9 nov - Kerkwijdingsfeest van de Latheraanse basiliek

De engel van de Heer zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het water daar zoet. Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. Aan de oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Zo lezen we vandaag in de eerste lezing uit de profeet Ezechiêl.

Deze woorden uit de eerste lezing van vandaag uit de profeet Ezechiël zijn een prachtig beeld van wat de Kerk is, of zou moeten zijn: een rivier die leven geeft, vis in overvloed, vruchtbomen aan de oevers die niet verwelken of waar de vruchten eetbaar en geneeskrachtig zijn, vruchten die nooit opraken; een rivier waarvan het heiligdom de bron is. Prachtig beeld!

De kerk (wij dus) zou inderdaad vruchtbaar moeten zijn, niet op zichzelf gericht, niet naar binnen gekeerd, maar levengevend, steeds uitdeinend, van binnen naar buiten, de vensters geopend, geneeskrachtig. We zouden een rivier moeten zijn die nooit ophoudt vruchten voort te brengen; een rivier die haar bron vindt in God zelf, in zijn levende tempel belichaamd in Jezus Christus, omkranst en vervuld van zijn heilige liefde, zijn heilige Geest.

Dat zouden we moeten zijn.

Want de kerkgemeenschap is niet altijd wat ze zou moeten belichamen. In die zin blijft de Kerk voor de kerkgemeenschap dikwijls verborgen. In wezen is de Kerk immers heilig, want het is het leven van Christus. Jezus is het levend hart van de Kerk. De kerkgemeenschap, ieder van ons dus, is geroepen deze Christus te belichamen. Maar we zijn mensen, we zijn niet af, dat zijn we nu niet, dat was zo in het verleden niet. In die zin blijft de Kerk soms verborgen voor haar eigen leden.
Is dit een erg? Ja.
Is dit een ramp? Nee, natuurlijk niet.
Christus staat altijd klaar om zijn gemeenschap te omhelzen in zijn barmhartigheid. Steeds opnieuw zal Hij zijn verdorven of gewonde schapen gaan opzoeken, hen optillen, hen genezen, hen weer brengen naar Gods Stal.
Jezus doet dit, omdat zijn mensen het niet klaar spelen te leven in de verlossing die Hij geboden heeft doorheen het kruis en de verrijzenis tweeduizend jaar geleden.
Hij ziet af met zijn mensen, ja met ons. Maar liefde geeft niet op, liefde veroordeelt niet, liefde zoekt op, liefde heeft lief.

Laten we ieder individueel, en als kerkgemeenschap, ons werpen in de armen van de Heer, laten we ons wentelen in zijn Hart, opdat onze belichaming van Hem zuiver mag zijn; beeld van Gods liefde voor de mensheid.

Kom mensen, laten we de Kerk omhelzen, en moge de Kerk ons omhelzen. Laat ons bidden en aanbidden, laat ons ontvangen, dragen en baren, en alzo ieder (zonder onderscheid) diep beminnen.

kris

Reacties

  1. Er stroomt water uit de tempel. In de tempel woont God. En God geeft ons leven. Water is een bron van leven. Daarom zoekt men altijd naar water op Mars en op andere planeten. Als er water is, kan er ook leven zijn. Dat water uit de tempel geeft leven aan heel de omgeving. De bomen staan altijd groen, het wemelt van vissen in de stroom en de blaren van de bomen hebben geneeskracht. Zo werkt God: leven gevend, verkwikkend, genezend en helend. Jezus zal tot de Samaritaanse vrouw in Joh. 4 spreken over het leven gevend water dat Hij brengt. Dat water is eigenlijk God. Het is Gods genade. Maar als Jezus in Jeruzalem komt, is Hij ontgoocheld en bedroefd. De tempel van Jeruzalem moest het huis van God zijn, het huis van Zijn hemelse Vader. In plaats daarvan is het een markthal geworden waar men dieren verkocht voor de offers in de tempel. Er werd commercie gedaan. Het was geld wisselen en luid geroezemoes. Kan God uit zo’n tempel nog leven geven? Neen. Daarom schiet Jezus in actie. Het is een korte symbolische en profetische daad. Misschien stelde het wel niet zoveel voor, maar het kwam toch hard aan. De joden vroegen waarom Hij dat deed en welke bevoegdheid Hij daartoe had. Jezus zegt: ‘Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen’. De Joden verstonden het niet, want 46 jaar had men aan deze tempel gebouwd. Jezus sprak echter over de tempel van Zijn lichaam. De leerlingen dachten aan psalm 69 waarin staat: ‘De ijver voor Uw huis heeft mij verteerd’. Jezus ijvert ervoor dat God de Heer wordt van de mensen en dat het huis van God, de tempel, werkelijk een heilige plaats is waar God kan wonen en leven geven. Dat is nu niet mogelijk met al dat vee en die duiven en de geldwisselaars. Daar kun je niet bidden en dus kan God er ook niet werken. ‘Breek deze tempel af’, zegt Jezus. Ze zullen Jezus afbreken, ter dood brengen aan het kruis, zijn hart dat vol van God is, openrijten. En dan zal er water en bloed vloeien uit Jezus’ geopend hart. Jezus zal de nieuwe tempel zijn waaruit leven gevend water vloeit, uit wie God zal stromen naar de wereld. Psalm 69 zegt het zo mooi dat de mensen de psalmist de dood aandoen en Jezus bidt dat gebed mee opdat de put van de dood waarin zij Hem zullen brengen, niet helemaal boven Hem dicht slaat. Dat zal niet. Jezus’ graf zal niet een gesloten kuil zijn. Jezus zal eruit opstaan. Dan kunnen de mensen zingen wat ook wij zongen in de antwoordpsalm uit psalm 46: ‘De Heer is voor ons een vesting en toevlucht, een machtige hulp in de nood’. En ook: ‘Komt en ziet wat de Heer heeft gedaan, Zijn wondere werken op aarde’. Zijn wondere werken zijn Jezus’ verrijzenis. Jezus leeft. Hij is de nieuwe tempel en elke kerk mag dat zijn: een heilige ruimte waaruit Gods leven gevend water vloeit.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Voor mij is de tempel en de levensstroom een prachtig beeld van Jezus aan het kruis. Uit zijn doorboorde hart stroomt het Leven en het draagt vrucht.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jezus gebruikt geweld om de tempel weer tot huis van stilte en gebed te maken. Mocht hij dat doen ? Het antwoord dat hij gaf op die vraag klonk absurd en hoogmoedig. Het was toen voor iedereen onbegrijpelijk. Pas na zijn dood hebben zijn leerlingen dat antwoord geïnterpreteerd als een voorspelling van zijn executie en verrijzenis. ( en ook die verrijzenis is iets wat volslagen absurd en hoogmoedig zou geklonken hebben – voor het gebeurde – en wat nog steeds ongelooflijk klinkt, denk ik, voor de meerderheid van de wereldbovolking )
    Feit blijft : Jezus is die dag hardhandig te keer gegaan. Mahatma Ghandi koos voor geweldloosheid, maar Jezus heeft geweld gebruikt. En wel om de tempel te ontzetten. ( En is dat ook wat de kruisvaarders later hebben gedaan ? ). Er vielen geen gewonden die dag : een zweep is geen mes. Maar het is duidelijk dat Jezus leven en sterven in essentie ging om de ruimte die wij voor G-d maken, om bekering tot zijn koninkrijk, en het is duidelijk dat hij daarmee inging tegen de belangen van de machtigen en de rijken, vooral : de clerus en de vooraanstaanden (een koning hadden de Joden op dat moment niet). Welk recht had Jezus om met geweld te keer te gaan tegen de markt en de tempel vrij te maken, zodat het weer een ruimte werd waar mensen kunnen bidden en zich verzoenen met g-d ? Het antwoord dat hij gaf op die vraag klonk absurd en hoogmoedig. Het was totaal onbegrijpelijk en het leek meer een provocatie door iemand die gek was geworden. Maar achteraf bekeken kunnen we er toch een zekere zin aan geven. Hinein interpretieren. Ik probeer :
    1. Jezus kon zijn autoriteit niet toewijzen aan een diploma of een opdracht van de landvoogd of de keizer. Hij was niet aangesteld zoals een rechter of zoals een legerofficier. Zijn énige autoriteit was zijn eigen innerlijke kracht. Hij was een profeet die moreel gezag had en hij was ook een soort dokter die mensen genas en duivels uitdreef. Dus antwoordt hij in die zin : try me ! Ik zal mijn kracht tonen.
    2. Zijn ganse leven had hij zich toegewijd en bekwaamd in het opbouwen en proper maken van tempels. En zijn boodschap was dat die tempels niet zozeer de stenen waren, maar onze innerlijke tempels : de harten van mensen. Geen uiterlijk vertoon, geen wetten, zelfs niet de sabbath, maar de intentie en de innerlijke energie, de liefde. En nu was hij zo ver gekomen dat hij die blije boodschap, die geloofsovertuiging, die levende relatie met z’n “abba”, in de schaal ging werpen tegenover de machten van de wereld, de economie en het gezond verstand.
    3. Enkele jaren geleden was hij nog weggevlucht, toen ze hem wilden doden, maar nu was hij er klaar voor : hij was naar Jeruzalem gekomen in het volle besef dat ze er hem zouden kapot maken. Die confrontatie wou hij nu aangaan. En hij deed het, hij gebruikte zelfs geweld, in het vertrouwen dat hij zijn opdracht zo vervulde, en rein voor G-d zou komen – die een god is van levenden, niet van doden.

    Klopt dit voor u ?
    Helpt dit u om in Jezus'spoor naar God te keren ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het was een korte profetische en symbolische actie. Het stelde niet zoveel voor. Het was eigenlijk geen geweld. Maar het zal Hem wel aan het kruis brengen. Hij zegt het ook: 'Jullie vragen een teken, wel het teken is dat jullie Mij en Mijn lichaam af mogen breken. Dan zal je zien dat Mijn geopend Hart de nieuwe tempel is, de nieuwe plaats van de Godsontmoeting'. Ook elders zegt Jezus: 'Dit geslacht verlangt een teken, maar geen teken zal het gegeven worden dan het teken van Jona. Zoals Jona drie dagen in de buik van het zeemonster was, zo zal de Mensenzoon drie dagen in het graf zijn...' Uiteindelijk sterft Jezus in totale geweldloosheid. Je moet daar allemaal niet teveel achter zoeken.

      Verwijderen
  4. De haat van gerechtigheid is de liefde van God.
    Haat is een menselijke aanduiding in woorden.
    En Jezus liet zien, dat hij was een mens . God kent geen goed en kwaad, het is de liefde
    die hij openbaart.
    Dat is voor ons mensen niet te bevatten. Wij wensen dat visueel te zien en dat is best verwarrend.
    Het nieuwe testament is een blijde boodschap, waarin Jezus is voorgegaan als mens.
    Het oude testament wordt God voor mij geopenbaard in zijn Barmhartigheid van liefde.
    Elk mens filtert uit wat bij hem past in de relatie tot God.
    Jezus heeft dat kader om gelukkig en de zaligheid te kunnen verwerven aangegeven in de Bergrede.
    Zo is ook hij zijn weg gegaan.
    “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten