woensdag in week 31 door het jaar
Vandaag zegt Jezus tot ons: 'Wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn.'
Wij hebben snel de neiging om te zeggen: 'Mijn’ ouders, ‘mijn’ broers en zussen, ‘mijn’ vrouw, ‘mijn’ man, ‘mijn’ kinderen, ‘mijn’ kleinkinderen, ‘mijn’ werk, ‘mijn’ collega's, ‘mijn’ huis, ‘mijn’ auto, enz... En natuurlijk zijn zij uw ouders, zijn zij uw broers en zussen, is zij uw vrouw of hij uw man, zijn dat uw kinderen en zij uw kleinkinderen, is het uw werk, zijn het uw collega's, is het uw huis, uw auto, enz...
En toch... in wezen zijn deze mensen en dingen geen bezit van ons. We kunnen zo leven alsof deze mensen en zaken ons bezit zijn, maar dan leven we in de leugen. In wezen zijn deze mensen en dingen gekregen van God. Hij heeft mensen en dingen aan ons toevertrouwd, niet om ze ons toe te eigenen, wel om zo met hen en de dingen om te gaan dat Gods liefde in onze omgang met deze mensen en die dingen geopenbaard kan worden.
Jezus kent de menselijke neiging van toe-eigening. En daarom vraagt Hij, bijna op voorhand, met al deze mensen en dingen te breken: breken met ouders, echtgenoot, broers, zussen, dingen, ja zelfs ons eigen leven...
Jezus bedoelt hier zeker niet dat deze mensen die je dierbaar zijn, de dingen die je eerlijk behartigt, moet achterlaten alsof ze niets zouden betekenen. Het betekent dat Jezus vóór gaat wanneer het op keuze aankomt tussen vader en moeder en Jezus, tussen je vrouw of man en je kinderen en Jezus, tussen jezelf, je eigen leven en Jezus. Jezus komt vóór alles, in de zin van: Hij is het centrum van mijn bestaan, het hart van mijn keuzes, de spirit van mijn handelen.
Het komt erop neer je van mensen en dingen te onthechten om geheel gehecht te kunnen raken aan en in Hem. Dit zal leiden tot innige eenwording met zijn persoon, met zijn leven en liefde in u.
De Heer gaat dan vóór alles. En alles en iedereen zal beleefd worden vanuit Hem.
En dat is fundamenteel zo anders dan mensen en dingen beleven los van Hem en puur vanuit toe-eigening.
kris
Ja, Kris, dat is het. Maar het is moeilijk he? In het O.T. gold al dat het eerste gebod is: 'Hoor Israël, Ik ben de Heer, uw God, de enige. Gij zult geen andere goden hebben dan Mij. Gij moet Mij beminnen met heel uw ziel, heel uw verstand, met heel uw hart en met al uw krachten'. Dat betekent dat wij God tot de kern van ons bestaan moeten maken. In het N.T. komt God in Jezus naar ons toe en je voelt duidelijk dat Jezus die goddelijke aanspraak tot de Zijne maakt. Hij is God voor ons, Hij is onze Heer, Hij trekt ons mee in het God - de - Heer - laten - zijn van heel ons bestaan. Hij is de Zoon, HET Kind van God bij uitstek. Met Hem en door Hem en in Hem mogen ook wij zo'n kind worden. 'Een onbesproken kind van God', zegt Paulus in de eerste lezing. Om dat te worden, om Jezus te volgen, moet je alles loslaten. Jezus weet dat het moeilijk is, daarom Zijn vergelijkingen over een begroting maken en het overleg bij het ten strijde trekken tegen een vijandige troepenmacht. Ik vind het raar dat Jezus dan zegt: 'Niemand kan tot Mij komen als hij zich niet losmaakt van al wat Hij bezit'. Dat roept bij mij de associatie op: Je moet alles in de waagschaal stellen voor Mij. Juist zoals je al wat je bezit, steekt in het bouwen of aankopen van een woning, of zoals een koning al zijn manschappen mobiliseert om een oorlog te voeren. Jezus vraagt veel. Dat kan niemand volbrengen. Maar geen nood, denk ik dan, Hij komt het volbrengen in ons. Wij krijgen in normale tijden de H. Communie waar Hij letterlijk in ons komt om zelf in ons te doen wat Hij van ons vraagt. De eucharistie is iets heel bijzonders, iets dat ik niet begrijp en iets waar de duivelse machten met alle kracht tegen strijden. Daarom ook weer deze lock down die elke eucharistieviering met gelovigen onmogelijk maakt. Het is werkelijk de duivel die onze mensen nog het enig noodzakelijke ontneemt. We moeten bidden, beste vrienden, bidden met al onze krachten, voor onze wereld en voor onze Kerk. Beide bevinden zich in een zeer grote crisis, begin ik te zien. Maar uiteindelijk blijf ik geloven dat Maria's Onbevlekte Hart zal triomferen en overwinnen, zoals zij het beloofd heeft in Fatima in 1917. Dat wordt echter doodgezwegen. Zelfs in het Vaticaan, als ik het allemaal hoor en nader beschouw.
BeantwoordenVerwijderenPaulus schrijft in zijn brief aan de Efeziërs :" wees dus vol vreugde ,zoals ik"!
BeantwoordenVerwijderenHij was dàn wel in de gevangenis !
Zo zijn jullie Pr.Daniël en Kris een bron van vreugde om onze dag te beginnen met aanmoedigingen om, wàt er ook gebeure in ons leven "JEZUS"op de eerste plaats te zetten!
Door Hem ook 't lijden aanvaarden , héél moeilijk voor ons, maar mét Hem er toch te kunnen mee leven !
Hij draagt ons ,helpt ons en heeft ons lief !
En dat zal ook nog altijd zijn met veel vallen ,maar weer opstaan !
Ja, ik geloof !
Verwijderen