie posten