dinsdag in week 31 door het jaar

Zonder ophouden nodigt God uit: in de stilte van ons hart, in de drukte van ons leven, doorheen relaties en ontmoetingen, komt Hij tot ons en zegt: 'Kom, wees mijn tafelgenoot'.

Maar zo dikwijls zijn we experts in het vinden van verontschuldigingen: teveel werk, te druk, de kinderen, moe, tv, enz... Niet dat de wil ontbreekt, maar wel de moed er ons aan toe te vertrouwen.
Erger wordt het als we onze uitvluchten ernstig gaan nemen. God zal onze excuses wel begrijpen... Hij is toch een God van barmhartigheid... Hij vergeeft toch altijd... en ons niet-naar-God-toegaan wordt een gewoonte waar we ons maar al te graag in nestelen. Het is makkelijker leven zo...

Ja, oppervlakkig gezien is het makkelijker leven zo. Je moet immers geen of amper nog tijd besteden aan gebed, je engagementen hoeven niet altijd zo ernstig gespiegeld te worden aan het evangelie, en och God, een mens mag zich toch nog eens ontspannen ook he.
En terwijl wij ons leventje leiden blijft de Heer maar roepen; vol liefde maar ook met een zekere toorn, zo lezen we in het evangelie van vandaag. Je zou voor minder ‘lastig’ worden...

Er zit maar één ding op: bekering. Je opnieuw keren naar God, heel je wezen - hart, ziel, verstand – schenken aan Gods inwoning. Aan de deur van ons hart klopt Hij, wacht Hij, tot wij opendoen, om dan maaltijd met ons te houden; Hij met ons, wij met Hem, zoals we lezen in de Apocalyps (zie Bijbelcitaat vandaag).

Keren we ons niet naar Hem dan laten we een wondermooie trein van genade voorbij rijden. Doen we het wel laten we toe dat God door ons heen zijn liefde steeds opnieuw kan openbaren, en krijgt zijn Rijk meer en meer gestalte.
Wat toch de bedoeling is… Niet?

Laten we niet uitstellen. Laten we ons keren naar God, ons werpen in de armen van Christus. In zijn goddelijke barmhartigheid wacht Hij op u, op ieder van ons.

kris

Reacties