donderdag in week 31 door het jaar
Alle tollenaars en zondaars kwamen Jezus opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de Farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’
Waar geen rechtgeaarde gelovige mee zou omgaan, en volgens de Wet zelfs niet mee mág omgaan, daar gaat Jezus wel mee om. Hij eet en drinkt zelfs met hen. Hij laat zich met hen in, en daarvoor, om dat gedrag te wettigen, begrijpelijk te maken, vertelde Jezus hun die gelijkenis over het verloren schaap.
Te snel rekenen wij ons maar al te graag bij de negenennegentig andere schapen die netjes bij de kudde zijn gebleven, bij hun herder. Maar laten we ons eens vereenzelvigen met dat verloren schaap. Want, het is gewoon een feit: wij zijn dikwijls dat verloren schaap.
Voor de buitenwereld horen we dan misschien netjes bij de kudde, diep vanbinnen geraken we soms verdwaald, zijn we hulpeloos; we geraken het kompas kwijt, of religieus geduid: we zijn onze herder kwijt.
Allerlei redenen kunnen hiervan de oorzaak zijn: verslapping van ons geloof, kleine zondekes, of grote zonden, pijn, teleurstelling, veroordeling van anderen, enz...
Wat de reden ook mogen zijn: we liggen daar toch maar: verdwaald, hulpeloos, vervreemd geraakt, verstikt in onszelf.
En dan de Herder: Jezus. Hij komt zoeken. Typisch Hem. Zo is God. Zoeken wat verloren is.
Dat is liefde, namelijk wat verloren is terug brengen tot wat is. En daar àlles voor over hebben. Dat is liefde, dat is Jezus.
Jezus zoekt, Jezus vindt. Maar belangrijk is ook dat wij willen gevonden worden. En eenmaal gevonden, dat we ons willen laten dragen door de Herder. Met andere woorden: dragen we die nederigheid in ons om ons in de armen van de Heer te werpen, ons toevertrouwend aan zijn redding?
Mooi in de gelijkenis is de vreugde waarover gesproken wordt nadat het verloren schaap terug is gevonden. Ook dat typeert Jezus, het typeert de hemel, het zou de Kerk moeten typeren. En dan gaat het niet over 'weer een zieltje gewonnen'; het gaat dan over iets veel diepers, namelijk in de vreugde van de hemel te staan omdat iemand weer thuis is gekomen bij God, zijn meest diepe thuis. Dat geeft vreugde, dat ontroert, dat stemt tot blijdschap en dankbaarheid, dat doet leven.
We zouden naar het voorbeeld van onze Herder, en in zijn naam, zo in de wereld moeten staan. We zouden op zo'n manier vriendschappen moeten aangaan met allen dat ieder thuis kan komen in God. Een liefdevolle, belangloze vriendschap, in naam van Jezus, is de sleutel van dit gebeuren.
Vooral het 'in naam van Jezus' is belangrijk. Immers wijzelf zijn niet de oorzaak dat mensen hun thuis zullen vinden in God, maar de Heer zelf zal genadevol met ons, in ons, en door ons de mensen aanraken om hen tot Hem te brengen.
Deze weg zal een diepe vreugde geven waarover het evangelie spreekt. Het is het 'blijde' van de Blijde Boodschap, de vreugde van Pasen, de vrede van God.
Laat ons dragers en uitdragers zijn van dit gebeuren.
kris
Het is inderdaad heel mooi te zien hoe Jezus ons zoekt en draagt. Met zijn twee parabeltjes verdedigt Jezus Zijn omgaan met tollenaars en zondaars tegenover de Farizeeën en Schriftgeleerden. Er is toch eentje die dat begrepen heeft, dat is Paulus. Hij beschrijft in de eerste lezing hoe hij zich goed voelde in die vrome lekenbeweging die de Farizeeën vormden. Hij was in wettische heiligheid volmaakt. Toch heeft hij dat alles opgegeven omwille van Jezus. Hij heeft zich laten zoeken en vinden door Jezus. Laten wij dat ook doen. Wij zijn misschien geen grote zondaars, wij hebben altijd ons best gedaan om schoon te leven voor Gods aanschijn. Toch zijn wij in wezen niet anders dan zgn. grote zondaars, mensen die met het gerecht in aanraking komen en zo. Wij moeten goed weten dat wij ook zo hadden kunnen zijn. En als wij het niet zijn, dan is het omdat God er ons voor behoed heeft. Maar dan nog, ook wij, ook ik ben een zondaar die mij mag laten dragen door Jezus. Jezus gaat voor honderd procent redding. Negenennegentig procent is voor Hem niet genoeg. De hemel is maar volkomen als ALLEN erin zijn. Ook wij zullen uiteindelijk maar gelukkig zijn als NIEMAND verloren is gegaan. En als ook wijzelf niet voor negenennegentig procent goed zijn, maar radicaal en totaal honderd procent goed. Dat kan alleen Jezus ons echter geven. Onze gerechtigheid komt niet van onszelf, maar van Jezus die ons allen met God verzoende, die alle mensen weer thuis bracht bij God.
BeantwoordenVerwijderenIn deze wereld waarin wij momenteel leven is het moeilijk om het goede te blijven zien in de mensen. Het gaat steeds gewoner worden dat mensen elkaar het leven benemen omdat men het niet met elkaar eens is. Die strijd om de juiste richting te vinden, de juiste volgeling te zijn van De Goede Herder. Het lijkt wel of de hele mensheid de weg kwijt is omdat we allemaal ons eigen gelijk willen hebben. Met des te meer aandrang vraag ik aan Hem om ons blijvend op de goede weg te begeleiden.
BeantwoordenVerwijderenIn die zin is onze (de huidige) wereld niet anders dan de vorige, en de vorige, en de vorige. De geschiedenis herhaalt zich voortdurend. "Mensen die elkaar het leven benemen omdat men het niet eens is met elkaar": het is van alle tijden. Het Oude Testament (begin maar met Kaïn en Abel) spreekt er al van en zo gaat het de hele geschiedenis door en zal het blijven doorgaan. Het leven is zoals het is, in alle tijden, niet enkel nu. Omdat wij allen delen in de gebrokenheid van de schepping. "Wie zal ons hieruit redden?" vraagt Paulus. Zijn antwoord is helder: "God zij gedankt, door Jezus Christus!"
VerwijderenBid, we zijn niet allemaal eensgezind en het egoïsme steekt vaak de kop op.
BeantwoordenVerwijderenWetende dat de Verrezen Christus onze hoop is maakt alles goed.
Het testament spreekt voortdurende over de relatie van God met Zijn volk.
Hartelijk.