zondag 33 door het jaar - A
Vandaag hoorden we de gekende parabel van de talenten. Prachtig verhaal !!
Allemaal hebben we talenten, zoals we ook allemaal gaven in ons dragen. En het zou bijzonder jammer zijn moesten we onze talenten en gaven begraven, er niets mee doen. God heeft ze ons gegeven om ze te benutten, bouwstenen als het ware voor zijn rijk van liefde.
Daar is veel over te zeggen. Doch ik zou vandaag één ding willen aanhalen; iets dat ons allen aangaat en waar ieder van ons een grote verantwoordelijkheid in draagt.
Talenten en gaven zijn als zaden in ons leven gelegd door God, als het ware meegegeven met de geboorte. Zaden die niet verzorgd worden, die geen water of licht of warmte krijgen blijven waar ze zijn; diep verborgen zonder groei, zonder plantje, zonder vrucht. Het spreekt voor zich dat dat niet de bedoeling is. Bedoeling is dat onze talenten en gaven tot ontwikkeling komen, tot planten die vruchten voortbrengen; vruchten waarmee God door ons en met ons en in ons zijn rijk hier op aarde gestalte kan geven.
Bij vele mensen blijven de zaden echter verborgen, ze blijven levenloos; geen plantje, geen vruchten. De reden hiervoor kan zeer verschillend zijn. Maar welke reden er ook is, feit is dat wij als gemeenschap hierin naar elkaar toe een enorme verantwoordelijkheid dragen.
Namelijk: zijn wij elkaar zo nabij dat we onze talenten ontdekken? Spreken we elkaar aan op onze talenten? Stimuleren we elkaar in het ontwikkelen van onze talenten? Zijn we bereid zo gemeenschap met elkaar te vormen dat het goede in ieder van ons naar boven kan komen, als zaden die open barsten, die door het water en de warmte van de gemeenschap een plantje worden met wortels in God, een plantje dat vruchten gaat voortbrengen, ter opvouw van Kerk en samenleving? Zijn we elkaar zo nabij dat het benutten van onze talenten een ware passie wordt voor ieder van ons, iets dat we ten diepste koesteren omdat we beseffen dat God onze talenten gegeven heeft met de bedoeling ze te benutten?
Niemand kan zich onttrekken van deze verantwoordelijkheid naar elkaar toe. Ieder vanuit zijn plaats in de samenleving, maar ieder draagt ze.
Het is een opdracht van elke dag, een opdracht dat een zekere waakzaamheid vraagt, geduld, tactheid, maar vooral ook liefde en veel veel warmte.
Laten we elkaar beminnen met het hart van God opdat ieder zijn talenten ten diepste mag ontdekken en koesteren, opdat ze tot leven kunnen komen.
kris
Kris de laatste paragraaf van wat je schreef : "Laten we elkaar beminnen met het hart van God opdat ieder zijn talenten ten diepste mag ontdekken en koesteren, opdat ze tot leven kunnen komen." vind ik helemaal ter zake. Ik zou er echter iets aan toevoegen : en laat ons elke avond even nagaan of we dat in waarheid ook gedaan hekken.
BeantwoordenVerwijderen