3e zondag paastijd - B
We kennen allemaal de oneliner van Dascartes: “Ik denk, dus ik ben”. In het evangelie van vandaag krijgen we een variant voorgeschoteld: “Ik eet, dus ik ben”. Om de verbaasde leerlingen, en de lezers van het evangelie, echt te overtuigen dat Jezus opgestaan is uit de doden, eet Hij wat. Of dat een lezer die twijfelt kan overhalen, is nog maar de vraag natuurlijk. Want zelfs voor de eerste christenen was het geen evidentie te geloven dat Jezus uit de doden was opgestaan. We lezen altijd weer dat ze Hem niet herkenden, vaak zelfs dat ze bang waren. Dat doet ons niet alleen vermoeden dat de verrezen Jezus er toch wat anders uitzag, het betekent ook dat geloven in de verrezen Christus nooit evident geweest is.
Maar ik wil vandaag uw aandacht vooral richten naar dat ene kleine zinnetje uit het evangelie van vandaag: “Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven…”. Vanuit deze woorden wil ik met u nadenken over hoe het zit met ons Kerkgemeenschap, waar u en ik deel van uitmaken, wat betreft de ‘blijdschap’ van de verrezen Heer in ons leven.
Vraag is: zijn wij in onze Kerk, in onze gemeenschappen, in onze parochies, in onze gezinnen, met onze kennissen, onze collega's, onze buren, nog werkelijk 'blij' omdat Jezus nog steeds in ons midden is? Zijn we het zelf, ook wanneer we met mensen samenzijn die niet zo met geloof bezig zijn?
Is het deelnemen van de eucharistie bijvoorbeeld meer dan luisteren naar een – om het met Raymond van het Groenewoud te zeggen – mummelende pastoor? Geloven we dat Jezus daar in ons midden is en zijn we daar ten diepste blij om? Zijn de lezingen teksten uit een ver vervlogen tijd, of spreken God en Jezus tot ons via die verhalen? Als dat laatste het geval is, wat antwoorden we daar op? Zijn we nog blij dat God tot ons wil spreken vandaag? Gaan we op in de mentaliteit dat ieder mens uiteindelijk voor zichzelf moet beslissen hoe hij of zij zijn leven leidt of staan we open voor een Stem die vanuit een andere dimensie en vaak ook vanuit een andere invalshoek tot ons spreekt?
Herkennen we de verrezen Jezus in de dakloze die hongert naar eten en een thuis, of vinden we die juist storend binnen onze levensstijl?
Herkennen we Jezus in de jongen of het meisje dat misbruikt werd door een religieus of vinden we het ergerlijk dat men de Kerk daarmee in een slecht daglicht stelt? En zo kunnen we doorgaan…
De kernvraag is eigenlijk: Herkennen we de Heer die tot ons komt, die in ons midden aanwezig is, zowel in de lijdende mens alsook in de zogenaamd vreugdevolle mens? En, zijn we ten diepste blij, als Jezus aan de deur van ons eigen hart klopt, of willen we liever met rust gelaten worden?
Het zijn geen bijkomstige vragen. Wie echt gelooft dat Jezus ook vandaag nog in ons midden is, zegt meteen ook dat die Jezus een plaats vraagt in ons leven. Geloven in de verrijzenis is meteen ook geloven in een realiteit die doordrongen is van het goddelijke waarin we zelf mogen delen. En het is dus ook geloven dat Gods liefde altijd en overal het laatste woord krijgt en dat wij uitgenodigd zijn om daaraan mee te werken. Dat is goed en blij nieuws. Maar het vraagt dus engagement.
Willen we aan de buitenwereld tonen dat wij als geloofsgemeenschap leven van de hoop die de verrijzenis ons brengt, dan moeten we komaf maken met al het doemdenken. De Kerkgemeenschap (ook dus jij en ik) is geroepen de hoop van de verrijzenis te verspreiden in deze wereld die dikwijls zo smeekt naar een hoopvol woord en/of gebaar.
Laat God binnen in je leven, laat Jezus in je hart wonen en leef als een bezield mens. Draag Gods liefde uit vanuit Christus’ inwoning diep in je zelf en zijn aanwezigheid onder ons. En dit met de blijheid die Pasen zo eigen is.
Een mooie en diep gezegende zondag voor ieder van u.
Geïnspireerd aan een homilie op Preken.be
alle filosofen zoeken naar de waarheid. Voor zover ik weet is daar nog niemand in geslaagd of tijdelijk wel. Ook Pilatus vroeg : 'wat is waarheid' .
BeantwoordenVerwijderenDe tweede lezing 1 joh 2, 3-5 zegt ons wel iets over de waarheid.
Gehoorzaam zijn aan Gods woord en zich niet storen aan de geboden.
Leven zoals Christus heeft geleefd.
Een beetje verder staat : 'wie zijn broeder haat is nog steeds in duisternis'
Deze reactie is bedoeld voor mensen die denken dat de waarheid niet bestaat.
ja zijn we nog blij met Christus in ons midden ... eerlijk gezegd voor mij maakt het niet uit .. heb zeker mijn best gedaan om de veertigdagentijd te volgen elke dag .. maar nu is het precies genoeg geweest en denk ik ze zijn daar weer net zoals de vorige jaren .. de eeuwen oude tektsten die ik reeds van buiten kan maar weinig in mijn leven verandert .. aan wat ligt dit ?? l
VerwijderenMabo
die eeuwenoude teksten moeten ons hart raken;
Verwijderende psalmen spreken ook in ons hart,
Johannes zegt: 'het Woord is vlees geworden'
Geen geloof zonder goede daden.
Elke dag leven in de vreugde van de Heer.
Zonder Hem kunnen wij niets.
Bewust worden dat wij niets kunnen zonder God.
Regelmatig bidden, bij voorkeur met de psalmen.
Of het getijdengebed.
Of een kerk binnengaan: 'nader tot God, en Hij zal tot u naderen'
Een retraite volgen van enkele dagen.
Een bedevaart in eigen land, wegens de corona.
Beste Mabo,
Verwijderenenerzijds zijn de teksten oud, anderzijds zijn ze nieuw, vandaag tot ons gesproken, en wel door de Heer zelf. Dus als wij dit Woord lezen, luisteren wij naar de Heer; meer zelfs: we ontvangen Hem, Hij die het mensgeworden Woord is.
In die zin kunnen de evangelies elke dag weer als fris worden gelezen en ervaren; woorden vol van leven die - wanneer we er ons aan toevertrouwen - de genade in zich dragen, groeiend in Christus, meer en meer die mensen te worden die God voor ons droomt.
Zo dacht ik...
Met een hartelijke groet, kris
"HIJ maakte hun geest toegankelijk voor de Schriften." Het is iets wat we niet uit onszelf kunnen. Het is een genade die we moeten vragen en blijven vragen. Zonder het licht van de H.Geest blijft de rijkdom van Gods woord voor ons verborgen. Kom, Heilige Geest!
Verwijderenwie het goede doet is een kind van God.
BeantwoordenVerwijderener zijn daden die slecht zijn en daden die goed zijn.
Zo onderscheiden wij de geest der waarheid van de geest der dwaling.
Mij treft, net zoals in het Evangelie van de Emmaüsgangers vorige week, waarvan we vandaag in feite het vervolg lezen, dat Jezus het hart van de twee leerlingen en vandaag van de verzamelde apostelen ontvankelijk maakt voor het begrijpen van de Schriften en dus ook het begrijpen van wat zich op dat eigenste moment voor hun ogen afspeelt: Jezus staat er, helemaal! Hij identificeert zich, precies of Hij zijn paspoort toont als Hij de wonden in Zijn handen, voeten en zijde aan hen laat zien. Hij is het werkelijk, daar kunnen zij (en wij) niet aan twijfelen. Als we 'moe' worden om de zo lang gekende bijbelse verhalen te horen of te lezen, laten we dan vragen dat de Heer ons hart ook ontvankelijk mag maken om te begrijpen wat zich voor onze ogen afspeelt. Dat Hij onze vreugde volkomen mag maken!
BeantwoordenVerwijderenBlijheid in/na de viering van de eucharistie? Hangt ook af van de manier waarop "samen" gevierd wordt: overtuigde, begeesterde voorganger, gemeenschap betrekken, geen concert (koor en muziek), maar veel samenzang, levendige, aansprekende liederen (wordt hoog tijd dat we komaf maken met wat eigenlijk al lang niet meer aanspreekt, maar meer uit gemak en gewoonte gezongen wordt; Franstaligen in ons land en anders zijn daar toch wel beter in), niet zingen 'over' God, maar zingend bidden 'tot' God enz... Mensen enthousiast maken, kun je wanneer je zelf enthousiast bent.
BeantwoordenVerwijderenje kan aanwezig zijn als toeschouwer of als deelnemer aan het offer.
Verwijderenik stoor mij niet aan de voorganger die mompelt
daar gaat het niet om
De vreugde van het Evangelie.
BeantwoordenVerwijderenWeg met het aardse, laat u opheffen door de Heer, mystiek observeren en goed doen.
het aardse moet er wel zijn, maar je moet er niet in opgaan
Verwijderenmens is ziel, geest en lichaam(aardse)