4e paaszondag - B

Als je in Rome de catacomben aan de Via Appia bezoekt, dan zie je daar allerlei sporen van de jonge kerk van de eerste eeuwen. Dat is best heel aangrijpend. Je staat daar bij de bronnen van de christelijke spiritualiteit. En wat opvalt, is dat er veel afbeeldingen te vinden zijn van Jezus als de Goede Herder. Je ziet Hem op de plafonds geschilderd, gegrift in grafstenen en gebeeldhouwd op sarcofagen. En het lam dat rust op zijn schouders en dat Hij veilig vasthoudt, dat zijn wij. De Goede Herder: hét teken van de liefde van Christus voor ons mensen. Dit beeld moet heel wat christenen van de eerste eeuwen hebben bemoedigd.

Van oudsher was Herder ook een naam voor God, die zijn volk behoedt en bewaart. We kennen de prachtige psalm 23: 'Mijn Herder is de Heer, het zal mij nooit aan iets ontbreken.' Maar de jonge kerk gaf de titel van Goede Herder ook heel bewust aan Jezus, want Hij is voor hen Gods aanwezigheid. Hij is zijn Woord, zijn stem, Herder en hoeder in Gods Naam, weg ten leven. Iedere mens is in zijn leven nu eenmaal op zoek naar richting en naar een eigen identiteit. Wie ben ik en wat is mijn bestemming? Welke weg heb ik te gaan?
Dat gevoel voor richting is wezenlijk voor mijn levensloop. Waar de richting ontbreekt, word ik stuurloos en afhankelijk van allerlei toevallige impulsen. De Bijbelboeken staan niet voor niets vol roepingsverhalen. Het woord "roepen" komt maar liefst 730 keer voor. En deze 4e paaszondag kennen wij ook als roepingenzondag.

Nu hebben wij geleerd om bij roeping allereerst te denken aan priesters, zusters, missionarissen, bereid tot grote offers. Zo zal ook deze zondag nog altijd wel bedoeld zijn. Daar is op zich ook niets fout mee.
Maar in de Schriftverhalen is roeping een religieuze ervaring die iederéén kan overkomen; man of vrouw, jong of oud. Ieder mens is geroepen om Jezus als Herder te volgen en een stukje van God te laten zien. Zonder jouw deel ontbreekt er iets van God in de wereld. Je bent geroepen om op jouw manier bij te dragen aan het wonen van God in de wereld en zo je bestemming te vinden.

Nu is het een hele kunst om tussen alle stemmen die je elke dag toeroepen, het roepen van God te horen en te ontdekken wat jouw eigen roeping, jouw bestemming is. Daarvoor moet je stil worden, je afstemmen op Hem.
Echt luisteren (naar Hem)  is ten diepste een vorm van liefhebben. Je hart gaat uit naar de Ander. Je kiest voor die ander, bent die ander toegewijd. Ik ken de Vader en de Vader kent Mij, zegt Jezus. Alleen zo word je attent voor de diepte van de werkelijkheid en ontdek je: die kant moet het uit met mijn leven.

Die roeping komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. In de praktijk is dit een geleidelijk proces van bewustwording. Je roeping en je richting wordt al doende en gaandeweg gevonden. En daarin word je zelf gevonden: je ontdekt wie je bent en wat je wilt gaan doen.
Niemand wordt gevraagd iemand ánders te worden dan wie hij in wezen is. Ik mag juist meer mijzelf worden. Ik mag komen tot het geheim van mijn eigen leven, mijn diepste bestemming.
Het betekent wel dat je je dagelijkse bestaan open durft te laten breken, wat niet evident is.

Om te kunnen doen waartoe je geroepen bent heb je wel dagelijks contact nodig met Degene die je roept. Hij is het die je de kracht geeft en die je gaande houdt. Want er is ook wel degelijk een tegenkracht: de twijfel, de verstrooiing, je egoïsme, de troubles in de gemeenschap of de parochie, moeilijkheden binnen je gezin, de wolf die ons uiteen kan drijven, de houding van mensen die vrolijk aan elke roeping voorbij leven. En soms hoor je ook werkelijk even niets meer van die Stem, of je kunt hem niet hóren vanwege de ellende in je leven, het onrecht en de rampen in de wereld.
Je neemt een time-out ten opzichte van God. Ook dat kom je in de Schriftverhalen in alle toonaarden tegen. De roepstem komt nu eenmaal uit een andere wereld dan die van het ego, dat zelf de weg wil uitstippelen.
Maar de roepingsverhalen vertellen ook: als je géén gehoor geeft aan de Stem, dan vind je jezelf en je bestemming niet. Als je niet ingaat op de roep, niet luistert naar die stem in je binnenste, dan verlies je je ziel en word je ten diepste niet gelukkig.

Roeping is dagelijks luisteren en denken: ik weet misschien niet eens wat de dag van morgen brengt, wat ik moet doen. Maar toch kan niets mij ervan weerhouden om vanuit God in mijn ziel te leven. Hij is mijn eerste liefde en mijn diepste vreugde. Voor Hem wil ik gaan. En Goddank sta ik niet alleen. Er zijn reisgenoten, medeparochianen, een partner, vrienden, en vooral veel medemensen die het de moeite waard vinden om het verhaal van God met ons levend te houden en hun deel van God in de wereld te laten zien. God-zij-dank.

Jezus is voor de kudde degene die verder kan kijken dan de schapen. Hij ziet het grote verband. Voor Hem is de levenstocht een doelgerichte reis en niet het ingaan op toevallige impulsen, een hollen van het ene naar het andere succes, van de ene naar de andere honger. Zijn Evangelie is een veilige weg.
Jezus kent God, Hij is met Hem vertrouwd. Hij kent ook ons. En zijn diepste verlangen is dat deze God van mededogen weer in ons en onder ons mag leven. Dat ook wij één zijn met Hem zoals Hij dat is met de Vader. En dat ook wij vol mededogen met elkaar omgaan.

Een christen zou inderdaad een mens moeten zijn met een goddelijk mededogen, die zich verantwoordelijk weet voor zijn broeder en zuster. Hij geniet van vrede en menselijkheid, maar vraagt zich tegelijk af of die ander ook te leven heeft en vrede kent. Bij hem zouden de kwetsbare mensen veilig en geborgen moeten zijn.

Rondom Jezus is er een prachtige beweging ontstaan waar de belangrijkste wet de wet is van de liefdevolle ontferming. En waar je weet dat het leven gevonden wordt daar waar je een gegeven leven leidt; in zijn Naam.

Geïnspireerd aan een homilie uit Preken.be

Reacties

  1. Er zijn ook wolven in schaapskleren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie homilie. Dank je Chris.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik vraag vergeving voor hen die ik gisteren gekwetst heb.
    Ik onthoud mij verder in de toekomst van enige commentaar.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Anoniem van 8:27u,
      iedereen is welkom op deze blog, ook jij. Dit is een plek waar ieder z'n gedacht kan zeggen. Alleen pleit ik ervoor dat we niet al te dogmatisch spreken, niet belerend naar elkaar. Dan wordt er ook niet gekwetst.
      Laat deze blog eerder groeien naar een contemplatieve dialoog. Biddend. Wat zegt de Schrift mij? Wat zegt de Schrift aan anderen? Wat bevrucht me?
      En uiteraard kunnen vanuit dergelijke dialogen actuele thema's aan bod komen. Maar ook hier: laten we niet al te belerend spreken, maar altijd in een geest van diep respect voor de ander en diens mening.
      Deze blog is geen catechismus. Hier komen mensen die allemaal zoekend en tastend trachten hun christen-zijn gestalte te geven.
      Laat ons, ook hier, broederschap vormen. In liefde, en onder de zegen, van ons Heer.
      Van harte, kris

      Verwijderen
    2. iedereen is vrij om een reactie te geven. U heeft echter niemand gekwetst.
      Dus u moet u ook niet verontschuldigen. U mag gerust anoniem reageren. U dient zich niet bekend te maken door een mail te sturen.
      Het is een anonieme blog.
      U heeft gewoon gezegd wat u denkt.
      En daar heb ik begrip voor. Anderen hebben dit niet. Dank u.

      Verwijderen
  4. Het is ook altijd goed om eens te luisteren wat de catechismus zegt.
    Of is er iemand die twijfelt aan de leer van de Kerk en de overleveringen van de Kerk?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het is zeker goed om te luisteren naar wat de catechismus zegt. Voor mij persoonlijk is de catechismus zelfs een leidraad in het leven.
      Maar er zijn ook mensen die twijfelen aan deze 'leer'. Net zoals Thomas twijfelde. Mooi in dat verhaal is wel dat de twijfelende Thomas bij de anderen mocht zijn, als een waarlijk broeder. In die groep mensen - twijfelaars en zij die zogenaamd niets in vraag trekken - is de Heer verschenen.
      Het leven zoals het is...

      Verwijderen
  5. Dus moeten we ook ons verstand gebruiken en niet alleen te sentimenteel worden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik zou zelfs meer zeggen: we mogen niet bouwen op onze sentimentaliteit. Het gaat om geloof met hart en ziel, met verstand, met ons hele zijn. Maar sentiment mag, mijn inziens, geen basis zijn. Dat is eerder een gevolg, en dan nog heb ik meer de neiging om het te wantrouwen. In cé zegt het niets over ons geloof.

      Verwijderen

Een reactie posten