zondag 12 door het jaar - B
Job, over wie we hoorden in de eerste lezing, was de rijkste mens in het Oosten. Hij had zeven zonen en drie dochters, bezat 7000 schapen, 3000 kamelen, 1000 koeien, 500 ezels en heel veel knechten, slaven en slavinnen. Maar op een dag verloor hij alles: zijn massale kudde werd gestolen, zijn knechten en slaven werden vermoord, en zijn zonen en dochters kwamen om het leven toen het huis waarin ze zich bevonden door een plotse orkaan op hen neerstortte. En om hem helemaal te treffen werd hij ook nog melaats. Hoe diepgelovig hij ook was, even gaf hij God de schuld van al zijn miserie. In de lezing hoorden we hoe God daarop reageert. ‘Waar was je toen de zee tegen haar poorten beukte en Ik daar paal en perk aan stelde?’
Wat Job ondergaat, ondergaat ook onze wereld, dus vraagt God ook aan ons: ‘Waar was je toen Ik je de prachtige aarde in bruikleen gaf? Waar was je toen de wouden werden afgebrand, de oceanen vuilnisbelten werden, de lucht vervuilde en het klimaat op hol sloeg? Wat heb je terechtgebracht van de wereld van liefde, vrede en vreugde die Ik je geschonken heb?’ En net als Job kunnen we niet antwoorden, behalve dat we, net als hij, dikwijls veel ellende ondergaan.
Ellende is er ook in het evangelie. Jezus en de apostelen steken het meer van Galilea over en plots ontstaat zo’n hevige storm dat ze bijna zinken. De apostelen raken in paniek, vooral omdat Jezus rustig ligt te slapen. Want Hij doet wat zijn Vader doet: Hij dringt zich niet op, Hij laat zijn leerlingen vrij. Pas als ze zijn hulp inroepen, grijpt Hij in. Want zo is God, zo is Jezus: Hij dwingt ons niet onze vrije wil op te geven, ook niet in de storm waarin ons leven kan terechtkomen. Pas als we zijn hulp afsmeken, komt Hij ons te hulp.
In het evangelie gaat Jezus direct in op de ellende die de leerlingen treft. ‘Waarom zijt gij zo bang? Hoe is het mogelijk dat gij nog geen geloof bezit?’ Het is een vraag die Hij ook aan ons en aan de Kerk stelt. Hoe is het mogelijk dat wij nog geen geloof bezitten! Geloof in de verrezen Heer, geloof in de God van liefde, vrede en vreugde. Hoe is het mogelijk dat wij reageren zoals de apostelen, toen ze Jezus na zijn verrijzenis voor het eerst terugzagen. ‘Ze wierpen zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden’, zo staat het letterlijk in het evangelie dat we vier weken geleden op het feest van de heilige Drie-eenheid hoorden.
Het is allemaal zo herkenbaar. Ook wij worden soms, misschien zelfs dikwijls, getroffen door stormen die ons leven teisteren, en die ons doen twijfelen, omdat we ons in die momenten van tegenslag, van verdriet en ellende door God, door Jezus verlaten voelen. Zodat ook wij misschien soms roepen: ‘Meester, waarom slaapt Gij? Ziet Gij niet dat ik verga?’
Maar wanneer de apostelen in paniek verkeren, gebiedt Jezus ‘Zwijg stil’ aan de storm, en die gaat onmiddellijk liggen. Het gevolg is dat ‘de apostelen door een grote vrees bevangen worden.’ Dat wil niet zeggen dat ze doodsbang zijn van Jezus, wel dat ze Hem niet meer kunnen volgen. Vandaar hun vraag: ‘Wie is Hij toch dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen?’
Ook wij zullen nooit begrijpen wie God, wie Jezus is, want net als de apostelen zijn wij mensen, terwijl God God is. Maar ook net als de apostelen, kunnen we altijd zijn hulp afsmeken. Hij laat ons nooit in de steek. Ons niet, en zijn Kerk niet. En dat is een gelukbrengende zekerheid.
Bron: Preken.be
Ja, het leven kan moeilijk zijn. En zoals Kris met zijn bron aanhaalt: Wij kunnen er best een boeltje van maken (milieuvervuiling, uitbuiting, oorlog). En toch is de Bijbelse boodschap zo mooi: 'Tot hier', zegt God tegen de stormen, ook tegen ons knoeien, 'hier breken uw trotse golven'. Jezus zegt dat ook tegen de storm. Hij snauwt tegen de storm, zoals Hij snauwt tegen de demonen die voor sommige mensen het leven onmogelijk maken. Jezus snauwt: 'Zwijg stil, ga weg uit die man...' Dat is dan ook het antwoord op die moeilijke vraag van Roosje gisteren. Er is natuurlijk honger in de wereld, sommige mensen leven in armoe. Maar Jezus is gestorven voor ons allen en sindsdien heeft Hij ons nieuw gemaakt. Sindsdien helpt de een de ander. Waarom is er honger in veel landen? Juist door oorlog of burgeroorlog. 'Stop daarmee', zegt God. Dat is zoveel als wat Hij tegen de gierende storm sprak in het boek Job: 'Tot hier en niet verder, hier breken uw trotse golven'. Of wat Jezus zei: 'Zwijg stil'. Oorlogen blijven niet duren. God helpt. Daar mogen we niet aan twijfelen. De context gisteren was er ook niet één van grote armoede. Jezus sprak tot mensen die Hem volgden. Die hadden geen grote honger. Maar ze wilden misschien te veel van het aardse. Jezus wilde hen - en ons! - doen vertrouwen op God, ons niet meer laten leven voor geld en goed, maar in liefde. Dat is de tweede lezing vandaag: 'De liefde van Christus drijft ons, stuwt ons'. Waartoe? Juist om Gods Rijk werkelijkheid te laten worden, om zoals Jezus te leven voor God en voor mekaar. Dan is er geen honger meer, want er wordt gedeeld en men voert ook geen oorlog meer, want men leeft voor de ander. Dat is natuurlijk een werk dat nooit af is, maar we kennen Jezus niet. De leerlingen kenden Hem ook nog niet. Zij vergingen in de storm, dat dachten zij, maar zij hadden Iemand aan boord die ze niet kenden, Iemand die op het kussen lag te slapen. Hij was het Leven zelf. En als zij zich tot Hem richten, valt de storm, het ontij geheel stil. Er is natuurlijk geen volkomen antwoord op het waarom van het lijden. Maar ik vind dat zo mooi wat God tot Job zei: 'Mens, waar was jij toen Ik de hemel spande en de aarde schiep, toen Ik zei tot het trotse water en de wind: Tot hier en niet verder; hier breekt uw trotse macht?' Alle lezingen, ook die van gisteren, sporen ons aan tot een groot Godsvertrouwen.
BeantwoordenVerwijderenKan je soms ook een eigen versie van de geloofsbelijdenis weergegeven? Dankjewel
BeantwoordenVerwijderenDe kracht van onze geloofsbelijdenis ligt in het credo zoals het door de eerste Kerk en de eeuwen door werd overgeleverd. Verlos ons van 'zelfgemaakte' (= dikwijls naar wat ons past of niet past) credo's!!!
VerwijderenVandaag baden we uit het boekje een 'eigentijdse' credo. Het begon telkens met "Wij geloven". Dat is nooit de bedoeling! Bedoeling is: ik sta op en belijd (persoonlijk en overtuigd én in waarheid) tegenover de gemeenschap "Ik geloof ...."
BeantwoordenVerwijderenDank u Daniël dat u ook de tweede lezing ter sprake brengt. Juist die 2de lezing is de sleutel die lezing 1 en evangelie bindt, verklaart en actualiseert. Vanuit gemis aan bijbelkennis laat men dit al te dikwijls weg. Waarom onthouden vele voorgangers dit aan de hun toevertrouwde kudde? Het is nochtans hun verantwoordelijkheid...
BeantwoordenVerwijderen